Grijp minder in
Eva vertelt: ‘Ik kan het niet genoeg benadrukken: het liefst grijp je zo min mogelijk in. Als je ziet dat je kinderen er zelf niet uitkomen, dan kun je ze helpen. Kinderen hebben het nodig om te oefenen. Daar hebben ze dan eerst de ruimte voor nodig.
Ga dus eens wat vaker met je rug naar je kinderen toe zitten, letterlijk. Dan zie je niet alles en hoef je dus ook minder te doen. Of laat ze boven spelen, in een andere kamer, uit je zicht. Dan bied je hen meer kansen om zelfredzaam te zijn.’ Uit eigen ervaring weet Eva maar al te goed hoe uitdagend het kan zijn om je in te houden. Zelf zette ze een tijdlang de babyfoon aan, wanneer ze de kinderen samen in hun kamer liet spelen. Een paar keer per middag greep ze dan in, als ze verontrustende geluiden uit de babyfoon hoorde komen.
Eva: ‘Op een dag bleef het de hele middag zo lekker rustig. Ik dacht: wat het gaat het goed. Na afloop ontdekte ik dat de babyfoon uit stond. De kinderen bleken net zoveel ruzie gemaakt te hebben als anders, maar ze hadden het gewoon zelf opgelost.’
Zo zie je dat je misschien minder vaak nodig bent dan je denkt. Leerzaam!
Houd je doof voor onbeduidende ruzietjes en duik eens vaker in een lekkere Kiind magazine.
Geef ruimte
Kinderen hebben oefenruimte nodig. Wij willen zo graag dat er vrede en harmonie in huis is, maar kinderen zijn intussen aan het werk om te ontdekken waar hun eigen grenzen liggen, en die van de ander. En hoe je met al die grenzen omgaat.
Kinderen hebben oefenruimte nodig
Eva: ‘Met name moeders zijn sterker geneigd om in te grijpen als het fysiek wordt. Je wil je kleintje beschermen. Maar ze mogen dat best uitvogelen met elkaar. Je zou prima kunnen als stelregel mee kunnen geven: ‘Kinderen, ik wil geen bloed zien’. Zo geef je een kader en bied je de ruimte om kinderen onderling hun grenzen te leren kennen. Dit is een natuurlijk proces om te doorlopen, die ervaring ontnemen we kinderen onbedoeld al gauw.’
Kies geen partij
Een andere tip van Eva: ‘Let op, als je tussenbeide komt, met je benadering van de ruzie. Als volwassenen ingrijpen in een conflict nemen ze het vaak op voor de ‘zwakkere’ in hun ogen, en geven die extra ondersteuning. Dat is goed bedoeld, want je ziet dat bijvoorbeeld de jongste zijn eigen wensen nog niet goed kan verdedigen. Maar zo verzwak je de zwakkere eigenlijk nog meer. Je impliceert: ‘Jij kunt dit niet zonder mij’. Zo leren ze nog minder weerstand te bieden op eigen kracht. De rivaliteit onderling wordt bovendien door jouw toedoen nog groter.’
Kijk eens wat er gebeurt
Wat helpt dan wel, als je echt graag een kinderruzie begeleidt? Eva geeft aan: ’Probeer eens of je kunt beschrijven wat je waarneemt, zodat je je kinderen helpt om te zien wat jij ziet. Zeg niet meteen: ‘Stop, je doet hem pijn!’ Maar zeg: ‘Kijk eens naar het gezicht van je broer, zie je dat hij het niet fijn vindt.’ Zo help je je kinderen om empathie te ontwikkelen, en te gaan handelen op hun eigen kompas. Ze reageren overigens heus niet meteen empathisch. Dat is een proces van jaren. Maar dit is een vaardigheid die ze geleidelijk leren door dit telkens weer te kijken naar wat er gebeurt.
Ook voor jezelf is het heel handig om op jouw niveau te bekijken wat er nu écht gebeurt. Duiken de grote kinderen bovenop je kleintje? Je schrikt, het ziet er gevaarlijk uit, maar vraag je zelf steeds af: is er ook echt gevaar? Is er een probleem? Kan de zwakste in jouw ogen zich verweren? Wat is de reactie van ‘het slachtoffer’ bijvoorbeeld? Heeft die ook plezier in al die wildheid? Natuurlijk kijk je niet toe terwijl er gewonden vallen, maar vaak ziet het er ruiger uit dan het is.’
Geef erkenning
Als er ruzies zijn, kan het aan de oppervlakte een strijd om speelgoed zijn. Vaak gaat het ook om gedrag uit emoties: afreageren. Er is dan geruzie en gedoe over wie de beurt heeft, van wie iets is of noem maar op. Zo vertelt Eva: ‘Het lijkt vaak om iets tussen de kinderen te gaan, maar in werkelijkheid is er een behoefte of frustratie van één kind dat zich uit naar andere kinderen toe. Jouw ’conflicthantering’ heeft dan geen enkele zin. Je kind heeft behoefte aan erkenning van zijn gevoel. Kun je erkenning geven aan wat er achter het gedrag zit? De ‘dader’ kan zijn lastige emoties kwijt raken, als je daar juist ruimte aan geeft. Hierbij heb je meteen een mooie kans om je andere kind te laten oefenen met negeren.’
Eigenlijk best logisch. Ga je alleen maar in op het ongewenste gedrag, dan lost het niets op, en escaleert het eerder. Dat is olie op het vuur, terwijl je kind het nodig had om even stoom af te blazen. Al met al is het dus vooral goed dat je aanwezig bent, zonder dat je overal tussenin springt.
Fotografie: Nina Olivari
Meer leesvoer
Samen spelen, wat nou delen? | Eva Bronsveld
Temperamentvolle kinderen | Eva Bronsveld
Ferm | Tirza van Schie
https://kiind.nl/waarom-straf-niet-werkt-zelfs-nepstraf-niet/