Sander Dekker, de man die verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van ons onderwijs. Wie kent hem niet? Ik wel in ieder geval. Kort geleden maakte onze staatssecretaris bekend dat er voor de toptalenten in ons onderwijs dingen moeten veranderen. Een hoop van-formeel-naar-Jip en Janneke-taalgebruik vloog over de tafel. Maar wat betekent het voor mij?
Ik ben Anne. 16 jaar geleden ben ik op de wereld gezet. Mijn ouders dachten nog een dochter zonder etiketten te hebben. Vier jaar later bleek dat ik niet zomaar Anne was, maar dat Anne ‘hoogbegaafd’ was. Nu, 16 jaar later, ben ik dat nog steeds, hoewel dat etikettengebeuren dubieus is.
Tegenwoordig denken veel mensen te weten wat hoogbegaafd is.
De Van Dale definitie van hoogbegaafd is: ‘uitzonderlijk intelligent’. Over intelligent zeggen ze ‘vlug van begrip’. Ik ben dus uitzonderlijk vlug van begrip. Of dit past bij het stereotype hoogbegaafd? Ik denk het niet. Waarschijnlijk heeft u bij hoogbegaafd het beeld van superslimme kinderen op een failliete Leonardoschool. Gymnasiasten die met vier vingers in hun neus negens aan het halen zijn. Of vijf-jarige jongetjes die de Rubik’s Cube in 15 seconden oplossen.
Voor mij is hoogbegaafdheid meer: een compleet ander systeem in de hersenen waardoor het zo goed als geheel onmogelijk is om normaal te functioneren in de maatschappij en ons schoolsysteem. Tegenwoordig denken veel mensen te weten wat hoogbegaafd is. Sander Dekker ook. We zijn zelfs ‘toptalenten’. Goed, misschien ben ik dat ook, maar Dekker heeft er in ieder geval wel een ander beeld bij. Het beeld van superslimme kinderen die met vier vingers in hun neus negens halen.
Die groep toptalenten moet meer uitdaging krijgen in het onderwijs. Hoge cijfers moeten beloond worden en leerlingen moeten meer de vrijheid krijgen om zelfstandig te werken. Mooie plannen, lijkt. Er komt zelfs extra geld vrij om toptalent te stimuleren: 29 miljoen. Een snelle rekensom leert dat dat ongeveer €30,- euro per leerling is. Voor dat geld kan nog geen eens een extra boek gekocht worden. Maar dat lumineuze bedrag gaat ons onderwijs veranderen!
Sander Dekker wil niet veel kwijt over de definitie toptalent. Ik vraag mij vooral af hoe scholen dit gaan aanpakken. Je moet toch de kinderen die toptalent zijn gaan herkennen. Anders weet je niet wie je wel en geen geld mag geven. Bovendien valt niet iedereen op als toptalent. De combinatie hoogbegaafd en hoge cijfers is vaak snel gemaakt. Toch herken ik mij hier niet in. Ik sluit me meer aan bij de zesjeshalende leerlingen.
Gymnasiasten die met vier vingers in hun neus negens halen.
Het is goed om te weten dat ik geen zesjes haal uit luiheid. Nee, achter dit gedrag zit een andere filosofie. Ik heb een hekel aan het naar school gaan en leren, ik wil het liefst zo snel mogelijk mijn diploma halen. Waarom zou ik dan heel veel moeite doen om een 8 te gaan halen, een 6 is al heel veel werk. Met een 5,5 voldoe ik gewoon aan de eisen voor een VWO-diploma. Ik ben dus tevreden met een zes. Bovendien kan ik in de tijd die ik hiermee bespaar een hoop andere nuttige dingen doen.
Terug naar de plannen van Dekker. Hoge cijfers moeten beloond worden, toptalenten moeten uitdagender onderwijs krijgen en de bovenlaag van het Nederlandse onderwijs gaat opgekrikt worden. Wil ik hiervoor in aanmerking komen, dan moet ik mij gaan etiketteren met het etiket hoogbegaafd en me daar ook naar gaan gedragen. Dat wil zeggen: achten halen, snel leren en veel interesse tonen in extra, al dan niet uitdagende, opdrachten. De ervaring heeft mij geleerd dat ik anders niet zal opvallen als hoogbegaafd en potentieel toptalent.
Gelukkig heb ik mazzel gehad. Een zekere school heeft mij de kans gegeven om op mijn manier toch alle kennis te verzamelen die ik nodig heb voor mijn diploma. Ik mag op mijn eigen tempo leren maar vooral leren op de manier die bij mij past. Nog een paar weken en ik hoop mijn laatste examens af te ronden, om daarna aan een studie te beginnen.