‘We moeten creativiteit stimuleren’, zeggen we tegen elkaar. Misschien is dat niet de juiste vraag om te stellen. Picasso zei niet voor niets:
Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is er een te blijven als je groot wordt.
Ieder kind heeft een aangeboren creatief vermogen, dat je vooral intact wil houden. Creativiteit stimuleren is dus een kwestie van niet afleren! Dat gaat het beste als je de juiste randvoorwaarden schept voor je kind om zich creatief te kunnen ontwikkelen.
Ruimte voor experiment en vrij denken maak je zo:
- Doe voorgekauwd speelgoed de deur uit: als het ‘de bedoeling’ is dat er op een ‘bepaalde manier’ mee wordt gespeeld, is het dus niet creatief. Corrigeer je kind in ieder geval niet op deze ‘bedoeling’, laat het experiment gebeuren!
- Geef je kind de vrijheid om zintuiglijk te experimenten. Er gebeurt niets ernstigs wanneer een baby over het gras mag rollen zonder speelkleed of een hap zand binnenkrijgt op het strand.
- Leg geen conventies op. Als jouw kind paars gras tekent, dan is het gras blijkbaar paars.
- Geef tijd. Uit onderzoek blijkt dat mensen die uitstelgedrag vertonen creatiever zijn dan mensen die dat niet doen. Daar zit een grens aan, mensen die uitstellen tot een kunst op zichzelf hebben gemaakt zijn wellicht gewoon een beetje lui. Leonardo Da Vinci deed 16 jaar over de Mona Lisa! Ook bestaat er een experiment waarbij basisschoolleerlingen een klok moeten tekenen. De groep die hier beperkte tijd voor krijgt maakt klokken die allemaal hetzelfde eruit zien. Wanneer er onbeperkt tijd aan besteed mag worden, zie je ongelooflijke variaties. Van rijkelijk versierde klokken tot technische uitspattingen. Spel heeft soms ook tijd nodig om tot verdieping te komen. Laat het speelgoed tijdens het avondeten gewoon even liggen, zodat daarna het spel nog verdiept kan worden. Vluchtigheid is de dood voor creativiteit.
- Doe spullen de deur uit. Minimaliseren kan letterlijk ruimte geven aan creativiteit. Een bank minder in de woonkamer geeft meer ruimte voor spel. Minder speelgoed maakt dat je creatiever moet zijn met wat je wel hebt. Je zult ook oplossingen moeten bedenken: heb je geen staafmixer, tja, dan maar de garde in de schroefboor.
- Leg focus op proces, niet op eindresultaat. Wanneer je kind er (nog) geen behoefte aan heeft, hoef je niet bij elke tekening te roepen: ‘Wat mooi! Die hangen we op de koelkast!’. Je kunt ook benoemen wat je ziet. Je kan benoemen dat je hebt gemerkt dat je kind er heel fijn aan heeft gewerkt. Benoem wat je verrast in de tekening.
- Doe fantasiespelletjes. Favoriet spel van mijn kinderen in de auto of trein is Heksensoepje, een spel waar we helemaal geen materiaal gebruiken, alleen onze fantasie. We bouwen eerst een vuurtje, daar gaat een hele grote pan op en de eerste die aan de buurt is stopt daar een ingrediënt in. De jongste stopt er vooral dingen in de hij voorbij ziet komen: een autoband! De fantasy-lezende bijna-puber stopt er geraspte drakenschubben in. Onze dromerige middelste heeft pareltjes als straaltjes manenschijn en grijze mist in de pan gedaan. Zelf probeer ik ze verder te laten denken door als ik er iets in stop kleurrijke bijvoeglijk naamwoorden te gebruiken en termen als een onsje hier, een portie daar. Als de soep klaar is drinkt iemand hem op en verandert die in… Weer iets nieuws om te verzinnen dus!
- Leef voor: laat zien dat je dingen op kan lossen op gekke manieren. Heb je bloemen gekregen, maar zijn je vazen op? Dan gebruik je gewoon een weckpot.
- Maak kunst tot deel van je gezinsleven. Op die manier laat je zien dat creatieve beroepen volwaardig zijn. Maak muziek of bezoek concerten samen met je kinderen. Ga naar het theater en naar het museum. Het zijn plekken waar je bovendien prachtige gesprekken kan voeren met je kinderen over wat je ziet, hoort en voelt.
Lees meer
fotografie: Villa Zebra