Als je een derde kindje krijgt, ben je al lang geen beginneling meer. Maar toch kan het nog mega spannend zijn. Wat kun je verwachten?
Toen ik zwanger was van mijn derde, maakte ik mij geen zorgen. Van twee naar drie, dat zou een eitje worden. Van nul naar één kind, dat was pas heftig. Alles was nieuw en eng en onwennig. Ik was moe en miste mijn slaap en mijn vrijheid. Sindsdien had ik ongelofelijk veel geleerd. Onder meer dat je zelfs aan slapeloze nachten kon wennen. En van één naar twee kinderen, dat was ook een hele stap geweest. Van exclusieve aandacht voor de ene, altijd hem kunnen volgen, moederschap volgens mijn eigen idealen, ging ik naar aandacht verdelen, nog meer behoeftes om rekening mee te houden, en de ontdekking dat ik zelf ook nog iets nodig had. Ik had het overleefd en ook dat had ik inmiddels min of meer onder de knie.
Na twee zonen, baarde ik mijn eerste dochter. En eerlijk is eerlijk: ik vond de overgang inderdaad meevallen. Maar daarmee stopt dit artikel niet natuurlijk. In het kader van de journalistiek, heb ik me wat meer verdiept in de materie, en deed een kleine rondvraag bij vriendinnen.
Vrij en verbindend spelen
Met niets of duurzaam speelgoed
Kiezen
Ik begon bij mijn moeder. Zelf ben ik de jongste uit een gezin van drie kinderen. Dus als kind riep ik altijd dat ik er later ook drie zou willen. Dat vond ik logisch. Maar toen ik ernaar vroeg, vertelde mijn moeder doodleuk dat ze de overgang van twee naar drie helemaal niet zo vloeiend en logisch, maar ‘best pittig’ vond. Want hoewel mijn vader en zij eerst nog allebei een kind bij zich konden nemen, moesten ze bij drie ineens kiezen.
Handen te kort
Collega W. zegt het mooi: ‘Met twee had ik mijn handen vol, en met drie heb ik handen te kort.’ En daarmee sluit ze mooi aan bij de ervaring van mijn eigen moeder. Vriendin F. ervaart het letterlijk, ‘als ze alle drie op schoot willen zitten heb ik een arm te weinig’. En vriendin M. ervaart het vooral in (hopelijk) uitzonderlijke situaties. Bijvoorbeeld als de kleuter ’s nachts het hele gezinsbed onder spuugt, de peuter begint te huilen en de baby intussen aan de borst hangt. Ik zeg niet zomaar wat, dit is ongeveer waargebeurd en was voor haar een ‘aha-dus-dit-is-mijn-nieuwe-leven-erlebnis’.
Art director Jannie heeft ook drie kinderen. Hier krijg je een inkijkje in haar leven.
Concessies
M. is nu aan het leren om prioriteiten te stellen. En om te delegeren. Gelukkig was bij haar de liefhebbende man-slash-vader beschikbaar voor de kots, zodat zij zich op de kleintjes kon richten. W: ‘Alle drie mijn kinderen zitten in een andere leeftijdsfase. Een boek dat ik lees voor de oudste, houdt de rest niet bij de les. Allemaal hebben ze andere behoeften.’ Maar eraan voldoen is een tweede. Drie verschillende boekjes lezen is misschien iets te veel gevraagd. ‘Ik moet concessies doen.’ En de broers en zusjes trouwens ook. Sesamstraat kijken als je al acht jaar bent bijvoorbeeld, het is het lot van de oudste.
Loslaten
‘Het hoeft allemaal niet zo perfect,’ vindt W, ‘bij de tweede wilde ik het net zo goed doen als de eerste. Lastig, maar het voelde nog haalbaar. Bij de derde bleek het een illusie.’ Opvoeden is loslaten. Die herken ik ook wel. Bij één kind lukte het mij nog om de boekjes te volgen, maar hoe gecompliceerder de gezinssamenstelling, hoe meer belangen en hoe moeilijker om me niet te laten ondersneeuwen door de waan van de dag. Misschien leer ik nu eindelijk in het moment te leven, en dat is ook heel waardevol.
Twee kinderen en een baby
Vriendin D. had een andere gewaarwording. ‘Het zwaartepunt verschoof van een gezin met twee jonge kinderen naar een gezin met twee schoolgaande kinderen, waar een baby aan hing. Ik voelde me niet moeder van drie kinderen, maar van twee kinderen en een baby. Heel vaak ging papa met de oudste twee iets ondernemen, terwijl ik met de baby thuis bleef en al het andere deed.’ De oudste twee kunnen zichzelf en elkaar trouwens prima bezighouden (in positieve en in negatieve zin). Als je twee kinderen hebt, vraagt de oudste vaak nog jouw aandacht terwijl je met de baby bezig bent.
Plek in het gezin
Hoe je het ook wendt of keert, de posities van alle gezinsleden verschuiven als er een kind bij komt. Eerst was er alleen een oudste en een jongste kind. Nu wordt de jongste ineens de middelste, en komt er een nieuwe benjamin bij. Systemisch gezien is de middelste degene die het meest bezig is met de groep, met die bij elkaar te houden, en die daar het meest door beïnvloed wordt. Die rol is nieuw in een gezin met drie kinderen.
Stemrecht
Ook de posities van papa en mama veranderen. De kinderen zijn nu immers in de meerderheid. Vriendin F. lacht: ‘Als er gestemd zou moeten worden, hadden zij in elk geval altijd een meerderheid.’ Of ze haar gezin als een democratie ziet? Daar denkt ze nog even over na.
Liefde genoeg
Het is niet voor te stellen, niet voordat de eerste geboren wordt, maar vooral niet als er daarna nog meer kindjes komen. Kun je echt zó veel van een jonger broertje of zusje houden zoals je nu houdt van het kind dat er al is? Ja, het kan. W: ‘Er is liefde genoeg.’ Sterker nog, er was eens een anoniem wijs mens dat zei: ‘liefde is het enige dat meer wordt als je het deelt.’ En zo is het.
fotografie: Jana Boekholt
Meer lezen:
Eva Bronsveld | Samen spelen wat nou delen?
Els van Steijn | De Fontein, vind je plek (over systemisch werken)