Eigenlijk is het geen onderwerp waar we graag bij stil willen staan als ouders. Het leven is echter niet te voorspellen. De dingen lopen niet altijd zoals we dat voor ogen hebben gehad. Stel je voor dat je als ouders iets overkomt. Wat gebeurt er dan met onze kinderen? Hebben we het geregeld? Moeten we iets regelen? Of laten we dat aan anderen over?
Wie zorgt er straks voor ons kind?
Ik had me voorgenomen om, als we toch naar een notaris zouden gaan om bepaalde zaken te regelen, ook een testament op te laten maken waarin we een voogd zouden benoemen voor onze zoon en voor eventuele toekomstige kinderen. Maar het valt niet mee om te bedenken bij wie onze kinderen ondergebracht zouden moeten worden als wij er onverhoopt niet meer zijn. Eigenlijk is dat ook een stap te ver. Die vraag is niet te beantwoorden, omdat situaties steeds weer veranderen. Beter is het om de vraag te stellen wie we de verantwoordelijkheid willen en kunnen geven over ons kind? Wie kan beslissen wat het beste voor ons kind is als wij die beslissingen niet meer kunnen nemen, simpelweg omdat we zijn overleden? Dat is waar het om gaat. Wie vertrouwen we het toe om de beslissingen over ons kind te nemen. Dat maakt de keuze wellicht iets makkelijker. Die persoon beslist dan bij wie ons kind na ons overlijden komt te wonen en neemt eigenlijk alle beslissingen die wij als ouders anders zouden hebben moeten nemen.
Mijn keuze staat nog niet op papier. Ik ben niet de enige. Om me heen hoor ik andere ouders wel eens zeggen dat ze het geregeld hebben, maar veelal bedoelen ze dan dat ze dat ene familielid hebben gevraagd om voogd te worden, zonder dat het in een testament is vastgelegd. Juridisch gezien is het dan niet geregeld. Hieronder zal ik het juridische kader schetsen, de manier waarop je ervoor kan zorgen dat het daadwerkelijk juridisch geregeld is en wat de verschillen zijn tussen van gezamenlijk ouderlijk gezag en eenhoofdig gezag.
Als er niets geregeld is
Een kind staat doorgaans onder ouderlijk gezag. Wanneer dat niet het geval is (bijvoorbeeld bij overlijden van de ouder(s) met het ouderlijk gezag, zonder dat ze een testament hebben) benoemt de rechtbank een voogd over deze kinderen.
Dat betekent dat over kinderen waarvoor wettelijk niets geregeld is, de rechtbank de beslissing neemt. In deze situaties komt de Raad voor de Kinderbescherming en veelal ook Bureau Jeugdzorg om de hoek kijken.De rechtbank wil zich goed voor laten lichten over de mogelijke voogden, voordat ze een beslissing kunnen nemen. De Raad voor de Kinderbescherming voert dan onderzoek uit; daarbij wordt in veel gevallen ook gekeken naar familieleden van het kind en hun (on)mogelijkheden. Het is niet zo dat een kind altijd bij familie terecht zal komen. Er zijn kinderen die onder voogdij van Bureau Jeugdzorg komen te staan staan en die in een pleeggezin geplaatst worden.
Eenhoofdig gezag
In een situatie waarin niets geregeld is, bepaalt de rechter wat er gebeurt als de ouder die alleen het gezag over het kind uitoefende is overleden. Het kan zijn dat de overlevende ouder het gezag krijgt of dat een derde als voogd wordt aangewezen.
Meestal gebeurt dit op verzoek van de Raad voor de Kinderscherming, maar het kan ook op verzoek van de nog in leven zijnde ouder gebeuren. Ook is het mogelijk dat de rechter hier (ambtshalve) toe overgaat.
De afweging die de rechter maakt bij het wel of niet belasten van de andere ouder met het gezag, is of er gegronde vrees bestaat dat de belangen van de kinderen zullen worden verwaarloosd als de andere ouder met het gezag krijgt. Dat is een rekbaar begrip en het valt niet te voorspellen in welke situaties het gezag over het kind wel of niet aan de andere ouder wordt toegewezen. Het is helemaal afhankelijk van de concrete situatie.
Gezamenlijk ouderlijk gezag
Is er sprake van gezamenlijk gezag dan heeft de andere ouder na de dood van de ene ouder van rechtswege het gezag over het kind. Dat geldt ook indien de overleden ouder het gezag deelde met een derde, niet zijnde een ouder. Alleen is er dan na de dood van de ouder sprake van voogdij. Het is wel zo dat de rechtbank op verzoek van de andere (overlevende) ouder deze ouder alsnog met het gezag kan belasten.
Testamentaire voogd aanwijzen
Om te voorkomen dat een rechtbank beslist over het voogdijschap, kun je zelf een testamentair voogd aanwijzen. Dit gebeurt door middel van een testament. Voor een rechtsgeldig testament is een handtekening (en dus tussenkomst) van een notaris vereist. In het testament wordt een persoon genoemd die na de dood van de ouder als voogd (als er geen andere persoon met gezag over het kind (meer) is) de beslissingen over het kind neemt. Dit betekent niet dat het kind bij deze voogd gaat wonen, maar dat deze voogd beslist waar het kind gaat wonen en eigenlijk alle beslissingen neemt die normaliter de gezagsdragende ouders nemen.
De testamentaire voogdij vangt aan nadat de voogd die door de ouder is aangewezen zich bereid heeft verklaard om de voogdij te aanvaarden. Het heeft dus geen enkel nut om iemand tot testamentair voogd te benoemen waarvan je nu al weet dat hij/zij die taak niet op zich wil nemen.
Op het moment van overlijden dient de ouder het gezag over het kind te hebben, anders verliest de testamentaire voogdij zijn werking.
Het is mogelijk om één persoon als voogd aan te wijzen, maar je kunt ook twee personen als gezamenlijk voogden aanwijzen. Houd er rekening mee dat bij het benoemen van twee gezamenlijk voogden de voogdij niet aanvangt als één van hen niet meer de voogdij kan of wil uitoefenen. Er wordt vanuit gegaan dat de keuze voor een gezamenlijke voogdij een bewuste keuze is en dat het niet de bedoeling is dat één van de twee aangewezen personen de voogdij uit zal oefenen.
Indien de beide ouders (met gezag) tegelijk overlijden en zij hebben ieder een ander als testamentair voogd aangewezen dan bepaalt de rechter wie van deze personen de uiteindelijke voogd wordt. Is aan te wijzen dat de ene ouder later dan de andere ouder overleed, dan is van die laatste de bij testament aangewezen persoon de testamentair voogd.
Een testament laten opmaken is niet gratis. De kosten lopen nogal uiteen. Dat heeft vooral te maken met wat je allemaal bij testament kunt laten regelen. Je kunt kosten besparen door veel voorbereidend werk zelf te doen. Hieronder staat een boekentip opgenomen. Als je weet wat je wilt, bespaar je de notaris tijd en tijd is geld. Een ruwe prijsschatting, na een rondgang op internet, brengt de kosten van een testament op een bedrag tussen de 300 en 700 euro. De laagste prijs geldt meer voor een standaardtestament, dan is er nagenoeg geen sprake van maatwerk. Het verdient de aanbeveling om eerst wat offertes op te vragen bij verschillende notarissen. De prijzen verschillen onderling.
De ouder zonder gezag
Is er een andere ouder (zonder gezag), dan kan deze alsnog met het gezag worden belast, indien deze daartoe binnen één jaar na het begin van de (testamentaire) voogdij hiertoe een verzoek doet. Dan wordt bekeken of er gegronde vrees bestaat dat de belangen van de kinderen worden verwaarloosd, wanneer deze persoon alsnog het gezag krijgt.
Is er geen testamentair voogd en is er door de rechtbank een voogd benoemd, dan kan de rechter deze beslissing altijd wijzigen indien de andere ouder daartoe een verzoek indient. Daarbij moet aangetoond worden dat de omstandigheden veranderd zijn sindsdien of dat er bij de eerdere benoeming uitgegaan is van onjuiste of onvolledige gegevens.
Bronnen
Jeugdrecht & Jeugdzorg | P. Vlaardingerbroek en J.E. Doek | ISBN 9789035243972
Artikelen 1:292, 1:293, 1:295. 1:253f, 1:253g, 1:253h van het Burgerlijk Wetboek
Meer weten?
Wat kan ik bij testament regelen? | K. van Zwieten | ISBN 9789080772922
Diana de Bont is jurist.