Hoe leren kinderen eigenlijk? En is school de aangewezen plek waar dat moet gebeuren? Spoiler alert: nee, school is niet de enige of de beste plek waar kinderen dingen leren. Laten we eens bekijken hoe kinderen leren en in welke omstandigheden ze dit soepeltjes doen.
LEREN IS ONBEPERKT
Leren in de huidige maatschappij heeft veel weg van doelgerichte training. Alsof we onze kinderen pas goed afleveren als we er de nodige vaardigheden in hebben gestopt. Daardoor lijkt het of school de belangrijkste plek is voor kinderen. De plek waar ze garantie hebben om te leren, onder begeleiding van mensen die ervoor hebben doorgeleerd. Maar kijken wij met een open blik, dan zien we dat ‘leren’ zoveel meer is dan een cv aan kennis opbouwen.
KINDEREN LEREN ALTIJD
Dan kunnen we zien dat kinderen voortdurend en overal aan het leren zijn. Niet alleen op school, en zeker niet alleen wat voor ‘lesmateriaal’ doorgaat. Ze leren lezen en tekenen, ze leren optellen en voetballen. Maar ook leren ze samenwerken, fouten maken en op hun beurt wachten. Dit leren gaat vanzelf, en het gebeurt op elke plek waar ze zijn. Thuis, op school, tijdens het spelen, fietsen, zwemmen en eten. Ze leren van de winter en de zomer, van de dag en de nacht. Leren is geen afgebakende activiteit, leren kent geen begin en geen einde en heeft geen klaslokaal nodig.
Vrij en verbindend spelen
Met niets of duurzaam speelgoed
Leren is geen emmer vullen, het is een licht ontsteken
BEDDING VAN VERTROUWEN
Wat kinderen nodig hebben, is een goede bedding. Een stevige basis met een hoop liefde en voeding, zodat ze vol vertrouwen het leven aangaan. Met volwassenen die soms het voortouw nemen, maar vaker nog aan de zijlijn staan, en soms achter de kinderen, zodat die opgevangen worden wanneer ze eens vallen. En wie biedt die bedding? In de eerste plaats zijn wij dat, de ouders. Wij zijn in die zin leraren, al zijn we geen leerkrachten. Kinderen leren van hun omgeving. Zoals de oude Grieken al zo mooi konden zeggen: leren is geen emmer vullen, het is een licht ontsteken.
WEES NIET BANG
Zoals Alfie Kohn signaleert, zijn wij gewend aan een hoge druk. Al in onze eigen kindertijd dreigde er straf of nare consequenties en lonkten beloningen. Die druk geven we vaak door, we wensen onze kinderen toe dat ze goed mee komen, en dat ze vooral niet achter lopen. Maar elk kind is anders, leert in een eigen tempo en is geïnteresseerd in andere zaken. Ze zijn geen identieke emmers die een identieke vulling nodig hebben. Onze taak is het volgen van de kinderen. Waar zijn ze aan toe? Wat past bij hun belevingswereld?
MOEITELOOS LEREN
Sluiten we daarbij aan, dan leren kinderen moeiteloos. Zoals ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet vertelt: ‘Kleuters hebben 360 uur nodig om 16 letters te leren, en dan kunnen ze nog niet lezen. Dat is 22 uur per letter. En dat terwijl een kind dat aan lezen toe is in 40 uur alle letters kent en ook nog eens kan lezen’. (Volkskrant, 22 nov 2010)
Hoe accuraat dit is, ervaren veel ouders nu, net als ikzelf. In periodes dat mijn kinderen thuis schoolwerk moeten maken, merk ik zo duidelijk het verschil tussen de verplichte lees-opdrachten en het vrij lezen. Lezen als huiswerk? Stom! Ontcijferen wat er op de etiketten van het broodbeleg staat, en op de borden langs de weg? Cool! Sommen maken? Bleh. Tellen hoeveel rozijnen we samen hebben en hoe we ze kunnen verdelen? Interessant!
Lees ook over het belang van niksen in Kinderen leren ook door te lanterfanten.
JE KIND HEEFT ER ZIN IN!
Zoals Drees Koren schrijft: ’Het leven is leerzaam genoeg. Als je opgroeit tussen de sinaasappels/vissen/vuilnisbelten, zul je automatisch alles leren dat je nodig hebt over sinaasappels/vissen/vuilnis. Als je opgroeit in een wereld vol geschreven letters, leer je automatisch lezen. Daar hoeven ouders niets voor te doen, behalve hun kinderen te vertrouwen. Die zijn intrinsiek gemotiveerd om te leren. Dat zit in de aard van het beestje.’
Wij mogen erop vertrouwen dat onze kinderen leren wat zij nodig hebben. Waar ze ook zijn. Want nee, de meeste kinderen hebben geen school nodig. Maar wel een omgeving waarin ze hun aangeboren drang om te leren kunnen uitleven.
Beeld: Tjimkje Prins