Weet je nog hoe het was om een stageperiode te hebben? Of de eerste werkdag? Alles is nieuw en alles komt tegelijk binnen. Psycholoog Femke van Rozendaal over de relatie tussen een stageperiode en de babytijd.
Terug in de tijd: jouw eerste stageperiode
Verplaats je eens terug naar die eerste stageperiode, of je eerste dag bij een nieuwe werkgever en ga eens even na hoe dat ook al weer was. Je doet je best om alle nieuwe gezichten te onthouden, te onthouden hoe de printer en de koffieautomaat werken, welke afkortingen er worden gebruikt, wat jouw rol gaat worden in het bedrijf en noem maar op. Je probeert te integreren met je nieuwe collega’s, erbij te horen, gerespecteerd te worden, zowel in sociaal opzicht als in je vak. Waarschijnlijk houden je nieuwe collega’s best aardig rekening met jou als nieuweling en word je goed op weg geholpen. Waarschijnlijk doe jij ook extra je best. Overdag gaat het ook prima met jou, voel je je goed, ben je leuk en gezellig. ’s Avonds thuis is dat waarschijnlijk een heel ander verhaal. Dan ben je moe, is je energie op en heb je een kort lontje. De mensen in je directe omgeving moeten het ontgelden. Je wilt rust aan je hoofd en het liefst zonder al veel te poespas bankhangen: afschakelen en alle opgedane prikkels verwerken. Die vermoeiende eerste periode duurt een tijdje en daarna is alles weer gewoon.
Je baby’s stageperiode
Je baby heeft ook een soort stageperiode. Maar dan op aarde. Hij is negen maanden gewend geweest aan een begrensde, warme omgeving zonder zwaartekracht. Als hij zijn beentjes of armpjes bewoog, floepten zijn ledematen niet alle kanten uit, maar veerden lekker terug en door het ontbreken van zwaartekracht kon hij ze veel gerichter bewegen dan buiten je buik. Ook de temperatuur buiten de buik is echt wennen voor hem. Waar hij in je buik lekker op temperatuur werd gehouden, moet hij dat nu zelf doen. Een gevoel van honger en dorst was er in je buik niet. Geluiden en licht waren prettig gedempt. Het rustgevend en koesterend gevoel van voortdurende omhelzing en nabijheid van mama was er steeds.
Al die dingen vallen weg na zijn geboorte. De ruimte is opeens grenzeloos (herken je die spartelende houterig bewegende armpjes?). Hij moet zich laten horen voor een voeding. Hij kent opeens een gevoel van een lege maag, een volle of soms zelfs te volle maag. Wat moet hij veel zelf doen!
Prikkels
En dat is het nog niet alleen, hij krijgt ook met veel meer prikkels te maken die veel rechtstreekser bij hem binnenkomen. Van kriebelende kleertjes, tot harde geluiden, felle lichten, sterke geuren en grote bewegingen. Een onderzoeker heeft eens geturfd hoe vaak een moeder en baby in het ziekenhuis worden gestoord. Dat bleek maar liefst gemiddeld 54 keer te zijn tussen 8.00u en 20.00u.
Ook thuis zijn er veel prikkels te verwerken. Een huis met verschillende ruimtes, verschillende temperaturen en geluiden. Visite. Ritjes in de wandelwagen naar de supermarkt. De geluiden die je baby dan hoort, de mensen die belangstellend in de wandelwagen kijken, de kleuren en beelden die voorbij flitsen. Het zenuwstelstel van je baby is nog onrijp en dat zorgt ervoor dat hij nog niet in staat is om alle prikkels goed te verwerken. Zijn informatieverwerking kost tijd, want élke prikkel levert nieuwe informatie op. Dat gaat hij in de loop van het eerste jaar steeds beter en sneller kunnen. Maar tot die tijd: het is intensief om net geboren te zijn!
Het tempo van je baby, of hoe snel kan jij je tong uitsteken?
Overdag merk je meestal niet zoveel van de tijdrovende informatieverwerking van je baby. Na zo’n prikkelarme nacht, met meestal wat meer slaap dan overdag en alleen wat knuffels en voedingen in het donker, kan je baby er weer een hele tijd tegen. ’s Avonds zijn de meeste baby’s onrustig van alle prikkels van de dag. Alle indrukken die hij heeft opgedaan, moet hij verwerken. Dat doet hij in een veel trager tempo dan dat wij dat doen. Hij is geboren met ongeveer 25% van de hersenmassa die wij als volwassenen hebben. Daarmee moet hij het doen. Sneller is niet mogelijk. Dat is voor ons, gewend als we zijn aan grote snelheden, wennen! We leven in een tijd van snel-sneller-snelst. Bestellingen willen we snel bezorgd hebben, een pagina moet snel laden, anders klikken we weg, 5G-netwerk komt eraan, wij zijn gewend, misschien wel verslaafd geraakt aan snelheid en voortdurende prikkels. Voor je baby werkt dat niet zo. Hij is een evolutionair wondertje, geen technologisch wondertje.
Spiegelen
Je ziet het verschil in informatieverwerking heel mooi als je een spelletje ‘spiegelen’ doet met je baby. Als je rustig je tong een paar keer uitsteekt naar je baby en dan even pauze houdt, zul je –als je baby er zin in heeft- zien dat hij datzelfde terug gaat doen. In dit filmpje zie je heel mooi hoe de pasgeboren Xavier aandachtig zijn papa bestudeert, goed kijkt wat hij doet, en het vervolgens zelf gaat kopieëren. Het vraagt echt aandacht en concentratie van het mannetje om het na te doen. Hoe ouder je baby wordt, hoe sneller hij informatie verwerkt. Als je je tong uitsteekt naar een kleuter, hoef je dat maar één keer te doen om direct een uitgestoken tong terug te krijgen. Tegen de tijd dat je baby een kleuter is, hoeft hij er niet meer over na te denken ;-). Zover is het nog niet! Voorlopig gaat je baby nog in een traag tempo alle indrukken van die dag verwerken. Je zou van minder moe worden!
Chillen
Wat een baby helpt, is een heel rustig avondprogramma. Een avondje bankhangen baby-style. Lekker dicht bij papa of mama, huid-op-huid-contact en knuffelen maar. En meestal komen er veel clustervoedingen aan het eind van de dag. Daar kun je gewoon aan toegeven. Lees hier waarom clustervoedingen zo handig zijn. Bijtanken in zijn meest letterlijke vorm!