De visie van Montessori gaat verder dan alleen onderwijs. Ook thuis kun je jouw kind veel aanbieden in montessori-stijl. We nemen een kijkje in het gezin van Nouska. Zij geeft haar kinderen zoveel mogelijk aansluiting bij hun ontwikkeling van elk moment.
Hoe werkt dat, montessori thuis?
Nouska: ’Montessori helpt bij stapjes naar zelfstandigheid op een haalbare manier. Als een kind ergens mee bezig is, haak je daar op aan en bied je actief iets aan waarmee je kind dan vooruit kan. Intussen is het kind wel aan zet. Je schept de mogelijkheden, zonder je kind de ontwikkeling op te dringen. Praktisch: we hebben een grote open kast met al het speelgoed, waardoor de kinderen steeds zelf hun spel kunnen kiezen. Zonder hulp te moeten vragen kunnen ze hun gang gaan.
Ook in het eten en drinken bieden we ze veel om zelf te regelen wat ze willen. Vaak heb ik op het aanrecht allerlei snacks staan, die mijn kleuter dan voor zichzelf kan pakken. Tijdens de maaltijd gebruiken we houten borden en drinken ze uit glas, ook de jongste, van een jaar oud. Ik vind het belangrijk dat ze zelf hun water mogen inschenken en zelf mogen oefenen met snijden. En natuurlijk valt zo’n glas weleens om, maar ze leren hoe ze die materialen kunnen hanteren. De drinkflesjes die ik ze voor onderweg geef, vliegen standaard door de auto.’
Lees ook over de behoefte aan lanterfanten
Worden je kinderen makkelijk zelfstandig?
‘Daar lijkt het wel op. Soms lijkt het juist langzaam te gaan. Zo hadden we op een gegeven moment voor onze oudste een fiets geregeld. Die zetten we in de tuin, zodat hij zelf kon kiezen om er iets mee te doen. Tijdenlang koos hij steevast zijn loopfietsje, en wilde totaal niet beginnen aan de grote fiets met trappers. Ik vroeg er weleens naar, maar niks hoor! Op een dag was hij zover. En fietste hij bij wijze van spreken meteen weg.
Zindelijkheid; hetzelfde verhaal. We bieden het aan, zetten het potje neer en laten ze snappen hoe ze het kunnen gebruiken, maar leggen geen druk op een prestatie. Het vraagt van jou als ouder je verwachting los te laten over hoe en wanneer iets hoort te gebeuren. De ontwikkeling kan dan heel snel gaan, terwijl de aanloop soms lang duurt.
We zien dit patroon ook bij het slapen. Sowieso hebben we een familiebed, wat wij ervaren als gemakkelijk. Er is altijd plek genoeg voor iedereen om te slapen, en de kinderen hebben ieder nog een bed waar ze zelf in en uit kunnen. Geen ledikant met spijlen, de kinderen kunnen zelf naar ons toe komen of naar hun eigen bed gaan naar behoefte. Overigens staat montessori voor het zelf in slaap vallen van kinderen, wat wij juist niet doen. We blijven ook bij de oudste tot hij lekker naast hun vader of mij in slaap valt.’
Ontdek wat je leuk vindt
‘We vinden het belangrijk dat onze kinderen weten wat er in hun hart leeft en dat je dat kunt volgen. Regulier onderwijs richt zich op gemiddelden, maar hoe leer je wat echt bij jou hoort, waar jouw vuurtje van gaat branden? Ontdek wat je leuk vindt, dan kun je dat verder ontwikkelen. Zo leer je ook heel snel, als je jezelf voedt met dingen die je fijn vindt in het leven.
Natuurlijk horen er ook dingen bij die je niet zo leuk vindt. Maar blijf aandacht houden voor de basis: ‘Voelt dit goed?’ Wat zegt je intuïtie, raak het contact met jezelf niet kwijt, daar gaat het om. Ik heb mijn oergevoel zelf eigenlijk sinds ik moeder ben weer ontdekt. Hoe mooi is het als je dit niet eerst verliest tijdens het opgroeien?’
Heel goed kijken naar je kind
Kinderen gaan door zoveel fases heen, vertelt Nouska. ‘Ik kijk het liefste naar de behoefte achter het gedrag. Zo willen ze met het verschonen op een gegeven moment niet meer liggend aangekleed worden. Dan kun je dat oplossen door je kind te dwingen of af te leiden. Je kunt ook je eigen gedrag aanpassen. Kun je je kind staand aankleden? Het past bij hun leeftijdsfase om meer actief te zijn. Ik kijk of ik op die behoefte kan aansluiten, in plaats van vast te houden aan mijn gewoontes.
Zo is mijn jongste nu in een fase waarin ze wil klimmen. Dat verbied ik niet. Wel heb ik een paar gevaarlijke stoelen weggehaald, omdat ze nog te wankel is om daar veilig op te klimmen. Ik leg dan juist wat items neer waar ze wél op kan klimmen, zoals een wobbel. Ik zie ook fases waarin de kinderen veel willen gooien. Dan faciliteer ik die behoefte door een mand neer te zetten met allerlei materialen waarmee ze heerlijk kunnen gooien. De behoefte om lukraak met breekbare dingen te gooien verdwijnt dan. Het hoeft zo geen strijd te worden.’
Kinderen zijn gevoelig voor ‘echte’ dingen
In de tuin hebben we een modderkeukentje. Een plank met een soort gootsteen, en allerlei keukengerei. Als je speelt met hout, steen, emaille en ijzer, geeft dat een andere beleving dan spelen met plastic. Verschillende materialen geven ieder een eigen gevoel. De zwaarte, het geluid als het tegen elkaar komt. Kinderen zijn heus wel gevoelig voor ’echte’ dingen: ze groeien ervan wanneer wij hen serieus nemen en ze met echte pannen en pollepels hun gang laten gaan. Kinderen dragen graag bij aan ons leven. Hun zelfvertrouwen kan groeien wanneer wij hen ook de kans geven om te helpen met groente snijden, met opruimen en andere dingen in het leven.’
Fotografie Lisa Joy