Willen steeds meer volwassenen leren leven in het nu, jonge kinderen doen dit gewoon van nature. Ze bestuderen langdurig een torretje of mooie steen en spelen met wat er op dat moment voorhanden is. Ze kunnen zelfs spelen met niets. Kinderen en spel zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Toch hoor en lees je steeds vaker dat kinderen zich vervelen zonder tablet of televisie en dat ze vermaakt willen worden. Ook grootouders verzuchten regelmatig dat kinderen vroeger uren konden spelen met niets. En verveelde je je een keertje, dan had je moeder altijd wel een klusje te doen of ze sloeg je met deze tegeltjeswijsheid om de oren: ‘Van vervelen kom je tot spelen.’ Hoe komen kinderen meer in een gezonde toestand van niets doen terecht?
Geforceerd spel
Al die schermen leiden natuurlijk wel af van eigen spel. En we willen tegenwoordig ook wel graag veel samen doen. Kinderen leren zo niet om zelf een probleem op te lossen en dat het niet erg is om je even te vervelen. Funest voor spel is er ‘een leerzaam moment’ van willen maken. Kinderen leren ontzettend veel van spelen en het mag best leerzaam zijn. Maar als spelen leerzaam móet zijn, schiet je je doel voorbij. Wanneer er voorwaarden gesteld worden aan spel of naar een bepaalde uitkomst toegewerkt wordt, verliest het spel zijn waarde. Wat eerst nog vrij spelen of aanrommelen was, wordt ineens een serieuze taak. Kinderen verliezen hierdoor hun interesse en soms ook het zelfvertrouwen om ergens mee aan de slag te gaan. Zelfstandig spelen vraagt om loslaten. Dus laten wij als ouders vooral iets voor onszelf gaan doen.
Als spelen leerzaam móet zijn, schiet je je doel voorbij
Buiten spelen
Om te kunnen beginnen met spelen heb je allereerst de juiste voorwaarden nodig. Want ook het ‘niets’ waar we vroeger zo ontzettend veel mee speelden, moet wel aanwezig zijn. Heb je een betegelde achtertuin en maar weinig groen in de buurt, dan is het lastig spelen met zand, water, struiken, bomen, takjes en stenen. En dit zijn toch de hoofdingrediënten van het spelen met ‘niets’. En mag een kind vies worden? Op de een of andere manier is heel vies worden onvermijdelijk wanneer kinderen buiten met ‘niets’ gaan spelen.
Zorg dat er voldoende niets aanwezig is
Zorg dus dat er voldoende ‘niets’ aanwezig is. Dit kunnen losse dingen uit de natuur zijn die bewaard mogen worden in een hoekje van de tuin. Zet ook een bak of emmer neer waar alle grote takken in bewaard kunnen worden. Improviseer een tafeltje met wat bakstenen en een houten plank. Hier kunnen de kleinere natuurschatten wachten tot er met ze gespeeld wordt.
Binnen spelen
Ook binnen kunnen kinderen met ‘niets’ spelen. Geef ze een lege tas en wat papier of oude enveloppen en ze zijn postbode. Een verzameling boeken wordt een bibliotheek en met een stukje karton is een biebpas zo zelf gemaakt. Wie weet maken ze van een oude doos nog de uitleenbalie met een luciferdoosje als scanner. Alles is mogelijk als er maar tijd, ruimte en wat materiaal voorhanden is. En wat dacht je van een ouderwetse rommel-lade gevuld met kosteloos materiaal zoals oude wasknijpers, touwtjes, elastiekjes, doppen, paperclips en bakjes? Een grote opbergbak is nog handiger. Je bewaart er bijvoorbeeld lege blikken, ijsstokjes, lege toiletrollen en flesjes in. Restjes klusmateriaal zoals slangen, verbindingsstukken of ijzerdraad zijn ook erg handig. Bombardeer het vervolgens tot ‘Uitvindingendoos’ et voila de kinderen kunnen spelen met niets.
Dit is een bewerkte versie van een artikel dat Christel schreef voor het dikke zomernummer van Kiind op papier.