Zeg voddenbal/uitvreter/nozem (kan niet kiezen), weet je nog van vroeger toen je zelf klein was en buiten speelde? Ken je de spelletjes nog? En je ouders, wat deden zij? Je wil toch niet zeggen dat je ze vergeten bent hè? Nee, dat zou echt jammer zijn. Want het is jouw taak om onderstaande spelletjes weer aan je eigen schobbejakken en hun kornuiten te leren. Dus haal herinneringen op bij onderstaande tekst en ga de straat op voor een les in spelletjes van vroeger. En om het allemaal ook nog eens leerzaam te maken leren we je meteen wat Oud-Hollandse scheldwoorden omdat die gewoon veel leuker zijn.
Hinkelen
Hinkelen is niet moeilijk! Je laat een lillikerd een hinkelpad op de stoep tekenen met stoepkrijt. Twaalf vakken met cijfers erin van 1 tot 12. Hierna zoeken alle horken en hangebroeken een eigen steentje en proberen om de beurt het op de een te gooien. De Hork hinkelt dan naar de een en weer terug zonder de lijntjes te raken. Op deze manier dient het hele pad uitgehinkeld te worden. De hork hangebroek of lillikerd die als eerste de 12 bereikt, heeft gewonnen.
Annemaria Koekoek
Een vlerk (Annemaria Koekoek) staat tegen de muur, alle andere vlerken staan op een grote afstand van de muur af. De vlerk die tegen de muur staat begint Annemaria Koekoek te zeggen. Wanneer hij ‘koekoek’ roept en zich weer omdraait, moeten alle andere vlerken stokstijf stil staan. Wie beweegt is af en moet terug naar de startplaats. Dit gaat zo door. De vlerk die als eerst de muur bereikt is de nieuwe Annemaria.
Boompje verwisselen
Er is een Jan Jurk tikker en een aantal Jan Doedels zijn de spelers. De Jan Doedels krijgen als beginpunt een boom toegewezen. De Jan Jurk staat in het midden van de bomen en moet de Jan Doedels nu gaan tikken wanneer ze los zijn van de boom. Als de Jan Jurk ‘Wissel!’ roept moeten de Jan Doedels onderling van boom verwisselen. Op het moment dat je de boom los laat, mag je niet meer terug rennen. De Jan Jurk moet proberen een nieuwe tikker aan te tikken.
Al het gespuis doet mee
Schipper mag ik overvaren?
In het speelveld staat al het gespuis en geteisem aan een kant op rij. De schipper staat tegenover hen en kijkt hen aan. Het gespuis en geteisem zingt het liedje: ‘Schipper mag ik overvaren, ja of nee, en moet ik dan nog geld betalen, ja of nee?’ De schipper mag antwoorden met ‘ja’ of ‘nee’. Als de schipper ‘nee’ zegt, mag het gespuis en geteisem gewoon naar de overkant rennen, maar wanneer de schipper ‘ja’ zegt, moeten ze naar de overkant op de manier zoals de schipper het voor doet. Dit kan zijn door op handen en voeten te lopen of door te hinkelen. De schipper zal proberen het gespuis en geteisem te tikken en wie getikt is is de nieuwe schipper.
Busjekruit
Dit spel is een soort verstoppertje en wordt gespeeld met een bal. De bal wordt eerst door een geinponem weggeschopt waarna er een kinkel achteraan loopt om de bal weer op te halen. Zaak is dat de geinponem de bal een goeie trap geeft omdat al het addergebroed dat meedoet, zich in de tijd dat de kinkel de bal haalt, moet verstoppen. Als de kinkel terug is, legt hij de bal weer neer en gaat het addergebroed en de geinponem zoeken. De bal is de buut. Maar wanneer de geinponem of het addergebroed de bal eerder bereikt dan de kinkel mogen ze deze wegschoppen en is iedereen vrij om opnieuw te verstoppen. De kinkel is pas geen zoeker meer als hij iedereen heeft gebuut!
Elastieken
Voor dit spel heb je een lang elastiek nodig van ongeveer 3 à 4 meter. Je legt er een knoop in en twee belhamels gaan met het elastiek om hun benen er tegenover elkaar in staan. Vervolgens komt er een boeventronie bij die een bepaald setje oefeningen met het elastiek doet. Als het setje gehaald is gaat het elastiek steeds hoger en als de boeventronie af is, is er een belhamel aan de beurt. Wie haalt als eerst de top?
Stoepranden
Bij dit spel gaan de twee spelers (de brulboei en de builenkop) beiden aan een kant van de straat op de stoep staan. Ze moeten proberen met de bal de stoeprand aan de overkant te raken. Wanneer de brulboei de stoeprand van de builenkop raakt en de bal komt terug heeft hij 1 punt. Maar wanneer de bal omhoog stuitert en de builenkop vangt hem, dan raakt de brulboei zijn punten kwijt. Creatieve brulboeien en builenkoppen breiden uit en geven 10 punten als er iemand over een fietser heen gooit en de stoep raakt. Er zijn vele mogelijkheden.
Portemonneetje trekken
Het laatste ‘spel’ en misschien ook wel de leukste en populairste onder het schorriemorrie blijft het portemonneetje trekken. Zoek een oude portemonnee op en vul hem goed. Doe er een visdraad aan en gooi hem op straat. Het schorriemorrie zelf kruipt ergens in de struiken. Bij de eerste de beste flierefluiter of domme gans die de portemonnee op wil rapen, geeft het schorriemorrie een ruk aan het visdraad. Whaahaaaaa! Mis! Gegarandeerd lachen!
Dit spelletje heb ik pas geleden nog met mijn dochters gedaan en wat hebben we een schik gehad!
Dus griebus, goochemerd, gepeupel; Het weer wordt langzaam beter, de straat op met die blagen!