‘Oooh dat wil ik ook!’ Hoe vaak we dat niet gehoord hebben. ‘Ga dan gewoon’, zeggen we. Zo moeilijk is het niet. Een tijdje weg, een ander leven in een ander land. Ja, zelfs met kinderen. Juist met kinderen!
Drie jaar geleden gingen we. Naar Noorwegen om daar te wonen en werken op biologische boerderijen. Caravan achter de auto, peuter op de achterbank. Zes maanden verlof, waarvan het grootste deel onbetaald.
Da’s lang hoor, een half jaar. Het maakt alles vanaf dag één anders. Zo hoef je niet te jakkeren naar je bestemming, zoals bij een gewone vakantie. Want ja, dan heb je altijd maar een paar weken, hoogstens. Nu namen we ruim een week om via Denemarken (Legoland!) en Zweden naar Noorwegen te tuffen. Korte stukjes rijden, vaak een dagje extra op die leuke – zij het in april nog uitgestorven – camping.
Eenmaal in Noorwegen hebben we op drie adressen steeds een maand gewoond en gewerkt en later op nog een adres in Zweden. Van een antroposofische landbouwschool tot een vrolijke internationale hippieboerderij. Tussendoor hebben we vakantie gehouden op verschillende campings of gewoon in de natuur, want dat mag daar.
En die peuter van ons? Die vond het allemaal prachtig. Het is fantastisch om een stads bleekneusje te zien veranderen in een bruin en wild boerenjochie. Hij heeft kennisgemaakt met boerderijdieren, echte varkens die boven hem uittorenden – niet van die dwergneppers van de kinderboerderij. Met boerderijwerk: twintig kisten appels plukken en er met een lawaaierige machine heerlijk sap van persen. Mandenvol basilicum plukken en die tot pesto draaien. Kippen voeren. Meerijden op de trekker. En ook: praten met mensen uit alle windstreken behalve Nederland, omgaan met mensen met een verstandelijke beperking, spelen met kinderen die jouw taal niet spreken. Buiten zijn, voortdurend buiten zijn.
Die peuter van ons vond het allemaal prachtig
Twee dingen hebben enorm geholpen. Met stip op één: de caravan. Het maakte niet uit dat we steeds ergens anders stonden tussen wéér nieuwe mensen. De caravan was ons vertrouwde plekje dat we met ons meenamen zoals een slak zijn huisje met zich meedraagt. Slapen was dus nooit een probleem en wat kan je veel speelgoed kwijt in al die geheime compartimenten in zo’n ding!
En ten tweede hebben we bewust adressen gezocht waar kinderen woonden. Het leek ons eenzaam en ongezellig voor hem als we naar plekken gingen waar hij geen maatjes kon vinden. Dat bleek een goeie zet. Het is een geheim genootschap, die kinderen van de wereld. Ze begroetten onze peuter en namen hem als vanzelfsprekend in hun midden op. En speelden tot ze erbij neervielen.
Dus: reizen met kinderen? Doen! Voor ons was ons kind geen bezwarende factor om deze reis te maken, integendeel. Hij opende deuren voor ons, vertederde barse boeren en maakte via de kinderen van de gezinnen bij wie we te gast waren meteen contact voor ons.
Inmiddels hebben we een tweede kind en over twee jaar gaan we weer. Caravan achter de auto, peuter – naast haar grote broer – op de achterbank. Daaag!
Ook iets voor jou? Kijk op http://www.wwoof.org of http://www.idealist.org
Anne Hofstede, gastauteur. Communicatieadviseur, Amsterdammer, moeder van twee en onbedwingbaar activist. Maker van Tiet Zat, over langer borstvoeden. Geboeid door onder meer attachment parenting, onvoorwaardelijk ouderschap en democratisch onderwijs. Denkt heel graag zelf na. Twitter: @annehofstede