Visolie, Omega-3-vetzuren, daar wordt je kind slimmer van. Zeggen ze. Maar hoe werkt dat dan, en kún je kinderen eigenlijk wel slimmer maken?
Nog even los van of je kinderen wel slimmer moet wíllen maken, begin ik maar met het antwoord op de vraag of het kan: nee, je kunt kinderen niet slimmer maken. Althans, niet met visolie (van excessieve geheugen- en IQ-training weet ik het niet, want ik moet er eerlijk gezegd niet aan denken). ‘Maar al die reclames dan?’
Het zit zo. Iedereen heeft een potentieel, een soort optimum. Noem het maar even je honderdprocentpotentieel. De allerhoogste top waarop je zou kunnen functioneren. De meeste mensen halen dat potentieel niet. Ze functioneren misschien op 70 of 80 procent (dit is overigens geen wetenschappelijk cijfer, maar een metafoor om duidelijk te maken wat ik bedoel). Dat kan door opleiding komen, of door levensinstelling, maar ook – en daar gaan we het over hebben – door voeding(stekorten).
Voeding heeft namelijk een duidelijke invloed op de opbouw en het functioneren van (onder andere) de hersenen. ‘Optimale voeding’ bevat alle voedingsstoffen die de hersenen nodig hebben. Dat begint al tijdens de zwangerschap, als de hersenen en zenuwbanen van het nieuwe mensje worden opgebouwd. Daarvoor gebruikt het embryo voedingsstoffen (onder andere vetten) uit de voorraad van de moeder. Het is daarom ook extra belangrijk dat je eigen voorraad goed is aangevuld als je zwanger wilt worden! Later, als de baby geboren is, krijgt deze de benodigde voedingsstoffen via de borstvoeding en nog later via de vaste voeding.
Eigen potentieel
De eerste vijf jaar zijn hierbij extra belangrijk. De hersenen zijn in volle opbouw – als je kijkt naar de ontwikkelingen die je kroost in die eerste tijd doormaakt, weet je waar ik het over heb. De basis, de ‘bouwstructuur’, wordt in deze periode gelegd. Daarna is het een kwestie van optimaliseren. Door te leren en te oefenen, maar ook door de juiste voeding, kunnen de hersenen zich optimaal ontwikkelen.
We zijn allemaal verschillend, en het honderdprocentpotentieel van de één ligt hoger dan dat van de ander. Niks mis mee, we hoeven niet allemaal Einstein te worden; vaak liggen de kwaliteiten van kinderen met een lager IQ juist ergens anders, bijvoorbeeld op emotioneel/empathisch vlak.
Het is natuurlijk wél mooi als je je kind kunt helpen om zijn eigen potentieel te benutten. En daar kan visolie dan bij helpen. Het is eigenlijk heel simpel: als je een tekort hebt aan deze Omega-3-vetzuren, kunnen je hersenen niet optimaal functioneren. Door dat tekort benut je niet je volledige potentieel. Visolie geven maakt je kind dus niet slimmer, maar vult tekorten aan waardoor de weg naar het honderdprocentpotentieel open ligt. De rest (leren, oefenen en trainen) zal je kind zelf moeten doen, maar daardoor wordt het in elk geval niet (meer) belemmerd door een voedingstekort.
Verschillende soorten vetzuren
Visolie bevat verschillende soorten vetzuren, waarvan een flink gedeelte bestaat uit zogenaamde Omega-3-vetzuren. Dit zijn meervoudig onverzadigde vetzuren. De Omega-3-vetzuren worden in het lichaam gebruikt om weefsels op te bouwen (de hersenen en ogen bijvoorbeeld), en om processen goed te laten verlopen (zoals het leggen van verbindingen in de hersenen en het effectief doorsturen van prikkels over de zenuwbanen).
Er zijn verschillende soorten Omega-3-vetzuren. In de baarmoeder en tot ongeveer vijf jaar hebben de hersenen van het kind vooral het vetzuur DHA nodig en een klein beetje EPA; vanaf een jaar of vijf wisselt die verhouding en heeft het kind vooral EPA nodig en een klein beetje DHA. Een goed supplement voor de zwangerschap, baby’s en peuters zal hier dus op afgestemd zijn en een hoger gehalte DHA bevatten; voor oudere kinderen en volwassenen is een hoger gehalte EPA ideaal.
Voeding heeft een duidelijke invloed op de hersenen.
ALA is een plantaardige vorm van Omega-3. Het zit bijvoorbeeld in lijnzaadolie en wordt daarom door vegetariërs wel gebruikt als ‘vervanging’ van visolie. Toch klopt dat niet helemaal, want ALA wordt in het lichaam slechts heel beperkt omgezet in DHA en EPA. Het is bijna onmogelijk om voldoende ALA binnen te krijgen voor een gezond eindgehalte aan DHA en EPA. Ben je vegetariër en wil je toch voldoende EPA en DHA binnenkrijgen? Neem dan liever een algensupplement waar zowel DHA als EPA in zitten. Ook in grasboter en biologische weide-eieren zit een kleine hoeveelheid van deze stoffen.
Misschien ken je ook de Omega-6-vetzuren. De bekendste is linolzuur en ze zitten in zonnebloemolie, soja-olie, koolzaadolie en andere gele plantaardige oliën. Linolzuur heb je nodig, maar we krijgen er al snel te veel van binnen. De verhouding Omega-3 en Omega-6 moet ongeveer gelijk zijn, maar is in ons voedingspatroon vaak wel 1:35. We krijgen dus 35 keer teveel Omega-6-vetzuren binnen. Dat teveel wordt omgezet in stoffen die ontstekingen bevorderen, en die kunnen klachten als eczeem, astma en vermoeidheid weer verergeren. Het liefst wil je de Omega-6-vetzuren dus zoveel mogelijk beperken in je voeding door deze oliën en alles waar het inzit (margarine, koekjes, kant-en-klaar-maaltijden) te vermijden.
Als je kind regelmatig pindakaas, notenpasta en zonnebloempitten eet, krijgt hij voldoende linolzuur binnen. De rest is niet nodig en soms dus zelfs schadelijk! Ook met toegevoegde Omega-vetzuren is het een beetje uitkijken. Gaat het om DHA of EPA dan is er niets aan de hand, maar ALA schept valse verwachtingen en linolzuur trekt de balans met Omega-3-vetzuren dus scheef. Ook hier geldt de vuistregel: liefst zoveel mogelijk onbewerkte producten; als een product gezond is, heeft het geen toevoegingen nodig!
Andere voeding
Omega-3 is natuurlijk niet het enige stofje dat de hersenen van je uk opbouwt en laat functioneren. Ook verzadigde vetten uit de juiste bronnen [1], cholesterol (waarvan zich een extreem hoog gehalte in moedermelk bevindt), C- en B-vitamines (B11 en B12!), eiwitten… ze zijn allemaal hartstikke belangrijk. De reden dat vis(olie) er vooral wordt uitgepikt, is dat wij die vaak te weinig binnenkrijgen.
Met leeggeviste zeeën aan de ene en vervuiling aan de andere kant, is het niet altijd makkelijk om een keuze te maken voor gezonde vis. En misschien vind je het ook gewoon niet lekker. Gezonde vis vind je in de Eetviswijzer (die niet alleen rekening houdt met duurzaamheid maar ook met gezondheid); meer daarover lees je in dit artikel. Lukt het toch niet, dan kun je natuurlijk altijd (tijdelijk) je toevlucht nemen tot supplementen. Ze zijn er met kaneel- of aardbeiensmaak, in vloeibare vorm om te kunnen mengen met sap of in kauwcapsules zodat ze op snoepjes lijken. Jaja, men verzint wat… Hoe dan ook: welk supplement je ook neemt, kies niet voor goedkoop maar voor goed (gezuiverd, verwerkt via een gesloten zuurstofloos proces en met de juiste verhouding EPA en DHA).
Naast het IQ: mijn eigen ervaring
Naast voedingskundige ben ik ook nog moeder. Mijn twee kinderen krijgen visolie, en niet zonder reden. Niet omdat ik graag wil dat ze de slimste kinderen van de klas zijn (dat moeten ze lekker zelf weten), maar omdat ik merk dat ze er baat bij hebben. Met name de oudste (11 jaar): vergeet ik de capsules een weekje of twee, dan kun je er donder op zeggen dat de woede-uitbarstingen toenemen. Het is alsof ze geen toegang heeft tot haar eigen hersenen, alsof ze de verbindingen niet goed kan leggen. Krijgt ze trouw haar visolie, dan is het heus niet ineens een modelkind – maar ze kan wel beter met zichzelf omgaan, is over het algemeen vrolijker én er is gewoon minder escalatie. Het kan natuurlijk zijn dat mijn onderzoeksgroep n=1 nogal biased is, maar dit is al jaren het patroon en het verschil is behoorlijk.
Het optimaal werken van de hersenen gaat dus zeker niet alleen over IQ of om slimme kinderen, maar ook over hoe lekker je kind in zijn of haar vel zit. En ik weet niet hoe het met jullie is, maar dat vind ik zelf toch nét een tikkie belangrijker.
Praktisch: de juiste vetten
Voor een optimale werking van de hersenen zijn veel verschillende soorten vetten nodig. Dus hoe krijgen jullie ze binnen?
– Omega-3-vetzuren (EPA en DHA) > in vette vis en/of visolie
– Verzadigde vetten (o.a. MCT, laurinezuur, boterzuur, CLA) > in vlees, boter en melk van koeien die gras hebben gegeten, in ghee en in kokosolie
– Cholesterol > in boter, eieren en moedermelk
[1] Verzadigd vet wordt tegenwoordig gezien als ongezond, maar verzadigde vetten uit de juiste bronnen zijn hard nodig voor de ontwikkeling van de hersenen. De celmembranen in het brein bestaan voor een groot deel uit verzadigde vetten en cholesterol; cholesterol is bovendien een groei- en reparatiestof in het lichaam. Vetten uit de juiste bronnen (dus nee, niet uit fastfood!) brengen vaak vetoplosbare vitamine zoals A, D, E en K met zich mee die van groot belang zijn voor de opbouw van botten, zenuwstelsel en hersenen. Meer hierover lees je onder andere in Real food for Mother and Baby van Nina Planck, Beautiful Babies van Kristen Michaelis en The Nourishing Traditions Book of Baby and Child Care van Sally Fallon.
Nienke Tode-Gottenbos is ‘eigenwijs voedingskundige’ en oprichtster van De Groene Vrouw. Ze behandelt mensen voor uiteenlopende gezondheidsklachten, en maakt daarbij gebruik van haar kennis over en eigen kijk op voeding, darmflora en kruiden. Via haar blog lees je regelmatig logische en verrassende zaken over voeding & gezondheid.