Het is lente en daarmee voor de meesten van ons een feest om naar buiten te gaan. Maar heeft jouw kind in voorjaar en zomer last van rode, jeukende ogen, een loopneus en veelvuldig niezen? En sta jij voortdurend met zakdoekjes en natte washandjes in de aanslag?
Grote kans dat het dan geen gewone verkoudheid is, maar hooikoorts – ook wel rhinitis genoemd. Een verwarrende term, want hooikoorts heeft weinig met hooi te maken. Het is een overgevoeligheid voor de pollenkorrels (stuifmeel) van windbestuivende planten of bomen.
Aanleg
Steeds meer kinderen hebben er last van. In ons land inmiddels zo’n 300.000 kinderen. Soms kan een dreumes al klachten ontwikkelen, maar meestal begint hooikoorts bij kinderen tussen de 7 en 15 jaar. Bij hooikoorts speelt erfelijke aanleg een rol, maar je kind kan ook overgevoelig zijn voor stoffen die voorkomen in zijn of haar omgeving. Als hooikoorts niet behandeld wordt kan dit leiden tot andere allergieën of op den duur zelfs tot de ontwikkeling van astma. Ook als jij en je partner geen (aanleg voor) hooikoorts hebben, kan je kind het toch krijgen.
Of de veranderingen in het milieu een rol spelen bij hooikoorts is niet bewezen, maar feit is wel dat er steeds meer prikkelende stoffen in ons milieu terechtkomen. Doordat wij tegen steeds meer dingen worden beschermd dankzij onze overmatig behoefte aan hygiëne wordt ons afweersysteem als het ware lui, en reageert het daardoor des te heftiger op plotselinge invloeden van buitenaf. Dit kunnen in de basis onschadelijke stoffen zijn.
Pollenseizoen
In de regel loopt het hooikoortsseizoen van eind januari tot eind augustus.
Maar de precieze start ervan kan per jaar verschillen. Bomen bloeien bijvoorbeeld al eerder in het seizoen dan grassen. Een kind met een allergie voor boompollen zal daarom ook eerder in het seizoen klachten ontwikkelen dan een kind met een allergie voor graspollen. Het kan zelfs zo zijn dat een kind er met tussenpozen een dag last van heeft en dat de klachten daarna weer voor een bepaalde periode afnemen.
Seizoensgebonden hooikoorts treedt op in de bloeitijd van bomen en grassen. Als je kind voor het eerst hooikoortsklachten heeft, is het in elk geval verstandig je huisarts te raadplegen. Bij kinderen is het lichaam immers nog in de groei. Het is dan extra belangrijk om te letten op de medicatie die ze krijgen toegewezen. Ook is het van belang vast te stellen of je kind allergisch is voor graspollen of boompollen, of eventueel voor allebei. Dit kan worden gedaan door middel van een allergietest, die je kunt aanvragen via je huisarts.
De belangrijkste veroorzakers van hooikoorts zijn berken, grassen en bijvoet. Berken bloeien al vroeg in het voorjaar en zorgen daarom voor de eerste verschijnselen van hooikoorts. De meeste grassen bloeien tussen mei en september. Het hoogtepunt van het grassenseizoen loopt van eind mei t/m eind juni. Bijvoet is een kruid dat je vooral vindt langs weg- en waterkanten of op braakliggend terrein. Soms kunnen er ook kruisreacties ontstaan, waardoor mensen met een bomenallergie last kunnen krijgen van allergische reacties als ze bijvoorbeeld vers fruit of sommige noten eten. Deze voedingsstoffen lijken namelijk erg op de allergenen van boompollen.
Behandelen
Het is verstandig al in het voorseizoen te starten met een beschermende behandeling tegen hooikoorts. Je kunt natuurlijk proberen mogelijke allergenen voor je kind te mijden. Maar je kind kan ook een allergievaccinatie krijgen, door het toedienen van antistoffen (antihistaminica), via injecties, tabletten of druppels. Hiermee kunnen de onderliggende symptomen worden aangepakt en die nemen daardoor in veel gevallen af. Een andere mogelijkheid is je kind ongevoelig te maken voor ‘zijn of haar pollen’. Deze behandeling heet hyposensibilisatie en wordt uigevoerd door een allergoloog. Nadeel: dit is vaak een langdurig traject.
Concentratie
Hooikoorts is geen levensbedreigende ziekte, maar hooikoortsklachten kunnen het dagelijks leven van je kind flink beïnvloeden. Als het lichaam vecht tegen de allergie(ën) legt dat behoorlijk beslag op de energie van je kind en vaak ook op zijn of haar nachtrust. Daardoor kan het bijvoorbeeld moeite hebben zich te concentreren en in bepaalde gevallen kan dit leiden tot schoolverzuim.
Op de hoogte blijven
De pollenkalender is een goede graadmeter om in de gaten te houden welke pollen op welk moment in het seizoen actief zijn. We kennen tegenwoordig ook het pollenweerbericht, waarin speciaal aandacht wordt besteed aan de pollenactiviteit en aan de weersvoorspellingen voor mensen met een allergie. Zo kan je kind zich op een regenachtige dag beter voelen, omdat de pollenactivieit dan wordt afgeremd. De lucht wordt op zo’n dag als het ware ‘schoongespoeld’. Op een zonnige dag met veel wind krijgen de pollen juist volop de kans zich te verspreiden. Op zo’n dag kunnen de klachten dan ook toenemen.
Een misschien wat schrale troost: de meeste mensen groeien op een bepaald moment over hun hooikoorts heen. Bij een derde van de gevallen is dat binnen 10 jaar.