Van ‘ik kan het niet’ naar groeimindset

door Sandii Zachte

Hoe komt het dat het ene kind zich graag vastbijt in iets nieuws en het andere kind nieuwe dingen leren vermijdt (‘Ik kan het toch niet’)? Veel is terug te leiden tot de vaste mindset. Wat is het? En hoe ga je van een vaste mindset naar een groeimindset?

Als je een vaste (fixed) mindset hebt, dan denk je dat je iets wel of niet kunt. Je vertelt jezelf dat je dingen niet kunt, dat de stof saai is en dat je er niet eens aan hoeft te beginnen. Herken je het? Het kan ook zijn dat je dit alleen op een bepaald gebied hebt. Dat je het wel leuk vindt om beter in je werk te worden, maar dat je aan breien niet begint, want je bent zo onhandig. Of andersom. Bij veel mensen en dus ook veel kinderen zit de vaste mindset in de weg. Ze blokkeren bij het leren van nieuwe stof. Ze durven niet aan iets nieuws te beginnen. Dat kan grote gevolgen hebben voor het leren op school. Kinderen met een vaste mindset scoren vaak veel lager dan ze zouden kunnen, waardoor ze hun hele schoolloopbaan niet op de juiste plek zitten. Gelukkig kan iedereen van een vaste mindset naar een groeimindset toe. Carol Dweck is de grondlegger van de mindsettheorie en in Nederland zijn er meerdere specialisten op dit gebied. We pluizen uit hoe we onze kinderen (en onszelf) kunnen begeleiden naar een groeimindset.

Vrij en verbindend spelen

Met niets of duurzaam speelgoed

Ik ga te rade bij drie experts op dit gebied:

Floor Raeijmaekers is specialist in talentontwikkeling, onderwijs en hoogbegaafdheid. Meer informatie over trainingen en workshops vind je op hettalentenlab.nl.

Renata Hamsikova is ECHA-specialist in Gifted Education en helpt kinderen, ouders en leraren via haar adviesbureau Ieku Advies voor hoogbegaafdheid. Kijk op ieku.nl.

Tischa Neve is pedagoog en geeft lezingen en workshops aan ouders. Ze is te vinden via grootenklein.nl.

Hoe kom je aan een vaste mindset?

Specialist talentontwikkeling en hoogbegaafdheid Floor Raeijmaekers: ‘Tja, ieder kind is natuurlijk anders. Het ene kind verstopt zich in een nieuwe situatie achter je benen. Het andere kind roept bij wijze van spreken: ‘Zo, ik ben er! Wat gaan we doen?’ Maar natuurlijk heeft de omgeving van het kind een enorme invloed op de overtuigingen die een kind ten aanzien van zichzelf ontwikkelt. Wanneer je regelmatig hoort dat je goed (‘Je hebt echt een wiskundeknobbel!’) of juist slecht in iets bent (‘Je bent net zo a-ritmisch als je vader’), ga je al gauw denken in termen van ‘Ik heb het of ik heb het niet’ en ‘Ik kan het of ik kan het niet’.

Wanneer je op deze manier denkt, is iedere keer dat iets nog niet lukt in jouw hoofd een bewijs van het feit dat je er dus gewoon geen talent voor hebt. Dit belemmert je ontwikkeling en je motivatie om door te zetten enorm. Je gelooft namelijk dat je het toch nooit zal kunnen. Wanneer je omgeving daarnaast gericht is op resultaten en deze prijst, bestaat het risico dat je zelf ook gefocust raakt op het eindresultaat en dat je weerzin ontwikkelt tegen de leerprocessen die hieraan verbonden zijn. Je krijgt de neiging om voor opdrachten te kiezen waarvan je zeker weet dat ze gaan lukken en waarbij je kunt laten zie hoe goed je iets kunt. Zie hier de vaste mindset.’

Waarom hebben hoogbegaafde kinderen zo vaak een vaste mindset?

ECHA-specialist in ‘Gifted Education’ Renata Hamsikova: ‘Hoogbegaafde kinderen ervaren al vanaf hun geboorte dat ze snel leren, dat ze veel kunnen onthouden en dat ze een grote woordenschat hebben. Ze zijn het gewend. Als ze op school komen, zijn ze ervan overtuigd dat ze ook daar alles meteen onder de knie hebben. Ze leren immers gemakkelijk en denken snel. Maar op school gebeuren er meestal twee dingen waar deze kinderen niet op voorbereid zijn. Het eerste is dat het onderwijs niet aansluit bij hun behoeftes en ze moeten dus werken met een volledig afwijkend leersysteem, en ten tweede verwachten veel leerkrachten dat een hoogbegaafd kind meteen alles moet kunnen.’

Raeijmaekers: ‘Wanneer je aan kinderen vraagt wat hoogbegaafdheid is, krijg je over het algemeen antwoorden als deze: ‘Superslim zijn’ of ‘Alles goed kunnen’. Mensen gebruiken bij het beschrijven van hoogbegaafdheid vaak termen die te maken hebben met intelligentie, goed zijn in iets, en beter zijn dan anderen. Helaas refereren dit soort bewoordingen aan vaste eigenschappen en impliceren ze dat hoogbegaafd zijn inhoudt dat je de beste bent of moet zijn. Bovendien zijn hoogbegaafde kinderen vaak al op heel jonge leeftijd in staat om kritisch naar zichzelf te kijken en kunnen ze zichzelf al vroeg met anderen vergelijken. Wanneer ze zien dat anderen dingen kunnen die zijzelf nog niet beheersen, kunnen ze zich dom voelen en zich schamen voor de fouten die ze maken. Je kunt je voorstellen dat de kans dat een hoogbegaafd kind een vaste mindset ontwikkelt, groot is. Er zijn hoogbegaafde kinderen die het vreselijk vinden om verrijkingsopdrachten te maken en die hun werkboekjes zo diep mogelijk in hun laatje verstoppen.’ Lees hier meer over in blog ‘Hoogbegaafde kinderen versnellen niet‘.

Is een vaste mindset te voorkomen?

Raeijmaekers: ‘De kern is dat je steeds gericht bent op het ontwikkelingsproces van je kind en niet op prestaties. Je moet je er als ouder van bewust zijn dat je de meeste aandacht moet geven aan het leerproces van je kind en alle kleine stapjes die hij hierin neemt. Met andere woorden: iets probéren te pakken is net zo knap als iets kúnnen pakken. Vertrouw als ouder op de ontwikkeling van je kind en geloof dat ieder kind kan groeien, op z’n eigen tempo. Realiseer je dat iets wat nog niet lukt, niets zegt over het ontbreken van een bepaald talent, maar dat het gewoon een onderdeel is van een leerproces. Het is van belang te ontdekken wat jouw kind nodig heeft om een volgende stapje te maken in zijn leerproces. Ministapjes zijn prima. Een mooie zin om te onthouden is: ‘Je kan het nóg niet’ in plaats van ‘Je kan het niet’.

Ja maar, hoe zit het nou met complimenten? 

Ooit leerden we elkaar de kinderen te overstelpen met complimenten. Een kind was goed in álles, ‘Oh wat knap!’ Zo zou het zelfvertrouwen krijgen. Later bleek het tegendeel: kinderen raakten wel erg teleurgesteld zodra ze erachter kwamen dat ze in de echte wereld helemaal niet overal goed in bleken te zijn. Tegenwoordig horen we juist geluiden dat je kinderen geen complimenten moet geven, want dan zou je je kind afhankelijk maken van jouw mening. Het complimenteren met een mooie tekening werkt in de hand dat een kind denkt: ‘Pas als iemand zegt dat mijn tekening mooi is, kan ik er tevreden over zijn.’

Carol Dweck, de grondlegger van de mindsettheorie, zegt hierover dat als je zegt dat je kind zo slim en getalenteerd is, hij hoort: ‘Oh je denkt dat ik briljant en getalenteerd ben. Daarom bewonder je me – daarom waardeer je me. Ik kan maar beter niets doen dat deze beoordeling weerlegt.’ Zo komt hij aan een vaste mindset, het kind kiest voor de veilige route en beperkt zichzelf in zijn groei. Terwijl je kinderen ook mee kunt geven dat het gaat om het proces van groei door te focussen op te gebruiken strategieën, de manieren waarop ze zichzelf uitdagen en moeilijke taken op zich nemen. Het gevolg is dat ze niet denken ‘Oh, als ik een fout maak, denk je niet dat ik ongetalenteerd ben’. Ze denken: ‘Oh, als ik moeilijke dingen niet aanga, dan groei ik niet.’ Ware intrinsieke motivatie dus. Volgens haar is prijzen niet verkeerd, als het maar op de juiste gronden is.

Pedagoog Tischa Neve zegt hierover: ‘Als je van jongs af aan kinderen veel en bewust complimenteert op het proces in plaats van op het resultaat en wat ze zijn (slim, talentvol) dan geef je ze heel veel mee: dat ze zich steeds bewust worden van het feit dat zij door te oefenen, door te zetten, fouten te maken, hulp te vragen, te blijven proberen, door het proces, verder komen en successen behalen. Ze leren dat ze daar invloed op hebben en niet gewoon een slim of talentvol kind zijn. Ik geloof er juist in dat je ze er enorm mee helpt om dat vanaf dat ze nog onbevangen zijn te doen, dan geef je ze die basis gelijk mee en help je ze groeien op alle gebieden. Ook faalangst en onzekerheid tegen gaan, ondersteun je op deze manier. Ik zie bij mijn eigen zoontje van zeven hoe mooi hij nu zegt: ‘Als je steeds maar oefent dan leer je het’ of: ‘Ik ging het gewoon heel lang proberen en toen lukte het!’ Pas complimenteren als ze faalangstig blijken is natuurlijk prima en daarmee kun je ook nog veel doen maar hoe mooi als je het ze van jongs af aan meegeeft?’

Het woord ‘compliment’ levert wat verwarring op, het gaat niet over de hele dag ‘Goed zo’ roepen. Je kunt ook meeleven met je kind: ‘Wat fijn dat het je gelukt is na zoveel oefenen’, ‘Ik zie dat je het hard aan het proberen bent’.

5 tips voor het ontwikkelen van een groeimindset:

Deze tips kregen we van Floor Raeijmaekers:

1. Focus op het proces

Maak punten en resultaten minder belangrijk en richt je op het proces dat je kind doormaakt. Prijs doorzettingsvermogen, de aanpak van je kind en zijn inzet. ‘Jammer dat je niet tevreden bent met die 6 voor rekenen op je rapport. Want kijk eens: je hebt een goed voor inzet!’ Vraag je kind regelmatig wat hij geleerd heeft en laat hem vertellen hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen.

2. Focus op inspanning

Maak je kind duidelijk dat het er niet om gaat de beste, de snelste of de slimste te zijn, maar dat het gaat om de inspanning die je levert om iets te bereiken. Richt je aandacht op hard werken en oefenen: ‘Als je net zo hard blijft oefenen als vandaag, zul je zien dat je dit muziekstuk steeds beter gaat spelen!’ Zorg ervoor dat je kind op school lesstof krijgt die is afgestemd op zijn niveau, zodat hij dagelijks kan ervaren dat het leveren van inspanningen noodzakelijk is om verder te komen.

3. Focus op groei

Laat je kind zien dat je gelooft in de groeimogelijkheden van talenten en intelligentie, en laat je kind zijn eigen groei ervaren: ‘Jammer dat je je tafeltoets niet hebt gehaald, maar kijk eens: vorige keer had je er 8 goed en nu 15! Zie je hoe je vooruit bent gegaan door extra hard te oefenen?’ Zorg dat je kind zich niet vergelijkt met anderen, maar zich richt op het verbeteren van zichzelf en het behalen van zijn eigen doelen. En natuurlijk: vier iedere vooruitgang die je kind boekt door hard te werken.

4. Focus op leren

Sta model voor ‘een leven lang leren’ en vertel je kind hoe je jezelf steeds bent blijven ontwikkelen. Vertel waar jijzelf moeite voor hebt moeten doen en wat je daarmee hebt bereikt. Geef je kind mogelijkheden om nieuwe dingen te leren, zonder dat hij het gevoel heeft direct de beste te moeten zijn. Geef je kind inzicht in de vaardigheden die hij nog moet ontwikkelen (bijvoorbeeld zich concentreren of hulp durven vragen) en help hem bij het aanleren hiervan.

5. Focus op het leren van fouten

Laat je kind zien dat ook jij geregeld fouten maakt en vertel wat je ervan hebt geleerd. Geef je kind de kans om fouten te maken, dus ruim niet alle obstakels voor hem uit de weg. Help je kind van een fout een leermoment te maken. Zoek samen op welke fouten de held van je kind heeft gemaakt in zijn of haar carrière en ontdek hoe hij of zij daar beter van geworden is. Bekijk samen met je kind de leerkuil om inzicht te krijgen in hoe leren nou eigenlijk werkt. Waarschijnlijk levert het veel herkenning op!

De Groeikaarten van Platform Mindset helpen je om zelf een groeimindset te ontwikkelen. Het is krachtig om je kind niet alleen te vertellen over de groeimindset, maar het ook zelf te laten zien. Op iedere kaart staat een groeigerichte vraag die je helpt om groeigericht op jezelf te reflecteren. Kijk hiervoor op platformmindset.nl.

Beeld: Tjim Prins van Le petit lux

Boekentips

Word lid

In onze fijne online community verbind je met gelijkgestemden

Verder lezen

De bewegende klas – hoe leren kinderen?

De bewegende klas – hoe leren kinderen?

Kinderen kunnen niet stilzitten. Op school vragen we dit wel vaak van ze. 'De bewegende klas' zou hier een goede verandering teweeg kunnen brengen. Want eigenlijk is er iets geks aan de hand met het onderwijs. Het klopt namelijk niet: de dingen die wij weten over het...

Jongens hebben meesters nodig, meer dan meisjes

Jongens hebben meesters nodig, meer dan meisjes

'Jongens steeds slechter in eindtoets van basisschool' kopte het AD vorige week. Hoewel dit volgens onderzoek waar is, vind ik de kop wat ongelukkig gekozen. Het suggereert namelijk dat de schuld bij de jongens zelf ligt. Maar wanneer het met groepen kinderen niet...

Kinderrecht of plicht op onderwijs?

Kinderrecht of plicht op onderwijs?

Elk kind heeft recht op onderwijs. Dat staat in Artikel 28 van het Kinderrechtenverdrag. Basisonderwijs moet voor ieder kind gratis beschikbaar zijn. Daarnaast heb je ook de plicht om naar school te gaan, de leerplicht. Uiteraard was het recht om onderwijs te krijgen...

Kleuters in de knel – dat moet beter!

Kleuters in de knel – dat moet beter!

Kleuters willen spelen. Elke ouder weet dat, en elke leerkracht ook. De monitor heeft voor het dossier onderwijs al meerdere verhalen gemaakt, waaronder over de prestatiedruk op kleuters. Daarvoor spraken zij verschillende kleuterjuffen die zich zorgen maken over de...

Omgaan met geld: Financiële opvoeding

Omgaan met geld: Financiële opvoeding

Leren omgaan met geld is belangrijk. Het Nibud spreekt daarom van een financiële opvoeding. Hieronder valt niet alleen het leren omgaan met zakgeld, maar ook 'hoe spaar je ergens voor', 'wat is een kasboek en hoe hou je dat bij'? Het begint allemaal bij het geven van...

De juf heeft het niet gedaan; jongens hebben vaderhonger

De juf heeft het niet gedaan; jongens hebben vaderhonger

Dertig jaar geleden bestonden ze nog. Meesters. Ik had in de vijfde en zesde klas van de lagere school een meester. En in de derde zat er ook nog eentje. Op de basisschool – waar mijn kinderen nu naar toe gaan – werken maar twee mannen: de directeur en de conciërge....

LEES GRATIS HET INTERVIEW MET ALFIE KOHN

Het interview met de grondlegger van het onvoorwaardelijk opvoeden in je mailbox? Je ontvangt meteen ook de Kiindnieuwsbrief vol inspiratie (uitschrijven mag).

Het is gelukt, we gaan een mail naar je typen! (check ook je spamfolder)

0