Speurtochten zijn leuk voor kinderfeestjes, maar ook om samen met je kind en misschien een vriendje te doen tijdens de vakantie of zomaar een vrije dag.
Een speurtocht voorbereiden kost vaak heel wat tijd, zeker de eerste keren. Daarom helpt Kiind je op weg met allerlei routemogelijkheden en voorbeelden van opdrachten en vragen.
Bedenk goed wat voor vlees je in de kuip hebt: een zenuwachtige jarige wordt niet blij van een lange speurtocht waarbij vooral zijn vriendjes de verschillende items vinden, angstige kinderen doe je geen plezier met een spannende spooktocht.
Om te voorkomen dat drukke kinderen razendsnel de speurtocht doorracen, zet je een speurtocht uit waarbij ze goed moeten kaartlezen of vragen moeten beantwoorden om erachter te komen welke kant ze nu op moeten.
ROUTE UITZETTEN
Er zijn verschillende manieren om een speurtocht uit te zetten. We zetten ze op een rij:
Spoorzoeken
Spoorzoeken is een eenvoudige manier om een speurtocht uit te zetten. Daardoor is dit soort speurtochten ook geschikt voor jonge kinderen.
Het spoor kun je maken door middel van pijlen van stoepkrijt, gezichtjes waarvan de ogen naar de juiste richting kijken, lintjes die je in bomen knoopt of zoals bij een indianenfeest met gekleurde veren die je achterlaat bij kruispunten.
Als je een themafeestje geeft en de kinderen zoeken de weg aan de hand van een verhaal, dan kun je ze naar een bepaald adres laten zoeken. Onderweg hang je zelfgemaakte straatnaambordjes op die verwijzen naar het te zoeken adres.
Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen zet je onderweg spelletjes, opdrachten of vragen uit, maar voor een eerste keer is alleen het spoorzoeken en vinden van een schat al erg leuk.
Reflectortocht
Een reflectortocht is eigenlijk hetzelfde idee als een spoorzoektocht, maar speciaal geschikt voor grotere kinderen. Je zet de tocht uit door bij ieder kruispunt een reflecterend voorwerp (bijvoorbeeld een cd of stuk zilverfolie) achter te laten. Ieder kind krijgt een zaklamp, als zij op het voorwerp schijnen weten ze welke richting ze op moeten.
Natuursporen
Zet een speurtocht uit met gebruik van natuurlijke materialen, bijvoorbeeld takjes die je in de grond steekt, een bundeltje gras waarbij het uiteinde de goede richting op wijst of werk met stenen. Je kunt een echte steenman maken (een stapeltje stenen), waarbij het belangrijk is dat je vanaf je plek de volgende kunt zien, of je legt bij ieder kruispunt een aantal stenen neer. Leg bijvoorbeeld twee grote stenen naast elkaar, daaronder (links, rechts of in het midden voor rechtdoor) een klein steentje dat de route wijst.
Geurtocht
Zet een tocht uit door bijvoorbeeld het parfum van Sneeuwwitjes stiefmoeder te spuiten bij kruispunten, bij ieder kruispunt moeten de kinderen dus goed rondsnuffelen om te weten welke kant ze op moeten. Een minder prettig geurtje dat je goed kunt gebruiken is ui.
Fotospeurtocht
De kinderen krijgen foto’s van de route die zij moeten volgen. Onderweg moeten zij dus aan de hand van de foto’s herkennen waar zij zijn en welke kant ze op moeten. Om dit te vereenvoudigen kun je voor jonge kinderen een foto maken met een persoon erop die de juiste kant op wijst. Wil je het moeilijker maken, maak de route dan in een ander jaargetijde, als het donker is, of maak meer gedetailleerde foto’s van bijvoorbeeld een bloempot in een voortuin of een vrolijk gekleurde vensterbank.
Kralenspeurtocht
De kinderen krijgen een ketting met kralen in verschillende kleuren. Bij ieder kruispunt weten ze aan de hand van de kleur van de kraal welke kant ze op moeten. Neem bijvoorbeeld blauw voor rechtsaf, geel voor rechtdoor en groen voor linksaf.
Kaartlezen
Grotere kinderen (vanaf een jaar of zeven) vinden het leuk om kaart te lezen. Dit kun je op verschillende manieren in een speurtocht passen.
Teken bijvoorbeeld een piratenachtige schatkaart met duidelijk herkenbare punten in de omgeving en met een kruis aangegeven wat de eindbestemming is of waar de schat ligt.
Je kunt ook een kruispuntroute maken. Bij ieder kruispunt moet er kaartgelezen worden. Voor jonge kinderen is dit moeilijk genoeg, zijn ze iets groter dan kun je bij de verschillende richtingen een A, B of C zetten. Daar hoort een meerkeuzevraag bij, aan de hand van het antwoord weten ze welke kant ze op moeten. Gaan ze niet goed, dan komen ze daar bij het volgende kruispunt al achter.
OPDRACHTEN
Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en duur van de speurtocht zet je onderweg opdrachten uit. Bij een kruispuntroute bijvoorbeeld hang je bij ieder kruispunt een kaartje op met op de ene kant een vraag of opdracht en op de andere kant de route getekend.
Om inspiratie op te doen wat gekke opdrachten op een rijtje:
- Werp een rol wc-papier zo ver mogelijk, vergeet niet het uiteinde vast te houden.
- Zeg het alfabet van achter naar voor op.
- Rol 1 iemand in wc-papier en maak je weer los zonder handen.
- Draai 20 rondjes rond je vinger en loop dan op een rechte lijn.
- Zing een gek liedje, of een liedje over een bepaald onderwerp.
- Bedenk een liedje op de melodie van Vader Jacob.
- Maak met grassprietjes het woord GRASSPRIETJES.
- Loop als een struisvogel, fluit (met beschuit?) als een vogeltje of huil als een weerwolf
- Iedereen staat in een rij met de benen gespreid. De laatste kruipt door de benen naar voor en sluit vooraan aan.
- Trek je gekste gezicht.
- Spring over de krokodillenrivier (die je vantevoren tekent op de stoep).
- Maak een heksensoepje met minstens 6 (afhankelijk van de omgeving meer of minder) verschillende ingrediënten.
Tussen de opdrachten door vinden grotere kinderen het leuk om vragen te beantwoorden.
Bijvoorbeeld:
- Welke kleuren heeft de vlag van Nederland?
- Hoe herken je een mannetjeseend?
- Hoe heet de graaf die vampier is?
- Wat verloor Assepoester op de grote trap?
- Waar werkt geen kok: in een gevangenis, ziekenhuis, vliegtuig of op een schip?
- Noem vijf verschillende bomen
- Noem een dier met acht poten
- Weet je een woord voor hond in een andere taal?
- Wat zijn de kleuren van de regenboog?
- Noem drie verschillende planeten
TIPS BIJ HET UITZETTEN VAN EEN SPEURTOCHT
- Houd rekening met het temperament van de kinderen wanneer je beslist hoe lang de route moet worden.
- Kinderen rennen veel onderweg; ze gaan dus ongeveer twee keer zo snel als jij erover deed om de route uit te zetten.
- Zet de route zo kort mogelijk vantevoren uit, helaas zijn er vaak genoeg mensen die kaartjes weghalen of attributen voor spelletjes meenemen.
- Loop eerst een route, maak aantekeningen van bruikbare dingen onderweg zoals spannende sluipsteegjes, denk de speurtocht daarna uit en loop hem dan nog een keer om alle kaartjes, pijlen etc uit te zetten.
- Laat de kinderen onderweg wat lekkers vinden; een boom waar rozijnenkettingen in gehangen zijn of een bloembak vol fruitspiezen.
- Zet onderweg ook spelletjes klaar als opdracht. Koekhappen hang je gemakkelijk klaar tussen twee bomen, voor een eierrace laat je een doosje eieren met lepels achter.
- Pauzeer of eindig bij een speeltuin. De kinderen kunnen lekker rennen, vinden misschien wel een mand met drinken en wat te eten of een schat en jij kunt even uitpuffen.
