Kinderen leren van nature. Wat kunnen wij als ouders doen om onze kinderen zo min mogelijk te hinderen in hun eigen weg? Drees ontdekt 4 manieren om onze kinderen zo veel mogelijk eigen speelruimte (in de brede zin van het woord) te geven. Ze schrijft er uitgebreid over in editie WILD van Kiind. Hier een voorproefje.
Peter Gray spoort ons in Free to learn aan om trustful parents (vertrouwensvolle ouders) te worden. Tom Hodgkinson (the Idle Parent) pleit voor lui ouderschap. In beide gevallen geef je je kinderen verantwoordelijkheid over hun eigen proces. Het tegenovergestelde van een curling ouder of een helikopterouder. Hoe word je een trustful parent?
Stap 1: heroverweeg welke waarden je belangrijk vindt
Wil je dat je kinderen creatief, weldenkend, initiatiefrijk, verantwoordelijk, vrij, integer en/of vriendelijk worden? Houd dat in je achterhoofd als je peuterzoon zelf zijn kleren uit wil kiezen. Of als je dochtertje haar broek kapot scheurt als ze over een muurtje klimt.
Stap 2: laat het idee los dat jij de toekomst van je kinderen kunt maken of breken
Misschien ken je het prachtige gedicht ‘Je kinderen zijn je kinderen niet’ van de kunstenaar Khalil Gibran. Hij zegt daarin tegen alle ouders: ‘Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weg geschoten.’ Het gaat over loslaten, en over vooruit kijken. Dat kinderen verder gaan dan hun ouders. Wij zijn als het ware het (hopelijk sterke) uitgangspunt. Kinderen bepalen hun eigen koers, en dat doen ze door zelf te vliegen, en niet als wij telkens proberen het stuur over te nemen.
Stap 3: creëer een veilige plek
Een veilige plek voor kinderen betekent onder meer een plek waarin ze vrij kunnen spelen, zonder dat ze het idee hebben dat ze daar in beperkt worden. Voor sommige (oudere) kinderen is een computerspel de enige plek waar ze die ruimte krijgen. Hoe groter de kinderen, hoe meer vrijheid, mentaal en fysiek, ze nodig hebben. Logisch. Maar probeer ook kleine kinderen zelf te laten ontdekken waar de grenzen liggen.
Stap 4 (zelf bedacht): projecteer je eigen jeugd niet op die van je kinderen
Bedenk waarom je iets doet. Wil je dat je kind op tijd leert fietsen, omdat je zelf werd gepest omdat je op je zesde nog op een driewieler reed (zoals ik)? Of is hij er echt klaar voor? Vind je het belangrijk dat je peuter met vriendjes afspreekt omdat je bang bent dat hij zich anders later alleen gaat voelen? Of wil hij het zelf graag? Laat je liever leiden door vertrouwen (in jouw kind) dan angst (die, kort door de bocht, waarschijnlijk uit jouw jeugd komt). Bevrijd je innerlijke jager-verzamelaar. Je kind verdient het.
Dit is een fragment uit ‘Leren als een holbewoner’. Het complete artikel lees je in de fonkelnieuwe Kiind, editie WILD. Nu te koop, op papier en als e-book.
Beeld: Brechje Hoornstra