‘Chimpanzee’ leek zo’n goede keuze. Een documentaire over een familie chimpansees in het regenwoud. Baby-chimpansee Oscar groeit op en leert klimmen, mieren eten, noten kraken en zijn eigen bedje van takken maken. Prachtige beelden, fijn om naar te kijken. Maar dan, we zijn nog geen twintig minuten op weg in de film, gebeurt het onvermijdelijke: er is een andere chimpanseefamilie die het territorium van de familie van Oscar wil inpikken. Spannende muziek, suggestieve montage van apen die gemeen naar elkaar lijken te kijken en iedereen zit op het puntje van zijn stoel. Loopt dit wel goed af?
Het goede overwint altijd
Zelfs een prachtige natuurdocumentaire kan blijkbaar niet zonder zorgvuldig opgebouwde spanning, een strijd tussen twee kampen en een onzekere afloop. De kinderen genieten er niet minder van, ze weten eigenlijk niet beter. De meeste films kennen grotendeels dezelfde verhaalopbouw:
• Er is een beginsituatie waarin alles relatief vredig is
• Dan komt er een gebeurtenis die alles op zijn kop zet
• Vervolgens proberen de hoofdpersonages de orde te herstellen
• Dit mondt uit in een spannende climax
• Uiteindelijk is de vrede weer teruggekeerd
Deze verhaalopbouw is zo oud als de wereld zelf. Al in de oudste overgeleverde verhalen en mythen vinden we de opbouw terug en Aristoteles schreef hem zo’n 350 jaar voor Christus voor het eerst op. Het is een opbouw die het gemakkelijk maakt verhalen te onthouden en door te vertellen. En natuurlijk vinden wij het fijn om naar dit soort verhalen te luisteren: een spannende strijd tussen twee partijen, meestal goed en kwaad, een ongewisse uitkomst, maar meestal overwint het goede toch. Wat wil je nog meer?
De opkomst van de onverwachte held
In de vorige eeuw heeft de Amerikaanse filmindustrie, met Disney als belangrijke speler, deze verhaalopbouw geperfectioneerd. Een belangrijk extra element in de opbouw is de opkomst van de held. Hij of zij zal aan het einde van de film de beslissende slag leveren met het kwaad, maar aan het begin van de film lijkt dat zeer onwaarschijnlijk. De held is aan het begin van de film namelijk nog helemaal geen held. Maar bijvoorbeeld een klein hertje, zoals in Bambi, of een gammele robot, zoals in Wall-E. Gedurende de film zal de held in wording van alles moeten leren, tegenslagen overwinnen, verliefd worden, zodat hij uiteindelijk volwassen en wijs zal weten hoe hij ‘het grote probleem’ van de film kan overwinnen. Dit levert prachtige films op, zoals Bambi en Wall-E, maar ook De leeuwenkoning, Hoe tem je een draak en Monsters en co.
De meeste films kennen grotendeels dezelfde verhaalopbouw
Het lijkt er op, zeker in de kinderfilms, dat dit nog de enige manier van verhalenvertellen is. Er is altijd sprake van tegenstellingen, strijd en spanning. Of de film zich nou in de ruimte, op de savanne of op het schoolplein afspeelt. En altijd is het de onverwachte, wat sullige jongen die uiteindelijk de redder van de dag wordt. Want het loopt natuurlijk wel goed af, voor de held dan.
Veel vakmanschap, maar waar is de conflictloze film?
Er zijn veel films die met veel vakmanschap en liefde een goed en origineel verhaal vertellen. De Wallace en Gromit-films zijn daar een goed voorbeeld van. Uitvinder Wallace en zijn slimme hond Gromit beleven keer op keer een machtig avontuur, strijden tegen kwade machten, zoals een pinguïnmeesterdief of een robothond, maar overwinnen gelukkig wel weer. En dat in fantastische klei-animaties.
Maar hoeveel ik hier ook van geniet; ik verlang inmiddels naar films waar een keertje niet gestreden wordt en waar geen conflict is. Het lijkt me zo heerlijk om met de kinderen naar de bioscoop te gaan en een keer niet te hoeven zeggen ‘dat het allemaal wel goed komt, want het is maar een film’. Gewoon een film die heerlijk voortkabbelt, met mooie beelden, een fijn verhaal en zonder veel drama.
Rust en verwondering in het bos van Totoro
Maar zou dat dan niet vreselijk saai zijn? Heeft een film niet juist die verhaalstructuur, ontwikkeling van de held en het visuele spektakel nodig om überhaupt te kunnen boeien? Als jij en je kinderen dat denken, dan nodig ik je uit om My Neighbour Totoro te gaan kijken, want uit die film blijkt dat als je spanning en spektakel vervangt door de menselijke maat en verwondering, je daarvoor een heel ander soort film terugkrijgt.
My Neighbour Totoro is een Japanse tekenfilm waarin nu een keertje geen pratende dieren, monsters of auto’s voorkomen, maar gewoon twee zusjes. Hun moeder ligt een tijdje in het ziekenhuis en met hun vader verhuizen ze naar het platteland. Daar verwonderen ze zich over de natuur, maar leren ze ook het bovennatuurlijke boswezen Totoro kennen. Rustige beelden, veel groen en natuur, fijne muziek en gewoon een familie met hun dagelijkse beslommeringen. Aangenaam herkenbaar. Zelfs de kennismaking en vriendschap met Totoro verlopen vanzelfsprekend. De kinderen zien hem en nemen aan dat hij bestaat. Niéts spannende muziek en dramatische spanningsopbouw! En op het eind wordt het wel eventjes spannend, omdat het jongste zusje kwijt is, maar gelukkig springen Totoro en zijn ‘kattenbus’ dan te hulp.
Maar er zijn vast meer van dit soort voortkabbelende, oogstrelende films, die ons zonder overheersende conflicten toch weten te boeien. Ken jij er één?
Cinekid, het kinderfilmfestival van Nederland is een tip! Elk jaar in/rond de herfstvakantie op locaties door heel Nederland.