‘Mam, wil je me even helpen? Ik kan er niet bij!’, schreeuwt mijn zoon van tien ongeduldig. Hij kan niet bij de glazen op de bovenste plank van de kast. Snel schuif ik een glas naar voren, zodat mijn dorstige zoon er een kan pakken. Ondertussen heeft hij al een kruk gepakt en tot mijn grote verbazing wordt het glas weer naar achteren geschoven om het vervolgens opnieuw te pakken. ‘Ik doe het zelf!’, zegt hij verontwaardigd.
Nagelknipexpert
Ik vraag me af of ik mijn kinderen echt te snel help. Ik strik dagelijks vele veters, help met knoopjes en ritsen, snijd eten, smeer een eindeloze hoeveelheid boterhammen, kam de haren van ieder gezinslid, help met tanden poetsen en ben inmiddels een echte expert in nagels knippen. Het zijn routinehandelingen waarvan ik mij niet eens meer bewust ben dat ik ze uitvoer. Helpen gaat immers sneller dan iemand laten aanmodderen. Op korte termijn wel. Op langere termijn hoogstwaarschijnlijk niet.
Het is alsof ik met mijn hulp laat zien dat ik geen vertrouwen heb in de capaciteiten van mijn zoon
Worsteling
Zoonlief vindt veters strikken lastig en voor mij is het een fluitje van een cent om ze even vast te maken. In Thailand is het een schande als ouders de schoenen van hun kinderen helpen vast maken. Kinderen horen ouderen te helpen en niet andersom. Het is een kwestie van respect. Het is alsof ik met mijn hulp laat zien dat ik geen vertrouwen heb in de capaciteiten van mijn zoon. Zijn vermogen tot zelfredzaamheid. Door oefenen en met aanwijzingen kan hij de kunst van het veters strikken zelf onder de knie krijgen. Een succeservaring vergroot het zelfvertrouwen. Waarom vind ik het dan toch zo lastig om hem te zien worstelen? Misschien is het mijn gebrek aan geduld.
Jean Liedloff over zelfredzaamheid
Psychotherapeut Jean Liedloff beschrijft in de klassieker ‘Op zoek naar het verloren geluk’ hoe kinderen uit de Yequanastam vanaf jonge leeftijd zelfredzaam zijn, initiatieven nemen en zich bijna nooit bezeren. Yequana moeders nemen een ontspannen houding aan vanuit de wetenschap dat kinderen gericht zijn op zelfbehoud. Ouders bieden hun kinderen geen leiding en helpen pas wanneer een kind erom vraagt. Liedloff schrijft: ‘Iemand wiens initiatief voortdurend wordt overgenomen door welwillende vaders en moeders kan zich niet tot een zelfbewust en zelfstandig persoon ontwikkelen.’ Kinderen hebben ruimte nodig om ervaringen op te doen.
Kramp
Een aantal jaren geleden kreeg mijn oudste dochter ergotherapie. De therapeut verrichtte geen wonderen, maar ik leerde er des te meer. Het viel haar op dat ik mijn dochter weinig zelf liet doen. Ik scheen haar te helpen met jas uittrekken, schoenen vastmaken, deuren open houden en limonade inschenken. De therapeute was onverbiddelijk en sommeerde me alleen nog maar aan de zijlijn te blijven toekijken. Ik mocht mijn dochter pas helpen als ze niet verder kon en zelf om mijn hulp vroeg. Om te voorkomen dat ik alsnog iets deed stopte ik mijn handen angstvallig in mijn jaszakken. Al gauw kreeg ik kramp van de jeuk in mijn vingers. Toekijken valt niet altijd mee.
De therapeute sommeerde me alleen nog maar aan de zijlijn te blijven toekijken
Vergeten broodtrommel
Laatst liep mijn puberzoon de deur uit om naar school te gaan. Zijn brood lag nog op het aanrecht. Straks valt hij flauw van de honger, dacht ik bezorgd. Snel verstuurde ik een berichtje om aan te kondigen dat ik zijn broodtrommel kwam brengen. Het antwoord was kort: ‘Nee.’ Pas later begreep ik dat hij dodelijk ongerust was. Hij kreeg visioenen dat ik hem op het schoolplein ten overstaan van al zijn vrienden zou omhelzen met de woorden: ‘Schatje, je zult vast erge honger hebben. Hier heb ik je brood, lieverd!’ Het is de nachtmerrie van iedere puber. Een schooldag met een lege maag is goed te doen. Alles liever dan een bezorgde moeder. Gelukkig was er nog chips op school.
Janusz Korczak over ruimte geven
De Joods-Poolse pedagoog, kinderarts en kinderboekenschrijver Janusz Korczak (1878-1942) beweerde tachtig jaar geleden al dat kinderen geen onaffe mensen zijn, maar volwaardige wezens die een hoop kunnen en zelfredzaam zijn. Korczak zag dat volwassenen weinig aan kinderen over lieten.
In plaats van kinderen te controleren is het beter om ze voldoende ruimte te bieden, zodat iedereen zijn eigen problemen kan oplossen. Zo leren kinderen weerstand en incasseringsvermogen ontwikkelen. Tijdens een training vertelde een pedagogisch medewerkster mij eens dat ze dol was op peuters. Het zijn jonge kinderen die veel kunnen, totdat hun ouders ze komen ophalen. Dan veranderen de peuters in afhankelijke baby’s met speen in de mond.
Scheve boterhammen
‘Mam, wil je helpen met brood snijden?’, vraagt mijn zoon. ‘Nee, dat zul je zelf moeten doen. Ik denk dat jij dat best kan’, zeg ik zo overtuigd mogelijk. Hij trekt de besteklade open en pakt een gevaarlijk scherp broodmes. Even later ligt er een schots en scheve handgesneden boterham op zijn bord. Er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht. Ik besluit om vandaag een uurtje in mijn hangmat te luieren.
Meer lezen:
Jean Liedloff: Op zoek naar het verloren geluk
Korczak: Hoe houd je van een kind?
https://kiind.nl/liedloff-op-zoek-naar-het-verloren-geluk/