Milieubewust leven is niet zo moeilijk. Met de onderstaande concrete tips kom je in ieder geval al een heel eind!
Seizoensgroenten
Wat heerlijk dat we in een tijd leven waarin we op iedere straathoek vruchten van tropische eilanden en groenten uit verre landen kunnen kopen. Toen je (groot)ouders jong waren was dat anders: je at wat voorradig was. Veel mensen verbouwden hun eigen groenten en fruit en de groenten die niet op kwamen werden geconserveerd. Nu is alles voorhanden, aardbeitjes in de winter en kool in de zomer. Wat een vooruitgang! Of niet?
De keerzijde is dat de producten uit verre landen hierheen verscheept of gevlogen moeten worden. Dat zorgt voor veel milieubelasting. Ik kan me de redenering wel voorstellen, je denkt arme landen te helpen door er producten uit te kopen. Maar het blijkt zo te zijn dat boeren uit bijvoorbeeld Afrika zich gaan voegen naar grote Europese bedrijven. Ze spitsen zich dan toe op een bepaald product en raken afhankelijk van het bedrijf. Als het bedrijf stopt met afnemen, blijft de boer met zijn productie zitten (dit is uiteraard niet zo bij producten van Fair Trade of Max Havelaar).
Het is bovendien zo dat als we alleen maar producten van ver kopen, de boeren in Nederland proberen te overleven door hun voedsel te exporteren. Dit zorgt ook voor druk op het milieu. Wat teveel geproduceerd is wordt gedumpt in arme landen. Door dumping in ontwikkelingslanden raken de boeren daar hun producten niet in eigen land kwijt. Het is een cirkel die doorbroken moet worden.
De oplossing is om vooral seizoensgroenten te kopen. Aardbeien eet je in de zomer en kool in de winter. Op deze manier kunnen de Nederlandse boeren aan de vraag voldoen en hoeven ze hun producten niet naar het buitenland te brengen. Bovendien krijgen boeren in ontwikkelingslanden dan de kans hun producten daar te verkopen. Voor een kalender met seizoensgroenten kun je kijken op de Groente- en fruitkalender van Milieu Centraal. Wil je afwisselen met uitheemse producten, houd dan rekening met de milieudruk en de omstandigheden van de boeren. Met de biologische producten van Max Havelaar of Fair trade zit je altijd goed.
Biologische kleding shoppen
Er is steeds meer biologische kleding op de markt. Logisch ook, als je bedenkt dat katoen een van de twee meest vervuilende gewassen is. In het artikel Duurzame kleding voelt goed is er al over geschreven.
Toch kopen mensen nog lang niet altijd biologische kleding. Naast dat het vaak duurder is, is het waarschijnlijk minder bereikbaar. Als je een dagje gaat winkelen kom je het ook niet veel tegen, maar als je een dagje online shopt, merk je algauw dat het wemelt van de webwinkels met biokleding. Een paar daarvan zijn Goed van Toen, Musjes, Ekobebe, Baby Natura en Baby Bio. De grotere merken zijn Imps & Elfs en Bobux.
Eigen voedsel verbouwen
Ondanks dat het kopen van bioproducten je waarschijnlijk een goed gevoel geeft en je een bijdrage levert aan een gezonde wereld, zijn deze producten vaak wel wat duurder.
Door het zelf verbouwen van groenten, fruit en kruiden kun je geld terugverdienen. Bovendien is het leuk om te doen en als je je kinderen laat helpen, leer je hun waar je voedsel vandaan komt. Het blijkt dat kinderen gemakkelijker eten als ze hebben geholpen met koken of het verbouwen en oogsten van hun eigen voedsel.
Ingrediënten
Tuinaarde voor in de grond of potgrond voor in bakken
Schep
Eventueel handschoenen
Liefde en aandacht
Water, bijvoorbeeld vervoerd in een gieter
Zaadjes
Als je zaadjes in een zakje hebt, moet je altijd letten op de tijd van het jaar waarop je moet gaan inzaaien. Verder is het belangrijk om te weten of je met schaduw- of zonplanten te maken hebt.
Een andere tip is het opkweken in kleine zaaibakjes. Die zijn overdekt en werken dus als een kas. Zodra ze groot genoeg zijn kun je ze verpotten.
Via My Folia kun je bijhouden wanneer je wat met je planten moet doen. Lees ook: een kindermoestuin. Geniet van je eigen onbespoten voedsel!
Grote wasjes, kleine wasjes
In het wassen valt veel milieuwinst te behalen. In veel wasmiddelen zitten chemische ingrediënten. Bovendien wassen mensen vaak ook heter dan nodig is.
Hieronder lees je milieubesparende wastips.
Was op dertig graden in plaats van zestig. Je kunt met een goede machine zelfs op vijftien graden wassen. Je vaatdoekjes kun je daarna nog een minuut nat in de magnetron doen. Dan zijn echt alle bacteriën gedood. Wel wordt aangeraden om de trommel eens in de paar maanden op 95 graden te laten draaien, dat doodt de eventuele bacteriën in de trommel.
Vervang je wasmiddelen. In plaats van schadelijke wasmiddelen gebruik je biologische middelen of wasnoten. In plaats van wasverzachter koop je schoonmaakazijn. Dit laatste maakt niet alleen je was zachter, maar houdt ook de kleuren langer goed. De azijn doe je in het verzachterbakje.
Let eens kritisch op hoe snel jij en je gezinsleden hun was in de mand doen. Gaat die broek echt niet een dagje langer mee?
Hang de was aan de lijn. De wasdroger is de grootste energieslurper in je huishouden.
Draai geen kleine wasjes. Wacht tot je genoeg was hebt voordat je de machine aan zet.
Gebruik het korte of milieubesparende programma.
Let, als je een nieuwe wasmachine gaat kopen, op het energielabel. Er zijn al machines met label AAA.
Verpakkingen reduceren
Ik ga naar de biologische slager. Ik word daar blij van, omdat de milieudruk veel lager is dan wanneer ik producten koop bij de gewone slager: de voeding van de dieren wordt milieuvriendelijk geproduceerd, hun dieet is zo uitgebalanceerd dat de dieren veel minder methaan uitstoten (1 niet-biokoe produceert per jaar net zoveel uitstoot als een middelgrote auto!). Bij de slager aangekomen wordt mijn biefstukje op een plastic blaadje gelegd, er gaat plasticfolie overheen en een plastic zakje.
Al deze verpakkingen komen in je afvalbak terecht. Iedere dag produceer je per persoon ongeveer anderhalve kilo afval. In een huishouden van vier personen is dat dus gemiddeld zes kilo. Per dag!
Er zijn wel mogelijkheden om die afvalberg een beetje te reduceren. Creativiteit is hierbij alles:
Neem afsluitbare plastic bakjes mee naar de slager om het vlees in te doen.
Koop groenten en fruit niet voorverpakt. In de supermarkt plak ik altijd de prijsbon op één appel of tomaat in plaats van ze in een zakje te doen. Ik heb daar nooit moeilijkheden mee gehad.
Geef je kind een lunchtrommel en een beker mee in plaats van een zakje en een pakje.
Koop geen koekjes en dergelijke in kleinverpakkingen, dat is nergens voor nodig.
Neem altijd zelf een draagtas mee. Bij de natuurwinkel zijn netjes te koop, die zijn klein in je tas maar je kunt er veel spullen in kwijt.
Gerecycled toiletpapier
Misschien wel de gemakkelijkste manier om iets voor het milieu te doen, is het kopen van gerecycled toiletpapier. Zeker als je weet dat de gemiddelde Nederlander zo’n 13 kilo toiletpapier per jaar verbruikt! 13 kilo! Ga maar na hoeveel een huishouden met kinderen zal verbruiken. Zeker kinderen die al zelfstandig hun billen kunnen afvegen jassen er een hoop papier doorheen.
Iedere dag worden er 270.000 bomen verbruikt voor toiletpapier, tissues en papieren servetten omdat mensen geen gerecycled papier willen kopen. Dit terwijl het allang niet meer als schuurpapier hoeft te voelen, je hebt ook zachte varianten. Dus: allemaal aan het grijze papier!