Stel, stel hè, je bent drie jaar en je haalt met je ouders vaak gekkigheid uit. Staat dat je ontwikkeling in de weg? Ik denk van niet, mits je je kind serieus blijft nemen. Sterker nog, ik ben zo’n ouder die een beetje maf is en haar grote peuter regelmatig gekke voorstellen doet. Ik voed niet op volgens de regels die in de boekjes staan, maar vanuit humor.
Op woensdag werk ik niet. Die dag beginnen we met een pannenkoekenfeest. Feestjes zijn goed voor je en pannenkoeken maken blij. We maken samen het beslag en ik bak de pannenkoeken goudbruin. Tegenwoordig is deze dag veranderd in verwenwoensdag omdat mijn dochter ‘s ochtends een fantastisch ontbijt klaarmaakt. Succesnummers waren: volkoren crackers met pindakaas; ontbijtkoekje met boter en muesli met fruit. Meer experimentele edities bestonden uit: ontbijtkoek, ondergesneeuwd door gestampte muisjes; een dubbelzijdig beboterd boterhamkapje en de ijsblokjes met rijstsnoepjes.
We doen samen boodschappen. Van tevoren denken we na over wat we nodig hebben en ook in de winkel komt ze met nuttige tips: “Weet je wat ik bijna zou willen? Dát zou ik bijna willen!” Zo betrek ik haar bij het huishouden, omdat het ook haar huis is.
Feestjes zijn goed voor je en pannenkoeken maken blij
Wanneer ze naar bed gaat laat ik nog een vlindertje van haar neus vliegen door mijn wimpers tegen haar aan te houden en dan met mijn ogen te knipperen.
We springen soms op het bed, en vooruit, soms op de bank. Er is niet veel leuker dan dat. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat ik dat ook weleens doe als ze er niet bij is, maar dat terzijde.
We picknicken. Bij slecht weer doen we dat niet buiten, maar op het grote bed of middenin de woonkamer op een kleed. Uiteraard doen we dit met broodjes, drinken, fruit en een koekje. Die kruimels blazen we wel weg.
Wanneer lopen niet leuk meer is huppelen we ons er doorheen. Dat kan natuurlijk ook achteruit. Soms vliegen we een stukje. En als ze getild wil worden op een moment dat ik dat niet kan of wil, dan zeg ik dat ik ook graag getild wil worden. Uiteindelijk tillen we elkaar dan een beetje, wat niet veel meer is dan elkaars beide handen vasthouden.
Bij het tandenpoetsen brult ze als een tijger of ik speel dat ik de tandarts ben en zij de mevrouw die gecontroleerd wordt. Daarbij benoem ik verontwaardigd welk voedsel ik tegenkom. Of ik poets ook mijn tanden en maak tegelijkertijd gekke geluiden. Dat resulteert vaak in een lachsalvo, wat best lastig is met een tandenborstel in je mond.
Je kunt je druk maken over rust, regelmaat en consequent zijn, maar ik vind voorspelbaarheid een stuk belangrijker. Ik zorg ervoor dat zij weet hoe ik op bepaald gedrag reageer, wat wel en niet mag en hoe de dag er ongeveer uit gaat zien. In welke volgorde we verder ons brood opeten lijkt me minder relevant. Ik merk dat ze prima op haar opvoeding gedijt. Inmiddels komt zij zelf ook steeds vaker met goedrare plannen. Of ze maakt met haar ondeugende ogen een grap waar ze keihard om moet lachen. Er is tijd en ruimte voor serieuze zaken en verdriet, maar uitdagend gedrag, dat vaak betekent dat ze even wat meer aandacht nodig heeft, kan vaak omgebogen worden met een flauwe grap.
We maken veel lachkilometers en dat doet ons goed. Kortom: doe gekke dingen met je kind. Omdat het kan.