‘Kijk, dit boek zit zo in elkaar: Elk woord dat er staat moet ook echt gelezen worden. Het maakt niet uit welk woord het is.’
We lezen een bijzonder boek, een boek zonder tekeningen. Met als toepasselijke titel ‘Het boek zonder tekeningen.’ Je zou denken dat het saai is voor mijn kleuter. Maar dat de voorlezer alles (ALLES) moet voorlezen wat er staat, want zo zijn de regels bij een boek, leidt al snel tot hilariteit. Er staan namelijk allemaal rare woorden. En ik moet lezen dat ik een aapje ben. Ik raak steeds meer verontwaardigd.
Wat een plezier geeft het om mezelf belachelijk te maken
Mijn verontwaardiging en andere reacties kosten me trouwens geen moeite. Ze zijn in kleinere letters onder de grootgeletterde voorleestekst gezet. Zo helpt de letterzetter me op het juiste moment NADRUK te leggen en op andere plekken zo te lezen dat het lijkt of ik tegen mezelf praat.
Wat een plezier geeft het om mezelf belachelijk te maken. En mijn kinderen daarmee te laten gieren en brullen. Het lijkt wel een powergame in boekvorm. Ideaal dus voor op reis: gegarandeerd een auto vol geschater. Dat breekt de lange rit. Of voor op een regenachtige druildag.
Na drie keer lezen heeft mijn zoon er nog geen genoeg van. Gelukkig is het bedtijd. Want ik heb heus niet, zoals het boek me laat beweren, een NIJLPAARD als enige vriend!
B.J. Novak, Het boek zonder tekeningen, Lannoo (2015)
Wil je het de auteur zelf zien en horen lezen? In het Engels? Kijk hier!
(Je ziet dat hij de kinderen de woorden laat zien – ongetwijfeld goed voor hun leesvaardigheid ofzo.)