Vrijheid, blijheid? Ingewikkelde zweverij? De Vrijeschool wordt gezien als wollig en het schijnt er te stinken. Naar natuur. Toch schieten de Vrijescholen momenteel als paddenstoelen uit de grond. Blijkbaar zetten steeds meer mensen zich over hun vooroordelen heen en zien vooral nog voordelen. Zoals ik.
Ver van mijn bed
Een Vrijeschool werkt op basis van de ‘Antroposofische visie’. En dat zei mij niet zoveel. De grondlegger is Rudolf Steiner, en over hem wordt gezegd dat hij een foute kerel was. Op het eerste gezicht zijn er genoeg redenen om al vóór het nadere onderzoek af te haken: Ze zingen lange liedjes die we niet kennen, de juffen heten ‘juffies’ en dragen lange rokken. Kinderen zouden pas mogen lezen na de kleutertijd, en ze krijgen slechts één leraar voor de hele schooltijd.
Toen ik las over de achtergrond en visie van het Vrijeschoolonderwijs, kwam het spiritueel en zweverig op me over. Ik kom uit een no-nonsense nest, dus ik heb wat drempels over moeten klauteren.
Hoe mijn kind uiteindelijk toch op de Vrijeschool terechtkwam
Op de pabo waar ik voor juf leerde, behandelden we allerlei onderwijsstromen, maar de Vrijeschool kwam er niet in voor. Ik leerde het pas later kennen.
Eigenwijze vrienden brachten hun kinderen er heen. Aangezien zij normaal gesproken wel zinnige ideeën hadden, wekte dat mijn interesse. Langzaamaan leerde ik wennen aan de gekke gewoonten van de Vrijeschool. Ik vroeg iedereen de hemd van het lijf. En ontdekte dat overal een antwoord op was, en dat ik me daar goed in kon vinden.
Langzaamaan leerde ik wennen aan de gekke gewoonten van de Vrijeschool
Vroeg ik: ‘Wat nou als je kind het niet met de leraar kan vinden?’, kreeg ik als antwoord: ‘Als je zes jaar met dezelfde kinderen in de klas zit, dan zórg je er wel voor dat je investeert in goed contact’. Ik zag meteen het beeld van een van mijn stagementoren voor me die bij een druk jongetje zuchtend fluisterde: ‘over drie maanden ben ik van hem af’. Die uitvlucht heb je als vrijeschoolleraar niet. Je gaat een lange verbinding aan met de kinderen in de klas.
En toen ik vroeg: ‘Maar elke leraar heeft zijn eigen kwaliteiten, het is toch mooi dat ze van iedere leraar iets anders meekrijgen?’, kreeg ik te horen dat dat juíst gebeurt, aangezien de leerkrachten gastlessen geven in andere klassen. Dus is jouw juf goed in Engels, dan geeft ze die les ook in de klas naast je, terwijl hun meester jullie een mooi verhaal uit de Middeleeuwen vertelt. De nieuwste scholen werken met vaak ook met ditzelfde geniale systeem.
Onderwijs met diepgang
Een kennis vertelde me dat ze op veertigjarige leeftijd pas begreep waar het Kerstfeest vandaag komt, omdat de BSO waar ze werkte in een Vrijeschool gehuisvest was.
Niets wordt afgeraffeld. Vieringen staan centraal en bij alle (Christelijke) jaarfeesten gaat de klas de diepte in. Dat betekent dat de kleuterjuffies (-juffies!) een de hele kerstperiode dagelijks geduldig het Kerstspel herhalen. Dat verveelt de kinderen nooit en de oudere kinderen leren de geschiedenis achter de verhalen leren begrijpen. Leraren zoeken ook bij de reguliere vakken de verdieping: geen lesje rekenen, lesje taal en lesje schrijven achter elkaar. Maar zes weken een hele ochtend de tijd nemen voor de rekenles, en daarna zes weken voor taal. Zo beklijft het.
School met een visie
Ik kwam tot de conclusie dat ik vast niet in alles dezelfde visie deel, maar dat het feit dat overal zo goed over nagedacht was, mij het vertrouwen geeft dat het wel goed zit. Je hebt als school al veel gewonnen door een goed onderbouwde gezamenlijke visie te hebben als team. Je hoeft dan alleen nog te discussiëren over de details. De Vrijeschool heeft een hele sterke visie en dat vind ik eigenlijk best prettig.
Waar het echt om gaat op school
Dat de kleuterjuffen ‘juffie’ genoemd worden, vind ik nog steeds raar. Van de antroposofie heb ik geen kaas gegeten. Maar de ingewikkelde liederen vind ik inmiddels mooi en uiteindelijk vallen futiele dingen zoals de benaming van de leraar in het niet bij belangrijkste kanten van het onderwijs: op de school krijgen de kinderen de ruimte om zich breed te ontwikkelen.
De kleuters leren vanuit spel en de maaltijd is een activiteit, niet een pauze. Kleuters eten van stenen bordjes en drinken uit stenen kopjes, met z’n allen aan een tafel. Daarna wordt de afwas gedaan. Alles gaat op kindertempo.
Zeven jaar spelen
Er is evenveel aandacht voor kennis, als voor het ontwikkelen van creativiteit (‘hart, hoofd en handen’ is een echte vrijeschoolkreet). Het frappante is dat deze aparte school beter aansluit op de reguliere wetenschappelijke pedagogische opvattingen van de ontwikkeling van het kind dan veel reguliere scholen doen: spelen tot zeven jaar en breed ontwikkelen.
Op de school krijgen de kinderen de ruimte om zich breed te ontwikkelen
De intrinsieke motivatie speelt een grote rol, dus lege complimenten en stickers hoef je er niet te verwachten. Bovendien – tegenwoordig ook heel hip – blijven kinderen in contact met de natuur. Niet door middel van een filmpje op het digibord, maar door veel en vaak op pad te gaan.
Een doorsnee dag op de Vrijeschool
Straks haal ik mijn dochter op. Ze zou naar de natuurspeeltuin gaan met de klas. Dat doen ze regelmatig. Daar lopen ze in zo’n twintig minuten heen en daar spelen en leren ze van alles om hen heen. Vorige keer vonden ze een dode mol. Ze hebben uitgebreid de klauwen bestudeerd. Volgende week kijk ik naar een optreden van de klas. Ze krijgen dit jaar fluitles. Ieder jaar krijgen ze les in een ander instrument, van viool tot saxofoon.
Maar ze leren ook met hun hoofd. Ze krijgen Engelse en Duitse les, naast taal en rekenen. Volgende jaren komen er vakken bij als dierkunde en plantkunde.
Bij de kleuters is het iedere woensdag ‘hutjesdag’. De vierjarigen blijven dan thuis, dus alleen de kleine groep grote kleuters zijn in de klas. Na de liedjes en spelletjes in de klas spelen ze buiten en gaan vervolgens brooddeeg maken: granen malen, kneden en laten rijzen. Daarna bouwen ze hutten in de klas en eten daar hun meegebrachte broodjes op. En het brooddeeg gaat de oven in. Op donderdag eten ze dat samen met de kleintjes op, aan een grote tafel met stenen bordjes en kopjes. Dat is wat een kleuter hoort te doen.
De Vrijeschool is niet vrij
De naam van de Vrijeschool geeft een vertekenend beeld van het onderwijs dat er gegeven wordt. Er zijn eerder veel dan weinig regels. De naam komt van ‘Vrij van overheidsbemoeienis’. Vooral in het verleden was dit duidelijk te merken, maar inmiddels zijn er wat consessies gedaan. Ze nemen sinds kort bijvoorbeeld ook de Citotoets af. In veel landen heet dit soort school een ‘Waldorfschool’. Dat lijkt me een betere naam, die geen associaties oproept.
Vernieuwend onderwijs?
De laatste jaren is veel aandacht geweest voor nieuwe initiatieven in het onderwijs. Mooi. Was nodig. De nieuwste typen lijken behoorlijk op de Vrijeschool: aandacht voor de natuur, gezond eten, breed ontwikkelen.
Ik stel voor dat ieder schoolteam eens op avontuur naar een Vrijeschool gaat om te zien dat het wél anders kan. Veel de natuur in, creatieve vakken, de verdieping opzoeken, een echt huiselijke sfeer. Je zou het een studiedag kunnen noemen. Over een paar jaar krijgt élk kind dan de mogelijkheid om zich breed te ontwikkelen in het onderwijs. Om te worden wie hij of zij is.
En dat noemen we dan school.
Democratisch onderwijs: Leren lezen op een school zonder klassen en toetsen
Lees ook het boek: Anders omgaan met kind en school. Uitgegeven door Uitgeverij Christofoor, waar je de mooiste kinderboeken en non-fictie voor volwassenen over natuur, verbeelding, opvoeding en onderwijs vindt.