Grote kans dat bij jou het speelgoed allemaal langs een kant staat: het keukentje naast de fiets, daarnaast de poppenspullen en dan de blokkenspullen. Lekker open, goed overzichtelijk. Toch blijkt dat kinderen lekkerder spelen in hoekjes. Het hoeven niet eens grote ruimtes te zijn: een ruimte van een meter bij een meter is bij kleine kinderen voldoende. Door het afsluiten ontstaat er meer rust; kinderen gaan minder door de kamer heen rennen, zijn geconcentreerder bezig en hebben zelf ook het gevoel in een andere ruimte te zijn en niet zo bekeken te worden.
STIMULEREN VAN DE FANTASIE
Zoiets simpels als het afbakenen van een ruimte kan al de suggestie van een huisje opwekken, waardoor kinderen al snel overgaan tot rollenspel. Door een hoek in te richten prikkel je de fantasie. Je kauwt niet alles voor, maar kinderen kunnen wel allerlei spelideeën krijgen als ze een eigen huisje hebben. Je geeft ze een basis van waaruit ze verder kunnen.
WAT LEEFT ER?
Als je kind een keukentje en een poppenwagen heeft, heb je al snel een hoek gemaakt. Als je banken hebt die haaks op elkaar staan, dan zit daar loze ruimte tussen. Zet het keukentje zo neer dat het als derde muur fungeert en houd een smalle opening. De poppenwagen staat met pop en tas klaar om te vertrekken. Vraag is nu: waar gaat je kind heen met die wagen? Antwoord: naar een tweede hoek natuurlijk! Die tweede hoek maakt het pas écht leuk. Je kind gebruikt het huisje dan als basis en kan op weg gaan naar hoek twee. Deze tweede hoek kan van alles zijn: een winkel, het postkantoor, de dokters- of tandartsenpraktijk, de school, de kinderboerderij of iets totaal anders.
Bedenk dat ‘het werk’ ook erg kan aansluiten op de belevingswereld (een vakterm voor: wattie kent ;-)). Als je zelf in een fabriek werkt, zal je kind een inpakhoek wellicht heel leuk vinden. En als je op een school werkt, vindt je kind het waarschijnlijk leuk om een schooltje te hebben. Kijk dus goed naar wat er leeft bij je kind. De tweede hoek kun je ook regelmatig veranderen: een winkel kan de ene keer een bakkerij zijn (met zelfgebakken broodjes), de volgende keer een boekwinkel en daarna een groenteboer.
INRICHTING EN MATERIALEN
Kinderen spelen graag dingen uit de grotemensenwereld: ze zijn je de hele dag aan het kopiëren en spelen graag met de pannen uit de keukenkast en de flessen uit de badkamer. Kies bij het maken van een hoek ook zoveel mogelijk voor echt: de speelgoedversie is leuk, maar de grotemensenversie is leuker. Metalen pannen in de keuken, echte tandenborstels en een mondspiegeltje voor bij de tandarts, enveloppen en een postzak voor het postkantoor en plantjes voor de bloemenwinkel. Een draadloze föhn voor de kapper en een echte kassa voor de winkel is helemaal geweldig zijn!
THEMA’S IN HUIS
Door het jaar heen spelen er allerlei thema’s: Sinterklaas komt op bezoek, Kerstmis nadert, en de seizoenen veranderen. Het is leuk om de tweede hoek aan te laten sluiten op wat er speelt op dat moment. Bedenk daarbij altijd: wat valt hier te spelen? Een lentehoek daagt niet echt uit tot spel, een bloemenwinkel des te meer. In de eerste kun je rondkijken of dansen, in de tweede kun je rollenspellen spelen. Een Sinterklaashoek is wat vaag, maar een Sinterklaasinpakhoek of de postkamer van de Sint nodigt echt uit tot spelen. Zo is ook ‘Kerstmis’ voor kinderen wat abstract, maar op een postkantoor is het rond kerst meestal erg druk!
WAT KORTE IDEEËN
Lente: bloemenwinkel
Zomer: de trein
Herfst: kabouterhuis
Winter: kerstpostkantoor of kerstwinkel
Sinterklaas: pakjeskamer, postkamer, de boot van Sinterklaas
SPULLETJES
Bloemenwinkel: Echte plantjes, zelfgemaakte bloemen en vazen, cadeaupapier en -lint, een tafel om boeketten op te schikken, kassa.
Trein op reis: Stoeltjes in een trein, treinkaartjes en een perforator om ze te knippen, fluitje, werkkleding en natuurlijk catering voor onderweg.
Kabouterhuis: Alles in het klein; ministoeltjes en een poppenserviesje, herfstige bomen om het huisje heen, kleine kabouters (of misschien zijn ze niet eens aanwezig, dan worden ze er bij gefantaseerd).
Postkantoor: Kaarten om te versieren, enveloppen, potloden, stempels, postzegels/stickers, etiketten, brievenbus, postzak, oude acceptgirokaarten en pasjes.
De boot van Sinterklaas: krukjes, een roer, de cadeautjes, pieten- en sinterklaaskleding.
Winkel: kassa, geld, oude pasjes, lege voedselverpakkingen, puntzakjes, rijst, rozijnen en pasta in lege glazen potjes.In een kerstwinkel kun je zelfgemaakte kerstboomversieringen verkopen, kerststol, kaarten en cadeautjes. Een boekwinkel verkoopt boeken, schriften en kaarten, een bakker zelfgemaakte broodjes en koeken.
Pakjeskamer: in de pakjeskamer van Sinterklaas liggen alle cadeautjes, cadeaupapier, scharen, cadeaulint, plakband en grote strikken.Een inpakhoek zoals in een fabriek bevat doosjes, doosjes en nog meer doosjes: klein en groot; brede tape, pennen, etiketten, stickers en allerhande formulieren om van alles op te schrijven, een scan-apparaat (bijvoorbeeld een oude afstandsbediening).
Dokter: een (echte) stethoscoop, verbandspullen die over datum zijn, spuitje, dokterskleding.
Tandarts: tandenborstels, mondspiegeltje, klein lampje om in de mond te kunnen kijken, mondkapje, een goede stoel, bank of tafel om op te liggen, verkleedkleding, een wachtkamer met boekjes.
School: schriften, potloden, pennen, gum, liniaal, een schrijfbord met krijtjes, klok.
Leuk hè? Succes!
Column: Behoeden voor gevaar of zelf laten ontdekken?
Mijn buik en hart schieten in een kramp, wanneer mijn driejarige dochter op haar loopfiets richting een steile heuvel crost. Haar blonde piekhaartjes wapperen door de wind, haar hemelsblauwe ogen staan wijd open en haar tongetje steekt een beetje uit. Ze is gefocust...