Het is al een tijdje geleden dat ik voor het eerst vader werd. Dat gebeurt je maar een keer. Toen onze tweede geboren was ik het al, maar werd ik het misschien nog ietsje meer. Hoe het is om vader te worden was ik eerlijk gezegd een beetje vergeten. (Niet dat het vaderschap gewoonte wordt. Maar in de drukte van elke nieuwe dag én in het rustige genieten van nieuwe momenten zit genoeg gedachtestof, dus dan bewaar je je herinneringen voor later.) Tot ik de gedichten van Ingmar Heytze las, in zijn onlangs verschenen bundel ‘De man die ophield te bestaan’ (2015).
Nachtelijk vaderschap
Heytze kreeg eind 2014 een dochter. De bundel beschrijft in 41 gedichten het hele proces van vader worden. Vanaf de conceptie (alle vrijpartijen die eraan voorafgingen kunnen opeens kort worden samengevat: ‘Het witleren bankstel/ van een vader die me toch niet mocht./ Met herinnering of zonder./ Angstig./ Triomfantelijk. Beschonken.’) tot aan het nachtelijk vaderschap met een pasgeboren baby (‘Zij is het aambeeld waarop je/ je nachten splijt’). O ja (au), zo voelde het.
Voor spek en bonen
Herkenning alom. Want de echo’s staan in gedichten beschreven, waarvan de laatste met het besef dat je voor het laatst dwars door je kind heenkijkt. De blije doos komt voorbij (met citroenbier, ‘0% verdomme’) en ook de vroedvrouw waar je als vader soms voor spek en bonen lijkt bij te zitten (‘Ik heb straf vandaag, zit op een stoel/ niet te bestaan.’) Ook het opruimen en verbouwen, en de in gedachten uitgesproken woorden naar het ongeboren kind ontbreken niet.
Alles wordt anders door dat nieuwe leven
Nieuw leven
De titel van de bundel komt uit het gedicht ‘oud en nieuw’. Daarin staat de ik-figuur tijdens de jaarwisseling aan de wieg van zijn (wonderwel) slapende kind. Hij realiseert zich dat er een tijd achter hem ligt die voorgoed voorbij is: ziet zijn oude zelf gespiegeld als ‘een schaduw in het raam.’ Zo eindigt het: ‘Ik zie een vader aan een wieg,/ een man die ophield te bestaan.’
Zo kun je jezelf bij je kind zien staan en je realiseren dat nu alles anders is geworden. Anders, maar volmaakt en goed.
Angsten
Hetzelfde besef kan je op andere momenten doodsbang maken. Alles wordt anders door dat nieuwe leven. Als je net vader bent, of als je het aan het worden bent, word je soms overvallen door het angstige besef dat er ook dood bestaat.
Die angst komt naar buiten in de vraag of alles goed is met je kind (daarover gaat het gedicht ‘Nekplooi’), of het gezond zal zijn… De dichter beschrijft in het gedicht Boutjes een angstdroom waarin het kind blijkt te arriveren als een IKEA-kast, in piepschuim en karton. De man die hem in elkaar schroeft houdt boutjes over. Zal het kind nu ‘voor altijd uit het lood’ staan? In enkele andere gedichten lees je hoe de dichter bepaald wordt bij zijn eigen dood. Klinkt zwaar allemaal, maar door de beelden die hij gebruikt is het dat niet. Wel realistisch.
Generaties
Ten slotte raakten mij de gedichten over die derde dimensie van vader worden: dat je opschuift in de rij van generaties. Dat je plotseling ouder wordt en ook je ouders ouder worden. Wat was je vader eigenlijk voor vader, en heb je dat als zoon ooit ingezien?
Wonder
Het grote wonder van vader worden zoals Ingmar Heytze het in zijn gedichten omschrijft, is de enorme verandering die je doormaakt. Die overkomt je als een transformatie, soms met pijn en moeite. Het leven komt in een ander licht te staan. ‘Langzaamaan begin ik te begrijpen/ dat we alle drie tegelijk geboren worden.’
Tof om weer even al het wonderlijke van vader worden te beleven. Een feest van herkenning, he
rinnering én verdieping deze bundel. Aanrader voor vaders.
Koop de dichtbundel bij Bol of in de betere boekhandel: Ingmar Heytze, De man die ophield te bestaan, Podium 2015.
Fotografie door Rolinka Struik van Just Kidding Fotografie.