Er wordt veel gezegd en geschreven over wat ADHD precies is. Sommigen (zoals vooraanstaand klinisch psycholoog, kinder- en adolescentenpsycholoog en neuropsycholoog Russel Barkley) noemen het een psychiatrische stoornis en tonen aan dat bepaalde breinnetwerken niet goed werken bij mensen met de diagnose ADHD. Dr. Laura Batstra laat, evenals een groeiende groep ouders en professionals, een fors tegengeluid horen. Van haar hand verscheen vorig jaar een boek met de titel: ‘Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen.’ Ze brengt ADHD terug tot wat het volgens haar in de kern is; een set van gedragskenmerken die we ADHD noemen. Ze voert krachtig bewijs aan waarom ADHD niet gezien mag worden als een neurologische stoornis, ofwel een stoornis in de hersenen. Ook houdt ze een pleidooi voor het verruimen van onze grenzen voor wat we zien als ‘normaal’ gedrag.
Bewust geen aandacht voor de oorzaak
In de begeleiding die ik bied probeer ik me zoveel mogelijk buiten de discussie over de oorzaak van ADHD te houden. Ook op discussies en vragen over het al dan niet gebruiken van medicatie ga ik liever niet in. Ik ben namelijk geen arts, ik ben een gedragswetenschapper. Ik houd me vooral bezig met welk gedrag al dan niet bijdraagt aan het leerproces van kinderen met ADHD en hun ouders. Vragen als: ‘Bij hoeveel kernmerken en in welke mate dient de diagnose te worden vastgesteld?’, of ‘Is ADHD wel of niet aantoonbaar in de hersenen?’, of ‘Wordt ADHD overgediagnosticeerd of juist ondergediagnosticeerd?’ kun je beter aan een arts stellen.
Ik leef en werk samen met Arno, een man van 31 jaar met ADHD. Dagelijks word ik omringd met verrassende situaties. Vaak zijn deze leuk en inspirerend, regelmatig ook moeilijk en confronterend. Zijn ADHD ‘an sich’ zie ik niet als oorzaak, maar wel de grote verschillen in onze karakters en voorkeursgedragingen. Deze bredere kijk op ADHD benut ik in mijn werk met ouders van kinderen met ADHD. Zo wordt straffen en belonen iets onnodigs en het kennen, herkennen en aangeven van je eigen grenzen en wensen cruciaal.
Een tik tegen mijn billen
Enige tijd geleden kwam ik voor een uitdagende situatie met een kind met ADHD te staan. Zijn naam is Gijs en hij is acht jaar. In dit gezin – dat bestaat uit zijn moeder en hijzelf – bestaat de begeleiding uit een tweewekelijks gesprek met moeder en een activiteit met hem. Ik geef hem de keuze in wat we doen en dit keer waren we naar een speeltuin geweest. Op de terugweg naar huis, die we te voet aflegden, kreeg ik een flinke tik tegen mijn billen nadat ik kenbaar had gemaakt dat ik thuis niet ook nog een spelletje met hem zou spelen. ‘Hé!’ riep ik, vanuit een mengelmoes van schrik en verbazing. Weldra zag ik zijn hand nogmaals aanstalten maken om naar mijn billen te gaan. Ik pakte zijn pols. ‘Wat denk jij wel niet?!’ riep ik.
Gijs keek me aan en viel even stil
Toen werd ik wakker. Wakker uit de waan van mijn verdedigingsmechanisme, me beseffende dat ik precies de reactie gaf die hij verwachtte, die hij gewend is van de opvoeders om hem heen. Ze worden boos. Dit was wel het laatste wat ik wilde doen; met een vorm van machtsvertoon mijn grenzen bewaken. Tegelijkertijd wilde ik niet tegen mijn billen geslagen worden, dus zei ik hem: ‘Gijs, je laat me schrikken als je dat doet. Ik wil niet dat je aan mijn billen zit, dan voel ik me onveilig.’ Gijs keek me aan, viel even stil en zei toen: ‘Oh oké… kom we gaan verder!’
Samen een stap voorwaarts
Dit was een enorme stap voorwaarts. Voor Gijs: hij stopte relatief snel met het gedrag dat ik als grensoverschrijdend ervoer, maar ook voor mij: ik herpakte mezelf binnen een acute situatie en gaf alsnog op een respectvolle wijze mijn grenzen aan. Ik weet dat ik niet hoef te verwachten dat Gijs binnen afzienbare tijd dit soort strategieën om zijn zin te krijgen, achterwege zal laten.Naarmate zijn opvoeders assertiever worden in het aangeven van hun grenzen, zal hij deze steeds meer gaan respecteren. Het assertief en empathisch aangeven van je persoonlijke grenzen heeft – meestal – niet direct effect, maar het heeft zeker invloed op een diepere laag: de relatie met het kind. De relatie die ik heb met Gijs was voor hem de grootste motivatie om zijn gedrag bij te sturen. Hij heeft het goed met me voor, maar zijn impulsiviteit, sensatiedrang en zijn eerdere succeservaringen om op een agressieve wijze zijn zin te krijgen, gaan weleens met hem op de loop.
Lastig gedrag voorkomen
Ouders vragen me: is er nou niets wat ik kan doen dat voorkomt dat mijn kind nog eens zo hard schreeuwt dat ze het drie huizen verder horen? Gaten in de deuren trapt? Zijn zusje slaat?
Ik heb de remedie tegen dit soort gedrag nog niet ontdekt. Wat ik wel keer op keer ervaar is dat hoe respectvoller het gedrag van ouders naar hun kind is, hoe beter de relatie tussen hen wordt. Het kind neemt verantwoordelijkheid voor zijn gedrag, op het moment dat ouders ophouden met hem deze te ontnemen. Dit betekent: stoppen met straffen en belonen en starten met het aangeven van wensen en grenzen. Zoals voor alle kinderen geldt, met of zonder ADHD.
Aandacht voor de ander en jezelf
Binnen mijn (werk)relatie met Arno wordt er continu aandacht gevraagd voor de manier waarop wij met elkaar omgaan, voor onze wijze van communiceren, van samenzijn. Zo komt Arno met gemak met een enthousiast verhaal mijn werkkamer binnenstormen, als we nog geen vijf minuten eerder een heftige confrontatie hebben gehad. Ook presteert hij het om midden in de nacht tenminste vijf keer hetzelfde uitgebreide verslag te doen over de misgelopen eerste prijs voor het schermtoernooi waar hij aan deelnam.
Wanneer ik niet bewust aanwezig ben in dit soort situaties, ontstaat er in een mum van tijd een conflict. Keer op keer blijkt echter dat ik vooral aandacht aan mezelf dien te schenken. Het ontwikkelen van mijn zelfinzicht, helpt me om mijn grenzen en wensen steeds beter te kennen en herkennen en zo weet ik wat ik kan doen in situaties die ik als frustrerend, moeilijk of uitdagend ervaar. Soms is dat iets richting Arno, maar veel vaker betekent het dat ik mijn eigen grenzen, achilleshiel of onzekerheid dien te onderzoeken. Zo geef ik hem dus aan dat ik nog even ruimte nodig heb om tot mezelf te komen na een ruzie en dat ik graag de volgende dag naar hem luister en de voorkeur geef aan slapen midden in de nacht.
Ik ontmoet ouders met kinderen die door hen als druk, lastig, ongeconcentreerd, agressief en impulsief worden ervaren. Gedrag dat als hinderlijk wordt ervaren, vraagt altijd om een dialoog tussen de persoon die dit ervaart en degene die het gedrag vertoont. Er bestaat niet zoiets als ‘goed’ of ‘slecht’ gedrag, er is enkel gedrag dat al dan niet de grenzen van een bepaald persoon overschrijdt of als wenselijk wordt ervaren.
Kwaliteiten van ADHD
Naast dat ik met ouders kijk hoe zij hun gedrag in uitdagende situaties kunnen veranderen en daarmee het gedrag van hun kind kunnen beïnvloeden, geef ik ook veel aandacht aan de kwaliteiten die veel kinderen met de diagnose ADHD of met ADHD-kenmerken, bezitten. Opvallend is vaak hun creativiteit, lef, ondernemingszin, innemendheid en energie. Ook zijn ze meestal niet lang boos, kunnen ze gemakkelijk schakelen en bezitten ze een enorme flexibiliteit.
Samen zoeken we naar mogelijkheden om het kind niet alleen binnen de gezinssituatie, maar ook daarbuiten zoveel mogelijk gelegenheid te bieden om hun kwaliteiten de ruimte te geven. Het resultaat: het kind en zijn ouders genieten samen meer van wat eenieder te bieden heeft en hun samenzijn.
Het ‘anders zijn’ van kinderen met ADHD kun je beschouwen als iets wat bijgestuurd dient te worden. Ik zie het liever als iets dat je kan helpen om je bewust te worden van wie je bent, waar je voor staat en hoe jij je gedraagt. Het vraagt moed om het gedrag van kinderen met ADHD niet los te zien van jezelf. Durf jij deze confrontatie aan?
Meer lezen?
ADHD – De complete gids voor kinderen en volwassenen | Thom Hartmann | ISBN 9789064452581
Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen | Laura Batstra | ISBN 9789057123443
Anne van Hees is onderwijskundige en begeleidt mensen met ADHD.
https://kiind.nl/relatie-voeding-adhd
https://kiind.nl/article648/