Noek zit aan de tafel zijn geld te tellen. ‘Nog 5 euro,’ zegt hij, ‘dan heb ik 60 euro. En dan kan ik die speciale Pokémondoos uit Engeland bestellen.’ Ik bijt op mijn tong. Klaar om ‘Maar je zou toch sparen voor een nieuwe telefoon?’ te zeggen. Of, nog erger: ‘Dat is toch veel te veel geld voor een doos met kaarten?’
Geld is verdacht. En vies. En als je er te veel van hebt, met andere woorden: een stuk meer dan wij, dan ben je niet te vertrouwen. Een rijtjeshuis met een tuin, een auto voor de deur, ieder jaar op vakantie kunnen en sparen voor later. Dat zijn de overtuigingen over geld die ik heb meegekregen over geld van mijn eigen ouders. Ze werden niet altijd hardop uitgesproken, maar ze waren er wel.
Noek kan ontzettend genieten van mooie spullen. En van geld uitgeven. En hij leeft echt in het nu. Ergens weet hij wel dat hij nooit zo’n mooie telefoon als zijn broer kan kopen zolang hij niet spaart. Maar tegelijkertijd vindt hij dat niet belangrijk genoeg en dat vind ik lastig. Want wat als hij straks wel die telefoon wil en erachter komt dat het wel heel lang duurt voor je 150 euro bij elkaar hebt gespaard? Hoe ga ik dan met die teleurstelling om?
‘Geld komt naar me toe’, zegt hij
Noek maalt er niet om. ‘Geld komt naar me toe’, zegt hij. ‘Als ik het uitgeef, komt het sneller weer terug.’ En dat lijkt ook waar te zijn. Want hij heeft zijn Pokémondoos nog niet binnen, of er komt een nieuwe wens. Deze keer is het een nieuw zakmes. En ook de 15 euro die daarvoor nodig is, heeft hij zo binnen, want op de koningsdagmarkt ontpopt hij zich als een rasverkoper. Compleet met een gemeend ‘veel plezier met uw aankoop’ als afscheidsgroet.
En dan vliegt Roos om mijn nek. ‘Wil je die schoenen voor me bestellen? Ik heb het geld nu bij elkaar gespaard.’ Al sputter ik van binnen nog een beetje, toch klap ik de laptop open en laat haar me de weg wijzen in de geniale wereld van schoenen met wieltjes. Wat heerlijk dat mijn kinderen zorgeloos en mateloos kunnen genieten. Dat wil ik ook. En met een knoop in mijn maag, omdat ik voor mijn gevoel iets doe wat niet mag van mijn moeder, mail ik de camping in Frankrijk. Of we in plaats van twee weken, niet víer weken mogen komen deze zomer.