De overeenkomsten tussen de tekeningen van mijn jongste zoon en die van mijn oudste zoon op dezelfde leeftijd zijn geen toeval. Kinderen blijken een universele ‘taal’ te hebben waar het beeldende expressie betreft. Een taal die landsgrenzen, culturen en tijdsbestek overschrijdt. Zelfs in de grotten van Rouffignac zijn 13,000 jaar oude kindertekeningen gevonden die parallellen vertonen met de hedendaagse tekenontwikkeling (Davis, 2011).
Aan het einde van de week heb ik steeds een hele stapel tekeningen. Een deel ervan komt op het prikbord te hangen, een ander deel gaat in de ‘bewaarmap’ en er sneuvelt een aantal. Die gaan bij het oud papier. Maar wat bewaar ik nou eigenlijk?
Vroege Fase: de ontdekking van een ‘ik’
De eerste keer dat een kind een potlood ter hand neemt lijkt het geheel willekeurig te gaan tekenen. Zonder zeil of placemat wordt je tafel vrolijk meegetekend. Het is de Vroege Fase, de ‘krabbelfase’ die tot ongeveer het derde levensjaar duurt. Deze fase wordt gekenmerkt door lijn, ritme en beweging. De op en neer gaande en wervelende beweging zien we bij ieder beginnend tekenaar terug. Waar er eerst geen begin en einde aan te ontdekken was ontstaat er langzaam maar zeker een cirkel. Een vanuit het kind getekende ‘oer’- werveling komt tot stilstand in het midden van de cirkel. Er komt een kern.
Langzaam maar zeker gaat het kind zijn best doen om de cirkel rond te maken en hem af te sluiten. Deze fase wordt gekenmerkt door het naar binnen keren. Een blik richten op zichzelf. Bij het kind ontstaat er een Ik-bewustzijn waarvoor de cirkel symbool staat.
Middelste Fase: de ontdekking van zijn omgeving
We belanden aan bij de Middelste Fase die tot ongeveer het vijfde levensjaar zal duren. De cirkel wordt uitgebreid met een accent. Kinderen tekenen er een stip, een kruis of een kleine cirkel in. Het kind tekent zichzelf. Het wil zijn omgeving gaan verkennen en langzaam maar zeker zullen er streepjes getekend worden die de wanden van de cirkel doorkruisen. Het zijn de zintuigen die als zonnestralen de wereld in reiken en weer terugkeren. Onterecht gaan veel volwassenen ervan uit dat het kind een zon tekent. Na zijn Ik-ontdekking in de Vroege Fase gaat het nu zijn omgeving ontdekken.
Niet langer domineert het ritmisch-motorische aspect de tekenvormen van het kind maar er komt nu een nieuwe dimensie bij. Dat van de beleving; de emotie. Op basis daarvan kan het kind nu bewust voor kleuren kiezen.
Latere Fase: vertellend tekenen
De Latere Fase gaat tot ongeveer het 7de levensjaar. Het is de fase waar de blik van binnen naar buiten toegaat. Zijn psyche en motoriek zijn dusver ontwikkelt dat het illustratief kan gaan voorstellen. De tekeningen worden vertellend. Daar waar voorheen de verschillende illustraties nog vrij op het vel werden getekend met zwevende figuren wordt er nu een ordening aangebracht in de tekening.
Opvallend is dat er verschillende bewustzijnsniveaus waar te nemen zijn. Die van het fysiek waarneembare alsmede van de beleving. Ze kunnen naast elkaar op het tekenvel komen te staan, totaal anders getekend zijn maar toch hetzelfde uitbeelden. De illustraties waar het kind het grootste belang aan hecht krijgen het meeste aandacht. Zo kan het zijn dat bepaalde beelden heel groot getekend worden, diverse keren herhaald worden of meer details krijgen. Dit is geen gebrek aan het in perspectief kunnen tekenen maar een onbewuste voorstelling van waar het kind het meeste mee bezig is.
Open boek
De tekeningen van je kind vertellen je veel over zijn ontwikkeling. Niet langer is mijn dreumes aan het krabbelen en krassen maar zet hij een stap in de richting van zijn Ik-bewustzijn. Niet langer zie ik willekeurige stippen op het tekenvel ontstaan maar mijn peuter die druk is met tellen en ritme. Non-verbaal zijn mijn mannen een open boek. Met deze kennis op zak verslind ik de stapels tekeningen als een spannende roman en kan ik niet wachten op het volgende verhaal.
Tekeningen vertellen veel over de ontwikkeling van je kind
Ontwikkeling veel voorkomende beelden:
Stip: In de Vroege Fase is het tekenen van een stip het begin van de Ik-bewuste tekeningen. De stip wordt zorgvuldig geplaatst. Stippen worden ook vaak getekend wanneer het kind bezig is met tellen. In die betekenis is het een voorbeeld van ritmisch tekenen.
Kruis: In de Vroege Fase ontstaan de horizontale en de verticale lijn. Het representeert het ‘staan in de ruimte’. Het kind is aan het balanceren. Wanneer hij zijn evenwicht heeft gevonden staat het rechtop. Hij tekent een kruis. Het kruis staat tevens symbool voor het actief ingaan tegen een situatie. Het verlangen om een situatie te ontgroeien wordt gesymboliseerd door een spiraal.
Mens: Al in de Vroege Fase ontstaat het eerste mens-motief. De werveling die tot rust komt in de kern is die van de embryonale omhulling. Erna ontstaat een cirkel op een stok.
In de Middelste Fase gaat de cirkel op de stok ‘landen’. De ‘koppoter’ of ‘kopvoeter’ genaamd. Later krijgt het voeten. Vaak met een krachtige ronde vorm. De armen zijn vaak buitenproportioneel lang en aan de handen zitten tentakels (voelsprieten). Later ontstaat er een romp die eruit kan zien als een ladder. Het zijn wervelkolommen en ribbenkasten op papier. Het kind ervaart zijn lichamelijke groeiproces.
Huis: De omhulling, de werveling rondom het ‘ik’ is de vroegste vorm van het huis die al in de Vroege Fase waarneembaar is. In de Middelste Fase wordt het huis steeds rechthoekiger en krijgt het meer details. De muren zijn doorgebroken. Je kunt als het ware door de muur naar binnen kijken.
Ladder/Traliewerk: Het traliewerk dient zich ook aan in de Middelste Fase. Niet te verwarren met de ladder als skeletvorm. Het kind plaatst zich nu achter de ladder of het traliewerk. Er is nu een Ik-bewustzijn en het kind kijkt nu door zijn vensters naar buiten. Angst kan zich nu aandienen. Niet langer zijn dingen gewoon zoals ze zijn maar kan het kind ze gaan beschouwen en krijgt daar gevoelens bij.
Bewaartip: Maak foto’s van de tekeningen en andere kunstwerken van je kind en druk ze jaarlijks af in een fotoboek. Zo blijven zelfs de meest kwetsbare werken (met verf, blaadjes, wol, zand) mooi bewaard!
Bronnen:
Strauss, M. ((1978). Kindertekeningen. De beeldende taal van het kleine kind. Rotterdam: Christofoor
Davis, C. (30-11-2011). Stone-age toddlers had art lessons, study says: Research on Dordogne cave art shows children learned to finger-paint in paleolithic age, approximately 13,000 years ago. The Guardian.
Kindertekeningen analyseren. Civas Opleidingen
Nina Neeltje is pedagogisch medewerker, blogger en moeder van twee jongens.