Mensen houden van eten. Logisch: het is een basisbehoefte. We houden ook van slapen en poepen. Daarom is het zo raar dat strijd aan tafel in Nederland de normaalste zaak van de wereld lijkt. Kinderen zijn leergierig en willen heus graag allerlei smaken onderzoeken, mits je ze de mogelijkheid geeft om op ontdekkingstocht te gaan.
Stefan Kleintjes beschrijft in zijn boek Eten voor de Kleintjes hoe je dat aanpakt. Het belangrijkste is dat je baby vanaf zes maanden in eigen tempo mag proeven van eten, zonder dat hij daarvoor gemotiveerd moet worden door zijn ouders. Geen: ‘Nog één hapje voor mama’, ‘Goed zo!’, of: ‘Een paar happen en dan mag je een toetje’; dit geeft kinderen het gevoel dat ze voor jou eten en niet voor zichzelf. Een leeggegeten bord behoeft geen applaus. Zoals kinderen vanuit zichzelf nieuwsgierig zijn naar speelgoed, je sleutels en de dvd-speler, zijn ze dat ook naar eten. Een vuistgroot stuk banaan of broccoliroosje kan een baby zelf vasthouden, besnuffelen en proeven.
Stefan Kleintjes noemt voedingsmiddelen die nog niet gangbaar zijn, zoals quinoa, pastinaak en boekweitmeel, omdat ze nou eenmaal gezond zijn. Ook neemt hij (lang) borstvoeding geven als uitgangspunt. Dat ligt niet altijd voor de hand: kijk maar naar het Voedingscentrum, dat zijn adviezen aanpast aan wat mensen gewend zijn. Dit boek is voor iedereen die geen naardemondpraterij nodig heeft, maar wil weten hoe het écht zit.
Een vuistgroot stuk banaan kan een baby zelf vasthouden, besnuffelen en proeven
Mijn ervaring met deze manier van eten is goed. Toen mijn dochter zes jaar geleden een baby was, las ik de vorige versie van Eten voor de kleintjes, mijn dochter was een baby en ik heb de Rapleymethode – zoals het toen genoemd werd – altijd gehanteerd. Ze was geen gulzig meisje, en at tot ze een jaar was eigenlijk nauwelijks vast voedsel. Ze dronk voornamelijk moedermelk. Tot ze drie was, at ze heel weinig groente: wat haar betreft had de avondmaaltijd wel uit enkel vlees, vis, aardappelen en pasta mogen bestaan. Maar…! Ze vond aan tafel gaan en samen eten wél altijd erg gezellig. Eten was geen strijd. Na het niet of nauwelijks eten kreeg ze nog wat yoghurt en dat was het dan. Op andere eetmomenten zorgde ik ervoor dat ze wel vitamines binnenkreeg. En langzaamaan sloeg het om: ze eet nu álles. Ik schep niet veel op, maar ze eet haar bord altijd leeg, met regelmatig een tweede portie!
Eten voor de Kleintjes is dé handleiding over het introduceren van vast voedsel. Het boek is herschreven en in een nieuw jasje gestoken. Ook in deze versie vind je een handig voedselintroductieschema (waarin je kunt lezen wanneer een kind wat mag eten), menusuggesties per leeftijdscategorie en recepten. Maar dit boek is veel uitgebreider dan het vorige. Dankzij de stukjes met vraag-en-antwoord wordt de Kleintjesmethode concreet gemaakt. Bovendien is de informatie aangepast aan de nieuwste inzichten. De goede tips vliegen je om de oren, zodat je goed voorbereid en vol vertrouwen kunt beginnen met bijvoeden. Oh nee, dat doet je kind zelluf. Bereid je maar vast voor op een kliederboel. Spelen doe je namelijk wél met je eten!