Als aanstaande moeder kan de vraag ‘Kan ik borstvoeding geven?’ heel spannend zijn. Je hebt het immers nog nooit gedaan, dus wie zegt dat het straks zomaar gebeurt? Onze generatie, en ook die van daarvoor, ziet weinig voedende moeders in het wild. Daardoor is de vanzelfsprekendheid van borstvoeding geven kleiner geworden, en ja, dat maakt onzeker (dit is maar een van de vele factoren waardoor borstvoeding voor de moderne moeder een heel avontuur kan vormen, vol vragen en struikelblokken).
Je baby heeft van dit soort vertrouwensissues geen last. ‘Zou er na mijn geboorte wel iets te eten zijn?’ Je baby vraagt zich dit niet af. Die is één brok natuurlijk instinct. Elke baby is bij geboorte al uitgerust met een set survival-skills om U tegen te zeggen. Elke moeder ook trouwens. Alles in jullie beider systemen is erop gericht om deze missie tot een geweldig einde te brengen, alleen hebben wij in het leven al wat botsingen moeten doorstaan tussen oervertrouwen en de realiteit.
Je baby is bij geboorte uitgerust met een set survival-skills
Baby’s borstvoedinginstinct
Maar die baby dus. Laten we eens kijken wat die in huis heeft. Met een combinatie van reflexen die aanzetten tot beweging en het gebruik van de zintuigen vinden baby’s de borst helemaal zelf. Dit noemen we de breastcrawl of self-attachment. Niet voor niets heeft een baby in het eerste uur na zijn geboorte een wakkere alertheid. Bij een geboorte die verlopen is zonder medicatie, en waarbij de baby na de geboorte bij de moeder blijft, kun je dit wondertje meemaken.
Reflexen
Om te beginnen reflexen. Er zijn reflexen die dienen voor de eerste borstvoeding, zoals de loopreflex (bekijk dit filmpje over reflexen van pasgeborenen). Deze loopreflex is een onderdeel van de prachtige breastcrawl: een baby kan zelf, voetje voor voetje, de weg van je buik naar je borsten vinden. Met de beweging van de voetjes masseert je baby je buik, wat het loskomen van de placenta stimuleert. Met het hoofdje gaat je baby heen en weer over je lichaam, dat is de zoekreflex.
Zintuigen
Met al zijn zintuigen richt hij zich op de taak om de eerste voeding te krijgen. Via geur kan je baby de weg naar de tepel vinden. Je tepels ruiken hetzelfde als het vruchtwater, en die vertrouwde geur is je baby’s gids naar de borst. Daarom is het handig om vlak na de geboorte baby’s lijfje (en vooral de handjes) nog niet te wassen; de geur heeft hij nog nodig als herkenningstekens op zijn eerste speurtocht.
Ook door aandachtig te kijken en te luisteren ontdekt je baby aanwijzingen naar de juiste vindplaats. De wens die veel ouders hebben, om tijdens en na de geboorte gedimd licht en stilte in de kamer te houden, is dan ook heel slim. De baby kan zich zo goed concentreren op het horen van zijn moeders stem, en zich kijkend richten op mama’s ogen en tepels.
De tastzin – het contact van baby’s blote huid met jouw blote huid op weg van buik naar borst- draagt bovendien nog bij aan de aanmaak van oxytocine. Wat weer goed is voor de melkproductie en de hechting tussen jou en je baby.
Aanhappen
Is de borst eenmaal gevonden, dan spert je baby het mondje wijd open, hapt aan en begint te zuigen (dankzij de zuigreflex). Dat gaat het beste vanuit een natuurlijke houding van jullie allebei. Jij ligt ontspannen, en je baby beweegt actief naar de borst toe. Wanneer je baby en jij deze tijd kunnen nemen in het eerste uur, is de kans groot dat de borstvoeding soepel op gang komt. Dit noemen we ook wel biological nurturing. Zonder nadenken, maar juist met gebruik van al jullie aanwezige instincten, vinden jullie de weg.
Omdat we elke moeder een geslaagd borstvoedingsavontuur gunnen, kun je een online cursus doen om je op je gemak voor te bereiden op alle ins en outs van borst & baby. Bekijk het hier.
Fotografie Nina Olivari