Kiind mag zich tegenwoordig een heuse dreumes noemen en is dus net als mijn zoontje de babyfase aan het ontgroeien. Een mijlpaal. Natuurlijk, wat vinden we het jammer dat het allemaal zo snel gaat, maar wat worden baby’s ineens leuk als ze echt een eigen karaktertje gaan ontwikkelen, als ze zelf ineens dingen kunnen, als ze reageren en communiceren.
In Nederland heb ik het idee dat mensen hun kind groot kijken
Ik hoor Nederlandse vrouwen vaak vertellen dat ze deze dreumesfase toch leuker vinden. Een baby is een baby, lief, schattig, maar ook veeleisend en met weinig respons. Dreumesen zijn nog steeds veeleisend, maar de natte kussen op je wang en warme handjes in je nek maken veel goed. Zoals iemand op Twitter zei; dreumesen zijn veel gezelliger vanwege de interactie. Roemeense vrouwen daarentegen hoor ik weer veel vaker vertellen dat het wel heel erg jammer is dat kinderen niet klein en schattig blijven. Kreeg ik toen mijn zoon net 3 maanden oud was veel reacties in de trant van “Leuk, nog heel veel tijd te gaan!”, nu reageren mensen ineens met “Jammer dat de tijd zo hard gaat hè?” En ja, dat is vreselijk jammer, maar wel beschouwd kun je van een kind van 1 jaar nog prima zeggen dat hij nog veel tijd te gaan heeft tot hij groot en volwassen is lijkt mij.
In Nederland heb ik soms het idee dat sommige mensen hun kind echt groot kijken, in Roemenië heb ik dat gevoel eerder andersom. Wanneer ik met mijn kind in de stralende zon ga wandelen in het park, dan ben ik, bij een temperatuur van 18 graden, vrijwel de enige ouder in het park die zijn dreumes niet in een superdik skipak heeft gehesen. Omdat ik niet denk dat koste wat het kost een verkoudheid voorkomen ook zal resulteren in een superieure weerstand tegen ziektes. En ik ben ook de enige die best een rondje lopen wil oefenen bij de speeltuin. Laatst waarschuwde iemand, dat als mijn kind dan zou vallen, dat het dan wel op zand zou vallen. Ik keek nog eens naar mijn zoon, die ik overigens met twee handen vast had en dacht, “Ik zou niet weten hoe hij anders moet leren wat zand is, dat het hard is en dat kriebelt tussen je vingers”. Niet dat ik nu bewust mijn kind tackel om hem kennis te laten maken met het fenomeen aarde, maar ik ben bereid het risico te nemen dat hij ooit eens over zijn eigen voet struikelt en een nieuwe vorm van kennis opdoet.
“Is het niet jammer dat hij je nu niet meer overal voor nodig heeft?” vroeg een collega aan mij. En ik moest het antwoord haar schuldig blijven. Want ik weet het niet. Wat was het heerlijk toen zijn hele wereld leek te bestaan uit alleen ons, zijn ouders. En hoe jammer dat hij niet meer de rust in zijn lijf heeft om heerlijk bij mij op de borst in slaap te vallen. Maar aan de andere kant, hoe geweldig is het om ineens mama genoemd te worden door je eigen kind, of een halve broodkorst te krijgen omdat hij met je wil delen. Ik heb genoten van die vorige fase, en ik geniet van deze. Ik wil eigenlijk helemaal niet kiezen.
Ongeacht welke fase je voorkeur heeft, groter groeien doen we uiteindelijk allemaal. Terwijl ik dit schrijf en Kiind.nl en mijn kind hun dreumes “zijn” onderzoeken, is een goede vriendin van mij hopelijk aan het bevallen van een kerngezonde baby. En tegen de tijd dat ook die baby officieel een dreumes is stuiteren Kiind en mijn zoon alweer vrolijk de peuterpuberteit in. Daarom bij deze alvast mijn eerste ouderlijke advies aan de bewuste vriendin; geniet, van iedere fase. Want een ding is zeker, eenmaal voorbij komt een fase niet meer terug.