Eigenlijk is er best veel gezonds te eten.
‘Steeds meer kinderen ondervoed door gezond eten’, kopte NOS. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Als je ondervoed raakt, eet je blijkbaar niet gezond. ‘Te gezond’ bestaat niet. Wat er had moeten staan is: ‘Ouders zien door de bomen het bos niet meer, waardoor kinderen voedingsstoffen tekortkomen’.
Van alles niet
Vroeger, toen mijn dochter klein was, bestond het leven uit vergif. Eigenlijk had ik geen flauw idee welk voedsel nou eigenlijk gezond was, behalve groente en fruit. Dus de focus lag daarop. En volkorenproducten natuurlijk – zó gezond. En verder op van alles níet. Koekjes kreeg ze pas na twee jaar en ander suiker was sowieso niet aan de orde. Zout was ook uit den boze en smeerkaas en smeerworst waren de duivel. Hoe meer ik over voeding leerde, hoe meer nieten erbij kwamen.
Nu is ze zeven jaar. Haar broertje is een jaar oud en vrat vandaag twee koekjes weg (nee sorry, zoals hij aanviel kan ik geen eten meer noemen). Ik hoor het vaker, van anderen: tweede kinderen krijgen eerder snoep en troep. Toch denk ik dat Klein Broertje meer zinvols binnenkrijgt dan zijn grote zus kreeg. Ik kijk nu naar wat wél.
Eet meer, niet minder
Het koekje bestond voor 80 procent uit kokosrasp, gemengd met eiwitten, een beetje rijststroop en een snufje grijs zout. In de rijke wereld waar wij in leven, eten we eigenlijk behoorlijk arm.
We zijn bang voor vet en vitamine C staat op een voetstuk. Vlees is slecht of op zijn minst zielig of milieuvervuilend, vis zit vol met troep en zuivel leidt uiteindelijk tot de dood. Toch lijkt het allemaal wat genuanceerder te liggen. We hebben vetten, eiwitten en koolhydraten nodig (zogenaamde macronutriënten) en mineralen en vitaminen (micronutriënten).
Hoe meer voedzaams kinderen binnenkrijgen, hoe minder ze hunkeren naar onzin
Koolhydraten, vetten, eiwitten
In welke verhouding je macronutriënten nodig hebt, verschilt per situatie: ben je een zwangere bouwvakker, dan heb je heel andere behoeften dan wanneer je een vijftigjarige kantoorklerk of een rondrennende peuter bent. In ieder geval zijn deze bouwstoffen alledrie nodig om je gezond en blij te houden. Vetten zijn ook gezond. Zo’n 35 procent van wat je dagelijks nodig hebt, bestaat uit vet. Van vetarm word je ongezond en verdrietig, dus.
Vitamines en mineralen
In sinaasappel en kiwi zit veel vitamine C, geloof ik. Ooit wist ik dit preciezer, maar ik zoek dit soort dingen niet meer op. Wat belangrijker is: je lichaam heeft véél vitaminen en mineralen nodig. Waar de vitamine C-verering vandaan komt, weet ik niet, maar er is meer in het leven. A-tot-en-met-K en van Borium tot Zink.
We hoeven niet allemaal voedingskundig te zijn, dus we houden het simpel: zorg dat alles wat je eet iets toevoegt. Richten op wat wél in plaats van niét zorgt ervoor dat eten weer leuk wordt en je in de tussentijd je tekorten aanvult.
Zo eten we sinds een paar jaar weer zout. Geen wit keukenzout (ook geen wit zeezout trouwens, het is allebei gewoon natriumchloride). Grijs zeezout of roze Himalayazout bevatten alle mineralen die je lichaam van nature ook bevat.
We eten zelfs weer smeerworst! Geen blikje zwaremetalenuitbioindustrievarken, maar leverworst van een biologisch blij biggetje. Omdat dit vitamine A levert – waar geen peentje tegenop kan.
Roomboter, vetvol vitamine D en omega’s, is mijn nieuwe vriend. Mijn kinderen krijgen hun sneetje brood met een even dikke laag boter. Kokosvet is ook leuk, trouwens. Ik gebruik het overal voor (bijna).
Melk drink ik weer. Liefst rauwe melk, al probeert de overheid daar een stokje voor te steken.
Honing eet ik ook. Koudgeslingerde rauwe honing (te koop bij de imker) bevat veel mineralen. En natuurlijk, ook suikers. Daarover gesproken: kokosbloesemsuiker, dat doe ik graag in de koekjes, om dezelfde reden. Zoetigheid voor af en toe.
Zogenaamde superfoods
Ik licht er hierboven een paar voedingsmiddelen uit. Superfoods? Nee, ik denk niet dat ze gezonder zijn dan fruit en groente. Maar suiker, zout en vet worden over het algemeen gezien als een stelletje boemannen, en het ligt iets genuanceerder.
Wat eten we wel?
Ik kom nog even terug op dat artikel van de NOS over ondervoeding. ‘Een patatje hoort daar ook bij’, was de reactie van kinderarts Sandra Schrama. Dat je een patatje nodig zou hebben om onder de streep goed uit te komen is een beetje een rare gedachtenkronkel. Patat voegt niks toe, behalve als je verder op komkommers leeft. In voedingswaarde dan, want wat ons betreft voegt het wel wat toe aan onze levensvreugd. Hoera voor af en toe patat!
Vorig jaar deed ik bij De Groene Vrouw de ‘Positive Eating Challenge’. In plaats van te diëten, waarbij van alles níet mag, aten we dertig dagen zoveel mogelijk zinnige dingen. Voor de extra zochten we ook op welk zinnigs dan in die dingen zat. En dat vond ik veel leuker. De naam zegt het al, positiever ja. En we aten lékker joh! Zadencrackers met een vette laag roomkaas, avocado en Japanse sojasaus bijvoorbeeld. IJs van bevroren fruit en een slok ongeslagen room. Smoothies. Pompoenpannenkoeken. Koekjes van gemalen noten, rijststroop en een snuf grijs zout. En ook best wel een boterham. Met zes lagen groente, kruiden en een scheut olie. Het was bij ons thuis één groot Luilekkerland.
Het was bij ons thuis één groot Luilekkerland
Mijn kinderen krijgen bijna alles. De voedselintroductieschema’s voor baby’s waarbij je opbouwt wat voor eten ze aangeboden krijgen, zijn ook niet zo nodig. Baby’s eten een klein beetje groente en azen vooral op hoogcalorische lekkernijen. Hun maag is nou eenmaal snel vol.
Lekker eten
Hoe meer voedzaam lekkers kinderen binnenkrijgen, des te minder ze hunkeren naar onzin. Met ‘bijna alles’ bedoel ik echt eten. Geen voorverpakte lege calorieën uit het ‘gezonde tussendoortjes’-schap. Wel: fruit, groente, vlees, vis, boter, melk, eieren, kokosolie, yoghurt, kaas, (oer)granen, zaden, pitten, bonen, kruiden, gedroogd fruit, en als smaakmaker: grijs zout, specerijen en af en toe kokosbloesemsuiker, bruine rijststroop en rauwe honing. En dat in willekeurige combinaties. Lekker joh! Eten is weer leuk.
Ik bak graag uit: Goed Zoet van Nanne Hogeland
Meer achtergrondinformatie vind je in: Nourishing Traditions | Sally Fallon | ISBN 9780967089737