Samen slapen, een thema omgeven door angst en onduidelijkheid. Christel Rengers stak voor Kiind haar licht op bij een expert: lactatiekundige Marianne Vanderveen-Kolkena, vertaler van James McKenna’s ‘Slapen met je baby’.
SLAAP JIJ ALLEEN?
Slaap jij met je partner samen? En waarom dan precies? Dan kom je algauw op redenen als ‘gezellig’, ‘voor de warmte’, ‘prettig’ en ‘een geborgen gevoel’. Op de vraag of je eventueel alleen zou kunnen slapen, zul je instemmend knikken, al vind je het wel minder fijn. In tegenstelling tot baby’s, zo leert lactatiekundige Marianne Vanderveen-Kolkena ons in haar lezingen, weten wij gelukkig dat onze partner niet helemaal weg is als we alleen slapen. Wij weten dat onze partner er bij het ontwaken gewoon weer is. Baby’s kunnen zich daar nog geen voorstelling van maken. Is mama er nog wel? Komt ze nog terug? En wanneer dan precies? Baby’s hebben daarom heel veel behoefte aan nabijheid en aan de veiligheid die dat met zich meebrengt. Naast andere dingen biedt samen slapen die veiligheid.
Lees ook: 5 keer veilig samen slapen volgens McKenna.
SAMEN SLAPEN EN DE JUISTE TERMINOLOGIE
Er zijn verschillende termen waar het gaat om samen slapen die vaak door elkaar worden gebruikt. Marianne zet ze voor de duidelijkheid voor ons op een rij. Co-sleeping (in het Nederlands ‘samen slapen’) is de vorm waarbij ouders en kind op zintuiglijke afstand van elkaar slapen. Bij rooming-in ligt de baby in een eigen bed bij de ouders op de kamer. Bij bed sharing (of bedding-in) ligt je kindje bij jou in bed. Een cosleeper is een soort tussenvorm: de baby heeft een eigen slaapoppervlak, maar ligt toch direct naast (meestal) mama. Van cobedding, ten slotte, spreekt men wanneer twee kinderen van dezelfde leeftijd in één bed slapen; dit gebeurt meestal bij tweelingen.
Gratis minicursus borstvoeding
Tips om boobytraps te voorkomen
Tijdens het samen slapen werkt de ouder voor de baby als een stimulans om te blijven ademen
WAARSCHUWEN IN PLAATS VAN VOORLICHTEN
Samen slapen is in onze cultuur nogal controversieel, vertelt Marianne. Vooral tegen bedding-in wordt continu gewaarschuwd. Veel ouders herkennen dit wel vanuit de omgeving. Sommigen kiezen er daarom voor om niet iedereen te vertellen dat ze samen slapen. Veelgehoorde waarschuwingen zijn: wiegendood, je baby platdrukken of verstikking onder de deken. Marianne noemt dit ook wel het ‘spelen van de dode-babykaart’, want de grootste angst van elke ouder is het verliezen van hun kindje. Door te stellen dat jij op je baby kunt gaan liggen wanneer je samen in een bed slaapt klinkt het overigens meer als chantage dan een waarschuwing. Het schrikt ouders af en ze krijgen niets aangereikt waarmee ze afgewogen keuzes kunnen maken.
Het blijkt dat de meeste baby’s die sterven in de wieg liggen, ondanks alle veiligheidstips over spijlafstand en beddengoed. Desondanks wordt je baby te slapen leggen in een wieg niet afgeraden, maar van veiligheidsinformatie voorzien. Het is daarbij opvallend dat er over bedding-in vrijwel geen veiligheidstips vanuit de overheid worden gegeven. Belangrijk is, zo zegt Marianne, om de terminologie goed te gebruiken. Het overlijden van een kindje heet wiegendood wanneer er geen oorzaak wordt gevonden voor het overlijden. Verstikking is een oorzaak en is dus geen wiegendood. Terwijl je tegen wiegendood niets kunt doen, kan dat wel met verstikking, namelijk door je slaapomgeving en je bed veilig te maken. https://www.youtube.com/embed/XCZzzqFkyiU?feature=oembed
ZINTUIGELIJKE PRIKKELS VAN DE OUDERS VOOR DE BABY
Samen slapen vergroot onder andere juist de veiligheid doordat baby’s hun adem afstemmen op die van hun verzorgers. Ze worden namelijk geboren met een onrijp ademhalingssysteem. Tijdens het samen slapen werkt de ouder voor de baby als een stimulans om te blijven ademen. Dat gebeurt onder andere doordat de ouder kucht, beweegt en zelf ademhaalt. Deze zintuiglijke prikkels kan een baby ook krijgen wanneer de ouders in dezelfde kamer slapen als de baby. Het samen in één bed slapen voegt aan de geluiden bovendien nog voelen en ruiken toe.
Hoe vind je als nieuwbakken ouders nu de goed onderbouwde informatie? De grote informatiestroom kan je als ouders immers knap onzeker maken. Het maken van keuzes is uiteindelijk altijd de verantwoordelijkheid van de ouders. Vaak wordt dan aangeraden om naar je intuïtie te luisteren. Dat is enerzijds een goed idee en anderzijds heel moeilijk, want het onderscheid tussen je intuïtie en dat wat je vanuit je culturele omgeving hoort, is soms nauwelijks te maken. Wat is nu waar? En wat past ten aanzien van het nachtelijk ouderschap bij de visie die je overdag hanteert? Dit is een aspect waarin ouders zelf hun weg moeten zien te vinden.
SAMEN SLAPEN VOOR BABY’S HERSENS
Wat denk je dat de hersencapaciteit is van een pasgeboren baby? Uitgaande van een totaal van 100% is dat slechts 25% bij een op tijd geboren baby. Er wordt daarom ook wel gesproken over een intra-uteriene zwangerschap van negen maanden, waaraan je eigenlijk nog een extra-uteriene zwangerschap van nog eens negen maanden zou moeten toevoegen. In dat licht bekeken klinkt het een stuk logischer om je baby bij je te dragen ter vervanging van de baarmoeder en borstvoeding op verzoek te geven ter vervanging van de placenta.
Bij de geboorte zijn de primaire overlevingsfuncties wel zo goed als klaar. Hieronder verstaan we het aangeven van honger en pijn. Qua hersenontwikkeling houdt dit in dat de amygdala en het limbisch systeem al wel ontwikkeld zijn, maar de neocortex, het analytische deel van het brein, nog onrijp is. En wat stimuleert de ontwikkeling van de neocortex? Een gevoel van veiligheid. En laat veiligheid nou net nodig zijn om goed te kunnen slapen. In essentie is slapen een biologische functie; je hoeft dus niet te ‘leren’ slapen zoals je andere dingen moet leren. Je kunt het slaapproces wel gemakkelijk verstoren. Door bijvoorbeeld zorgen en stress kun je minder goed in slaap komen. Onveiligheid speelt hierin een belangrijke rol. Dit geldt voor zowel volwassenen als voor kinderen.
STRESS!
Het veilige gevoel zorgt ervoor dat kinderen zo heerlijk slapen in de draagdoek. Ze kunnen zich in alle veiligheid overgeven aan de slaap, zelfs ondanks de omgevingsgeluiden. Onze huid is het grootste orgaan, en huid-op-huidcontact zorgt voor stressregulatie, groei en het ontwikkelen en rijpen van lichaamssystemen. Zoals hersengroei. Is er sprake van stress, huilen en onrust die langdurig aanhouden, dan schakelt het lichaam over op overlevingsfuncties. Het hormoon cortisol gaat omhoog en groeiprocessen raken verstoord, waardoor baby’s kunnen afvallen. Kinderen kunnen er rustig uitzien, terwijl de cortisolwaardes heel hoog zijn. Cortisol is toxisch en breekt de hersencellen af bij langdurige blootstelling hieraan.
LAAT MAAR HUILEN
Wat gebeurt er als je een kind laat huilen? Waar oxytocine zorgt voor ontspanning, zorgt cortisol voor een alerte en waakzame houding. Het idee is dat je lichaam reageert alsof er een roofdier op je jaagt. Bij dat soort angst is er sprake van het bekende vecht- of vluchtgedrag, en daar wordt nog wel eens de ‘freeze’-modus aan toegevoegd: doen alsof je dood bent, om zo je ‘aanvaller’ zijn interesse te laten verliezen in jou als prooi. Kinderen bij wie sprake is van freezen, zien er rustig uit; het huilen in de nacht stopt om energie te sparen of omdat er toch niemand komt. De baby geeft als het ware de moed op en houdt zich stil. Dit zie je ook bij sommige dieren: zij houden zich als het ware dood in de hoop dat alles goed komt.
JE KOMT ER NOOIT MEER VANAF!
Leuk en aardig, slapen met je baby, maar hoe lang gaat dit door? Marianne stelt dat samen slapen vanzelf over gaat. Wil je het apart slapen versnellen op jouw verzoek, dan kan dit door zachtjes te sturen, bijvoorbeeld door een extra bed in de kamer te zetten. Je kind is dan nog steeds dicht bij je. Dit kun je steeds een stapje verder voeren tot het kind bijvoorbeeld in de eigen kamer slaapt met de deur open. Stimulans kan zijn een samen ingerichte eigen kamer voor je kind.
OUDERSCHAP: EEN DAG-EN-NACHTTAAK
Je kunt wel stellen dat ouderschap ’s nachts ook doorgaat en dat het voor je baby het meest helder is waar hij op kan rekenen, als je dat wat je overdag doet, ’s nachts voortzet. Baby’s kunnen immers geen klokkijken en hebben je in de donkerte van de nacht net zo hard nodig als in de drukte van overdag. Het vertrouwen dat je je kind dag en nacht geeft, zorgt voor die veilige hechting waar je baby een leven lang mee verder kan. Beschikbaar zijn voor je kinderen, of het nu licht of donker is, is een kostbare investering, met een hoog rendement. Zo kun je voor je kinderen een betrouwbare basis zijn, waarop ze verder kunnen bouwen. En wie wil dat nou niet?
Beeld: Nina Olivari