Knuffelen, vasthouden, een aai over de bol of borstvoeding geven: het aanraken van je baby is niet alleen prettig voor je kind, het is zelfs heel belangrijk. Niet voor niets adviseert het WHO om met pasgeboren baby’s zoveel mogelijk huid-op-huidcontact te hebben. Maar wist je ook dat lichaamscontact met je kind de structuur van zijn of haar hersenen beïnvloedt?
Stresshormoon
Als je net geboren bent is de wereld een grote onbekende plek. Reden genoeg om af en toe onzeker te zijn. In de hersenen van je kind gaat er dan een soort alarm af. Met als meest duidelijke signaal voor de ouders natuurlijk het huilen. Behalve dit huilen gebeurt er nog veel meer in het lichaam van je baby; zo komt er bijvoorbeeld het stresshormoon cortisol vrij. Dit hormoon zorgt voor een hogere hartslag en snellere ademhaling.
Op zichzelf hoeven dit helemaal geen schadelijke processen te zijn. Een baby die op tijd getroost wordt zal niets overhouden aan die paar traantjes. Maar als een baby langere tijd blijft huilen stijgt het cortisolniveau. Het is moeilijk te zeggen wat in deze context een langere tijd genoemd mag worden, maar in het algemeen kun je stellen dat hoe langer een baby stress ervaart, hoe meer cortisol er vrijkomt. Afhankelijk van de hoeveelheid kan dit hormoon nog uren later teruggevonden worden in de hersenen. Extreem veel cortisol kan de hersenen beschadigen.
Oxytocine helpt baby’s om rustiger te worden, hun temperatuur op peil te houden, de hartslag laag te houden, de suikerstofwisseling evenwichtig te houden en om zich veilig te voelen
Knuffelhormoon
Bij het troosten van je kind komen er ook hormonen vrij. Een van de meest opvallende daarvan is oxytocine. Oxytocine komt vrij bij lichaamscontact, zowel bij volwassenen als kinderen, bij mannen en bij vrouwen. Oxytocine heeft allerlei bijnamen, zoals het bevallingshormoon, het borstvoedingshormoon (oxytocine helpt bij de toeschietreflex maar zit ook in de moedermelk zelf), het knuffelhormoon, het mama-hormoon, of het liefdeshormoon. Dat komt doordat dit hormoon bij al die processen een belangrijke rol speelt. Oxytocine helpt baby’s om rustiger te worden, hun temperatuur op peil te houden, de hartslag laag te houden, de suikerstofwisseling evenwichtig te houden en om zich veilig te voelen. En het helpt bij de hechting.
Dat oxytocine ook bij volwassenen tegen stress en pijn helpt is iets wat we eigenlijk allemaal wel weten. Want hoe fijn is het om een knuffel van je partner of goede vriend(in) te krijgen als je even niet zo lekker in je vel zit? En dat oxytocine helpt bij de hechting is eigenlijk ook heel logisch. Bij volwassenen werkt het immers niet anders. Aanraken, zoenen of seks: hoe leuker we iemand vinden, hoe meer behoefte we krijgen aan lichaamscontact. En hoe meer lichaamscontact we hebben met iemand, hoe fijner we het vervolgens dan weer hebben met die persoon.
Zo kun je ook via lichaamscontact een band met je kind opbouwen. Martine vertelt: “Ondanks dat Eva een heel lief meisje was (en is) hebben we het de eerste tijd best moeilijk gehad. Ik zat er doorheen. Toen ze ongeveer 11 weken oud was ontdekte ik dat ik iets miste. Ik werd daar onzeker van, ging me schuldig voelen. En toen heb ik een stap gezet om de schade te herstellen, de relatie te verbeteren. Ik ben iedere middag, als Lucas in bed lag, samen met haar een middagdutje gaan doen. Samen onder de deken, buik tegen buik, borst in haar mond en al knuffelend en drinkend samen in slaap vallen. En de band groeide. We werden sterker, we begrepen elkaar beter.”
Hersenontwikkeling
Lichaamscontact heeft dus een positief effect op je kleintje. En de gevolgen daarvan zijn misschien wel veel langer merkbaar dan je zelf zou denken. Kinderen die al van jongs af aan veel oxytocine – en dus weinig cortisol – aanmaken, blijken ook op latere leeftijd meer oxytocine aan te maken als gevolg van aanrakingen. Ook kunnen ze beter met stress omgaan. Baby’s bij wie het cortisolniveau echter vaak te hoog is, hebben ook later vaker last van stress, als gevolg van een overactief stresssysteem. Deze kinderen zijn minder goed in staat om zichzelf te troosten of troost te halen uit lichaamscontact. Dit heeft nadelige gevolgen voor hun immuunsysteem en verstandelijke vermogens. Bij volwassenen kan dit tevens leiden tot slaapstoornissen, depressies, angststoornissen en andere stressgerelateerde ziektes. Onderzoek bij weeskinderen die als baby veel persoonlijke aandacht tekort waren gekomen wijst uit dat deze kinderen ook als kleuter minder oxytocine aanmaakten bij lichaamscontact dan kinderen die wel vanaf hun geboorte veel aandacht hadden gekregen. Ander onderzoek toont aan dat kinderen die in de eerste jaren effectief getroost worden, op latere leeftijd minder cortisol aanmaken bij milde stress, zelfs als ze huilen. En er wordt zelfs onderzocht in hoeverre het toedienen van oxytocine bij kinderen met autistische stoornissen helpt bij het maken van contact en het tonen van sociaal gedrag.
Lichaamscontact bevordert dus de hersenontwikkeling. En dit is extra belangrijk in de eerste levensjaren van je kind want negentig procent van de hersengroei vindt plaats in de eerste vijfjaar en tachtig procent zelfs al in het eerste jaar!
Het is moeilijk om te zeggen hoeveel lichaamscontact een kind nodig heeft. Daar is nog veel onderzoek voor nodig en bovendien is het lastig om een onderscheid te maken tussen de kwaliteit en kwantiteit. Wel is duidelijk dat adviezen die erop gericht zijn om baby’s al op zeer jonge leeftijd te laten huilen met als doel dat de baby zo zal leren om zichzelf te troosten dus niet lijken te kloppen. Dit kan zelfs averechts werken. Als het gaat om de hersenontwikkeling van je kind is er in ieder geval niet zoiets als teveel troosten of teveel lichaamscontact. Weer een extra reden om je kind een knuffel te geven. Als je die extra reden al nodig had.
Bronnen
Rachel Verweij en Hedwig van Bakel | Hongeren naar huidcontact
Mieke Zijlmans | Knuffelhormonen – Mieke Zijlmans via VPRO Noorderlicht (helaas niet meer online beschikbaar)
New Scientist Vertaling | Kan weeënopwekker oxytocine psychische stoornissen genezen?
Wikipedia | Oxytocine