“Hee, laat je zusje maar even zelf spelen. Ik geloof niet dat ze nu geknuffeld wil worden.”
“Maar ik doe echt voorzichtig, mama.”
“Dat snap ik, schat. En ik vind het fijn dat je haar zo lief vindt. Maar kijk, ze duwt je handen weg, ik denk écht dat ze liever alleen speelt nu.”
“Maar ze is zo lief!”
“Stop eens met knuffelen. Ze raakt uit balans.”
“Wat is balans?”
BOEM!
“Wheeeeeeeeeee!”
“Het spijt me, mam!”
Kijk, dat hij zijn pleegzusje af en toe pijn doet, is onvermijdelijk. Hij houdt echt zielsveel van haar, en in zijn enthousiasme wil hij haar nog wel eens omver trekken. Geeft niet, zij doet hem soms ook pijn. Zo gaan de dingen nu eenmaal tussen broers en zussen. En ik snap heus ook wel dat hij soms zijn drinken van tafel stoot, dat hij per ongeluk in zijn broek plast, dat hij mijn boek kapot scheurt. Meestal ben ik daar redelijk nuchter onder. ’t Is een kleuter, weet je. Maar waar ik dus echt knettergek van word is dat nonchalante “Het spijt me” de hele tijd.
Begrijp me niet verkeerd, ik bied zelf ook mijn excuses aan wanneer iets verkeerd loopt. Soms doe ik iemand pijn, soms ruim ik iets op waar iemand anders nog mee aan het spelen was, soms vergeet ik dat iemand echt heel graag op het groene knopje van de pinautomaat wilde drukken. Allemaal momenten waarop ik mijn kind meegeef dat ook ik wel eens fouten maak. Ook een moeder is niet onfeilbaar.
Ik word knettergek van het nonchalante “Het spijt me”
Maar voor mij zijn excuses iets anders dan alleen maar sorry roepen. Als ik er eens naast blijk te zitten, dan geef ik dat het liefst eerlijk toe aan mijn kind. “Och jongen, ik was even vergeten dat jij zo graag op het groene knopje wilde drukken. Dat was niet zo handig van me hè?” Meestal kan ik dan wel op begrip rekenen, soms blijft hij nog even boos of verdrietig. Maar na een oprechte verontschuldiging weet mijn zoon in elk geval dat het geen opzet mijnerzijds was.
Da’s toch net even anders dan een plichtmatige sorry. Als mijn kleuter zijn kleine zusje omver duwt dan heb ik liever dat hij ziet wat hij gedaan heeft dan dat hij er zo prachtig en ingestudeerd: “Het spijt me, mam!” uit gooit. Want dat laatste klinkt als een toverformule waarmee al het leed geleden is, vergeven en vergeten. Hij heeft het niet eens van mij geleerd, het komt van een tekenfilmpje. Het is een trucje, een kunstje, inhoudelijk stelt het niets voor.
“Hee, kom eens bij me zitten.”
“Wat is er, mam?”
“Kijk eens naar je zusje. Is zij blij?”
“Nee, ze moet huilen.”
“En hoe komt dat, denk je?”
“Ze was omgevallen.”
“Omgevallen?”
“Ik had haar omgeknuffeld hè?”
“Ja. Was dat je bedoeling?”
“Nee. Het spijt me, liefje.”
Hij geeft haar een zacht kusje op haar blonde haartjes. Ze lacht hem door haar tranen heen stralend toe. Vergeven en vergeten. Niet door een magische toverspreuk, maar gewoon, omdat ze oprecht van elkaar houden.