Je zou ons een modelgezin kunnen noemen. Papa, mama, jongenskind, meisjeskind. Een traditioneel modelgezin zelfs, want papa is kostwinner en mama is thuis met de kindertjes. Ik houd van lezen, van handwerken, van koken. Het is net de sixties bij ons thuis, maar dan zonder de kekke japonnetjes en mét snoeiharde death metal. Zo conservatief als de neten, wij.
Toen de oudste zich aandiende hebben mijn man en ik de keuze gemaakt zélf voor ons kind te gaan zorgen. En aangezien meneer mijn lief werkzaam is in de techniek terwijl ik arbeid verrichtte in de zorg lag het voor de hand dat ik thuis zou blijven. Van mijn salaris konden we niet rondkomen. Ik leverde mijn luxe graag in voor het voorrecht om dag en nacht bij mijn kind te mogen zijn.
Het was normaal dat je je kinderen opvoedde temidden van een groep
Traditioneel, ja. Behalve natuurlijk dat je in de jaren zestig gezellig in dezelfde straat woonde als je ouders, je schoonouders, twee zussen met hun gezin en minimaal een aangetrouwde nicht en een jeugdvriendin. Ik zal de laatste zijn om het verleden te idealiseren, maar nog niet zo heel lang geleden was het normaal dat je je kinderen opvoedde temidden van een groep bekende en vertrouwde volwassenen. Je familie, je stam, je straat, je dorp.
Hier in het dorp heb ik welgeteld één vriendin die ik al langer ken dan vijf jaar. De dichtsbijzijnde jeugdvriendin woont op 40 kilometer afstand. Mijn ouders wonen anderhalf uur naar het oosten, mijn schoonouders anderhalf uur naar het zuiden. Ik heb lieve buren, heus, maar ze zijn niet zo vertrouwd dat ik de opvoeding van mijn kinderen aan ze zou overlaten. En dus komt alles neer op mij, en op mijn man als hij thuiskomt van zijn betaalde baan.
We zijn een traditioneel modelgezin, maar zonder het traditionele vangnet dat er van oudsher bijgeleverd werd. Een traditioneel modelgezin zonder context. En daarin zijn we ontzettend modern.
Voordat we kinderen kregen beschouwde ik het als een voordeel dat we relatief geïsoleerd leefden. We zijn op onze privacy gesteld, en hadden we behoefte aan reuring, dan zochten we die op. Maar nu is alles anders. Nu voeden we twee kinderen op. En zonder de input van andere volwassenen, zonder af en toe eens een dagje vrijaf omdat de kinderen bij je zus spelen, zonder dat vangnet in de straat is dat een behoorlijk eenzame onderneming. En zwaar. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week op elkaars lip, dat is pittig. Ook voor een baby en een peuter.
Het is eigenlijk een wonder dat wij, en een heleboel moderne modelgezinnen mét ons, het zo goed redden. Weliswaar zijn we tegenwoordig gezegend met wasmachines, vaatwassers, stofzuigers, espresso-apparaten, spelcomputers en ander elektronisch gemak, maar die vervangen natuurlijk geen lieve oom om de hoek waar je altijd met de kinderen terecht kunt, al is het maar voor een kwartiertje. We zijn met zijn vieren. Maar van mij hadden het er best wat meer mogen zijn.