‘Houd je kinderen weg bij vuur, want het is gevaarlijk.’ Ronja de roversdochter zou het er niet mee eens zijn. En mijn eigen kinderen evenmin. Zullen we het omdraaien? Voed je kinderen op met vuur, zodat ze leren omgaan met gevaar.
Vier zomers geleden kampeerden we op een veld waar een permanente vuurplaats was. Dag en nacht werd er fikkie gestookt. In de middag door de ruige kinderen, die met brandende stokken kattenkwaad uitprobeerden. Rond etenstijd schoven allerlei gezinnen aan met emmertjes brooddeeg en marshmallows. In de avond werd het een ontmoetingsplek voor ouders, terwijl onze kleintjes op een oor (of op onze schoot) lagen. En de volgende ochtend leefden de kinderen zich weer uit en maakten kunstwerken van as, totdat iemand het vuur weer aanmaakte.
Vrij en verbindend spelen
Met niets of duurzaam speelgoed
Voed op met vuur
Voor ons – opvoeders – gaf het heus ook wel gedoe. Dat vuur bleef weleens onbeheerd. Sommige kinderen mochten zonder toezicht bij de vuurplaats spelen. Er waren momenten dat er veel te veel kindjes om het vuur heen krioelden en in het rond zwaaiden met hun gloeiende stok. Ondanks dat alles: het was magisch. Vuur verleidt, vuur verbindt. Bij het vuur kun je zingen en verhalen vertellen, bij het vuur komt je creatieve geest tot leven. Kinderen en grote mensen worden aangetrokken tot het wonder van de vlam, ook al weten we best dat het vuur ons kan verwonden. Toch is er iets dat bij ons allemaal loskomt als we in aanraking zijn met de elementen.
Deze bewuste vakantie merkte ik dat sterker dan ooit. Het was met stip de meest vieze en gevaarlijke vakantie ooit, en we gingen niet eens op safari. Er was ‘natuurlijk zwemwater’, lees: modder, ringslangen, dazen, algen en wier. Er was verzengende hitte, voor Hollandse begrippen dan. We lagen uren in een hangmat in de schaduw. Als het regende, dampte de aarde en sprongen er vervolgens honderden kikkertjes over het veld. Er was een heuse houthakplaats met een onbeheerde grotemensenbijl. Reken maar dat er daar veel kinderen rondhingen. En dan was er nog dat eeuwige vuur. Het leverde modderige, beroete, kleverige en zeer gelukkige kinderen op.
Vuur bijzonder?
De kracht van vuur is enorm. Door iets te verbranden, verandert het voorgoed. Elk nieuwsgierig mens fascineert het. Al duizenden jaren werken mensen met vuur, en maken ze (overgangs-)rituelen met vuur. Je kunt er het begin van de zomer mee markeren, het einde van een deel van je leven en het begin van een nieuwe fase – verzin het maar. Vuur kan angst oproepen, en tegelijk gevaar op afstand houden. Een kind heeft zich, net als een volwassene, te verhouden met die tegenstelling. Vuurloopcoach Ursula Aerts schrijft dan ook op definest.nl:
‘Een kind dat vernieuwend bezig is, grenzen onderzoekt, zich ontplooit en vooruit wilt in het leven komt in aanraking met vuur: externe vuren en innerlijk vuur. Het is van belang dat we kinderen leren omgaan met vuur, dus:
1. leren omgaan met angst;
2. leren omgaan met andere uitdagingen in het leven;
3. leren om gezonde keuzes te maken vanuit ‘eigen kracht’;
4. leren herkennen van de alledaagse vuurlopen en vuurloopmetaforen.’
Het gaat er dus om dat je je eigen vuur leert kennen, in al zijn vormen: als angst en als kracht. En daar kun je prima als kind mee beginnen. Aangezien we als ouders de aangewezen mensen zijn om onze kinderen te begeleiden op hun ontdekkingstochten, kunnen we ze ook goed helpen om alle aspecten van vuur te leren kennen.
Het fijne van vuurtjes stoken, is dat je tijdens het bezig zijn met vuur heel makkelijk kunt praten over gevaar, angst, dromen, kracht. Het vuur nodigt uit om zowel praktische dingen te bespreken, over hoe heet het is, hoe beweeglijk en onvoorspelbaar. Wat kun je doen als er brand is? En het is meteen ook de uitgelezen plek om te bezinnen – ook op kinderniveau. Vuur kan je aan het denken zetten: waar is dat hout dat we in de vlammen legden dan nu naartoe gegaan? Vuur is sterk. Wanneer voel ik me zo sterk als vuur? Wat ik in het vuur gooi, verdwijnt. Wat wil ik laten verdwijnen uit mijn leven?
Fijne dingen met vuur
Vuurtje stoken aan het eind van de dag
Kinderen zijn heel gevoelig voor rituelen en vaste gewoontes (ach, en grote mensen ook). Maak je elke dag in de zomer een vuurtje aan het eind van de middag, dan bevestig je ze daarin. ‘Zo doen wij dat’. En dat biedt vertrouwen en veiligheid. Extra pluspunt: door het terugkerende karakter verdwijnt de spanning rondom het vuurmaken. Zeker als ieder een eigen taakje heeft (zoals stil zitten kijken met een stokje in de hand voor de kleinsten, houtjes aangeven, mee wapperen of blazen en poken voor de groteren en zelf vuur aansteken voor wie je écht groot genoeg vindt).
Elementen mixen: vuur en water
Niks fijners dan de hele dag zwemmen, en daarna in een deken bij het vuur kruipen. Stromend water en levend vuur – een kind is helemaal niet zo veeleisend.
Vuur in het donker
Als de zomer op zijn eind loopt, en de dagen al korter worden, zijn vuurtjes ook fantastisch. Mijn oudste houdt dan graag een lichtshow: met een gloeiende punt aan een stok zwiert ze door de tuin, zodat wij in het schemerdonker wervelende lichteffecten zien. Toegegeven, we hebben veel gekletst over de voorwaarden en gewaarschuwd voor het effect van een brandende stok in je oog. En het duurde best een poos voordat zij onze kijk-nou-uits ter harte nam. Zo’n lichtshow ontstaat niet in een opwelling.
Zingen en verhalen vertellen
Een liedje of een verhaaltje bij het vuur is voor elke leeftijd leuk. Ben je met wat meer mensen, dan kun je ook een fluisterspel doen waarbij je een zinnetje doorgeeft aan je buur.
Beeld Hanneke Supply