Column: Zwembadtranen

door Tirza van Schie

Ik wil iets schrijven, maar mijn hoofd is leeg. Of eigenlijk niet. Eigenlijk is mijn hoofd propvol, maar niet met wat ik wil. Ik zit bij de zwemles en kijk naar het betraande snoetje van mijn dochter. Laat ik maar niet opkijken. Laat ik maar naar het scherm kijken en typen, want als ze ziet dat ik haar zie, huilt ze nog harder. Ze hoopt dat ik haar kom helpen, maar ik kan haar niet helpen. Ze wenkt of ik kom, maar ik schud nee. Snel weer mijn hoofd neer, anders gaat ze nog harder huilen. Nee meisje, nee, ik spring het bad niet in.

De moeders om me heen zien het en zijn lief. Vragen meelevend of ze het eng vindt: zwemles. Ik weet eigenlijk niet of dat het is, maar ze houdt er niet van. Het water, de spetters, wat op een zonnige zomerdag de ingrediënten zijn voor een onbezorgde dag vol pret, verandert op vrijdag om half vijf in een omgeving vol vijandige prikkels.

De holle ruimte laat de stem van de badmeester echoën en daardoor harder klinken dan nodig, maar ook onduidelijker en mijn dochter heeft moeite om zich te focussen op de instructies. Ik typ verder wat ik nu typ, ik probeer het schrijven onder schooltijd te doen, maar steeds vaker lukt het niet en nu komt het eigenlijk wel goed uit. Niet kijken, niet opkijken…

Als ze zien dat wij hen zien, huilen ze nog harder

Na het zwemmen neem ik de tijd om haar af te drogen en aan te kleden. De andere moeders gaan over op hun automatische ritme van haastige handelingen. Per ongeluk vertraag ik, ik vertraag vaker tussen mensen die staccato werken, alsof ik dwars het ritme wil veranderen.

’Lieve Anna, pas op je sokken… als je op de vloer gaat staan, worden ze nat, nog natter dan je betraande gezicht.’

Naast me zit een vrouw die haar kind met korte instructies aankleedt. Ik knoop een praatje met haar aan, maar versta haar niet goed en vraag waar ze vandaan komt. Ze laat haar bezige armen passief langs haar lichaam vallen en kijkt me recht aan. ‘Syrië,’ zegt ze. Ik schrik zichtbaar, dus ze knikt fronsend van ja-is-foute-boel-daar en ik weet even niet meer wat te zeggen.

‘Mis je Syrië?’
‘Mijn familie.’
‘Zijn ze veilig?’
‘Ziek,’ zegt ze en ‘geen ziekenhuis meer, bommen.’
‘Kun je ze bellen?’
‘Soms.’

Ik weet niet meer wat te zeggen, hopelijk-snel-vrede-daar klinkt stom en ik geloof er ook niet in. Sterkte, beterschap en alle andere reddende woordjes klinken nog stommer.

‘Het spijt me voor jou’ werd het. ‘Dank je wel,’ zei ze, maar haar ogen en stem werden niet luchtiger, eerder droefgeestiger en bevestigden wat ik had gezegd. Spijtig ja, heel spijtig… Ze zei gedag en liep de kleedkamer uit en mijn dochter kijkt me nieuwsgierig aan.

‘Bommen, mama? Wat zielig! Kun je haar niet helpen? Met haar familie? Jij bent toch rijk?’ Maar ik kan haar familie niet helpen, of de rest van de brandende wereld. Ik ben een druppel en de gloeiende plaat heeft meer nodig dan onze goeie bedoelingen.

En terwijl ik mijn dochter in de auto help, denk ik: Blijkbaar kijken wij niet op. Blijkbaar kijken wij naar de schermen van onze telefoon, want als ze zien dat wij hen zien, huilen ze nog harder. En wij kunnen niet helpen, wij springen het zwembad niet in. En zien we ze toch, per ongeluk en onverwachts, op het schoolplein, in de supermarkt of in de kleedkamer van het zwembad: Dan spijt het me. Het spijt me.

Tirza van Schie vormt een huishouden met haar man, vier kinderen en haar tien jaar oudere, maar verstandelijk eeuwig zevenjarige zus. Ze publiceert versjes en blogjes op lentezoet.nl en heeft nu ook haar echte versjesboek in de winkels/onze webwinkel liggen!

Boekentips

Word lid

In onze fijne online community verbind je met gelijkgestemden

Verder lezen

Column: Do not touch – Nynke in Laos

Column: Do not touch – Nynke in Laos

'Falang!! Falang noi!' Kleine witte mensen. Het wordt ons te pas en te onpas nageroepen op straat. Er wordt gewezen,  gelachen, vertederd gekeken. En dat is prima, het went om een uitzondering te zijn. Bovendien ben ik apetrots op mijn drie blonde snoetjes, die mogen...

Omgangsvormen – wat geef je mee?

Omgangsvormen – wat geef je mee?

Omgangsvormen meegeven aan je kinderen klinkt zo simpel: je voedt ze op tot fatsoenlijke mensen die weten hoe het hoort. Maar hoe zit het met authenticiteit en met de autonomie van het kind? Laat je je kind de gedwongen smakkerds van die ouwe tante ondergaan? Zijn je...

Column: Mijn kind lijkt op mij. Toch?

Column: Mijn kind lijkt op mij. Toch?

'Hij lijkt sprekend op jou.' Dat heb ik jaren gehoord als het over Thijn ging. En ik zag het zelf ook. Vanaf het moment dat ik hem voor het eerst in mijn handen had. Ik herkende hem meteen. En al mijn onzekerheid over of ik wel wist hoe ik zo'n kleintje vast moest...

Column: Robotmama met gevoel

Column: Robotmama met gevoel

'Welkom. In. Onze. Robot. Kapsalon. Ik ben uw dienaar. Van vandaag. Ik raad u. Ter behandeling. Van uw uitgedroogde slierten. Een conditioner. Aan. Maar allereerst. Een schuimige shampoo. Om uw groezelige hoofdhuid. Te reinigen. Bent u akkoord. Met deze. Procedure?...

Column: Actualiteitsverlamming

Column: Actualiteitsverlamming

Toen ik journalistiek studeerde, we hebben het nu over zo’n twintig jaar geleden, had ik geen televisie. Internet stond nog in de kinderschoenen, en er lagen geen gratis kranten in de trein. Ik las een dagblad, bij mijn ouders Het Parool, bij mijn vriend thuis Trouw...

Opvoedtips van Eva: Help, mijn kind doet een ander kind pijn!

Opvoedtips van Eva: Help, mijn kind doet een ander kind pijn!

Vraag: Mijn kind doet andere kinderen pijn. Moet ik me zorgen maken? Hoe reageer ik hierop?  Sommige kinderen hebben nog veel moeite om ruzies op te lossen met woorden. Zij slaan, schoppen of bijten zodra de frustraties oplopen. Als je kind nog jong is, dan kun je er...

LEES GRATIS HET INTERVIEW MET ALFIE KOHN

Het interview met de grondlegger van het onvoorwaardelijk opvoeden in je mailbox? Je ontvangt meteen ook de Kiindnieuwsbrief vol inspiratie (uitschrijven mag).

Het is gelukt, we gaan een mail naar je typen! (check ook je spamfolder)

0