Het plafond van onze benedenverdieping is half groen en half wit, dit is trouwens al een paar maanden zo. De bedoeling is dat hij op den duur helemaal wit wordt maar tegen de tijd dat de tweede helft ook wit is gesaust is de eerste helft vast al weer aan de beurt.
Eigenlijk moet onze badkamer ook helemaal vernieuwd worden. De olijfgroene tegeltjes met het bruine bloemmotief stammen nog uit de jaren 70 en het bad en de wasbak zijn bijpassend groen. Het lijkt een setting uit ‘Toen was geluk heel gewoon’.
En dan de zolder. Ooit moet hier een grote slaapkamer komen. Of misschien wel twee kleintjes. We waren al begonnen met slopen en hij is al helemaal gestript! Maar verder zijn we niet gekomen, want we gingen op vakantie.
En zo is er meer, veel meer. Klussen. Ze komen hier maar niet af.
Af en toe kom je dan bij mensen waar het allemaal perfect is. Alle meubels passen mooi bij elkaar en het is netjes in huis. De plinten zitten overal tegen de muur en ook alle kabeltjes zijn weggewerkt. En niet alleen beneden is het tiptop in orde, maar ook boven ziet het er uit om door een ringetje te halen. De meisjes slapen in roze prinsessenkamers met echte make-uptafeltjes en een jongensbed lijkt op een hut of een auto en soms hebben ze zelfs een eigen tv!
Als ik dat dan zie denk ik aan onze zolder, daar zouden we ook zoiets moois van kunnen maken. Een prachtige kamer voor onze oudste dochter met een hoogslaper en een heerlijke ruimte om lekker te knutselen. Of een kamer voor onze jongste dochter die gek is op boeken met een mooie boekenkast of een legohoek waar ze uren samen kunnen spelen. Wat zou het dan ook beneden in een keer een stuk netter zijn als die boeken, knutselspullen en lego de kamer uit zijn. Dan zou ik een heel klein stapje dichter bij een echt showroomhuis zijn.
Nu slapen mijn dochters samen in een tweepersoonsbed dat op een heel klein kamertje staat. Door het bed staat de kamer al vol en er kan geen make-upkastje of wat dan ook meer bij. Op een schap staan wat boeken en aan de muur hangen hun zelfgemaakte tekeningen. Niks geen sjiek de friemel. Zou het niet fijn zijn als ze wat meer ruimte hadden? Als we de zolder zouden opknappen en zij zouden daar kunnen slapen, dan kan ons zoontje op den duur op dat kleine kamertje liggen in plaats van bij ons in bed.
Het lijkt een setting uit ‘Toen was geluk heel gewoon’
En terwijl ik mezelf erger aan het feit dat hier nooit eens iets af komt, kijk ik naar mijn plafond. Toch best apart, dat groen en wit. En in het donker valt het niet eens echt op. Ik begin met het opruimen van de rotzooi van vandaag. Ik haal de knutselspullen van tafel en leg ze in de kast. De lego raap ik van de grond en gooi het in de kisten. Ik realiseer me dat het vandaag wel weer heel gezellig was zo beneden met de kinderen.
Samen met mijn zoontje loop ik de trap op. We duiken nog even samen in het retrobad voor we gaan slapen. Als we uit bad komen loop ik langs het kleine kamertje en hoor mijn dochters smoezen in bed. Ik loop stiekem naar de deur en luister even naar het verhaal dat mijn oudste dochter mijn jongste vertelt: over een aapje dat in een draak verandert. Mijn jongste dochter is gek op verhalen en luistert aandachtig. Ze hebben het gezellig samen in dat grote bed. Een grijns verschijnt op mijn gezicht en ik kruip lekker met mijn zoontje in ons bed. Hij kruipt dicht tegen me aan en valt in slaap, heerlijk knus. En dan weet ik het ineens: volgende zomer geven we al ons geld weer uit aan de vakantie!