“Zul je goed je best doen met de cito?” hoor ik een moeder bij het afscheid nemen aan haar kind vragen. Ik kijk nog even om, zie het kind in kwestie ernstig ja knikken. Het jochie is vijf.
Mijn vierjarige moet er ook aan. De kleutercito. Hij heeft er zin hoor. Een gloednieuw boekje vol werkjes die ze samen met de juf gaan maken. Achteraf vraag ik hem hoe hij het op school heeft gehad. Hij vertelt dat hij in de zandbak heeft gespeeld met zijn twee beste vriendinnen. En dat hij naar de wc is geweest. En dat boekje met werkjes? Oh ja, dat heeft hij ook gedaan. En hij heeft een robot getekend. Ondertussen vraagt de moeder van de vijfjarige hoe de cito was gegaan en of haar zoon echt wel zijn best heeft gedaan.
Kinderen voelen haarscherp aan wat hun ouders van ze verwachten
Ik kan het de moeder van dat jochie niet kwalijk nemen. Zij heeft, net als iedere ouder, het beste voor met haar kind. En tegenwoordig kom je er nauwelijks onderuit dat toetsprestaties van belang worden geacht. Ouders zien hun kinderen het liefst op een basisschool die goede resultaten kan overleggen. En zonder een perfecte citoscore word je waarschijnlijk niet toegelaten op het gymnasium van je keuze. Toetsresultaten tellen. En dan kan de fantastische kleuterjuf nóg zo hard beweren dat de toets voor haar niet meer is dan een manier om haar onderwijs naar het bestuur van de school toe te verantwoorden, maar hey, meten is weten hè.
En dus krijgen de klasgenoten van mijn zoon, kleuters van vier, vijf jaar, de opdracht om vooral goed hun best te doen op dat ene werkje uit dat boekje. In de zandbak mogen ze lekker knoeien, en tekenen kunnen ze toch al fantastisch, maar die toets is belangrijk. Belangrijker dan gym, dan sorteerspelletjes, dan knippen, plakken, prikken, verven of mooie verhalen vertellen in de kring. Dat ene werkje, dáár gaat het om. Doe je best!
Kinderen zijn niet gek, die voelen haarscherp aan wat hun ouders van ze verwachten. En van nature willen ze maar wat graag aan die verwachtingen voldoen. Is die toets belangrijk voor mama en papa, dan doen ze hun stinkende best op die toets. Hoe klein zo ook zijn, hoe weinig ze er ook van begrijpen, of ze nou al aan zulke cognitieve taken toe zijn of niet. En zo wordt er, met de beste bedoelingen, al vanaf de kleuterschool aan kinderen geleerd dat het belangrijk is om bepaalde prestaties af te leveren.
Dat er ook op de school van mijn zoon een kleutercito wordt afgenomen, is een gegeven. Ik kan daartegen protesteren, maar dat verandert de huidige situatie niet. Wat ik wél zelf in de hand heb, is de druk die ik op mijn kind leg. Van mij mag hij lekker knoeien in dat boekje als hij daar zin in heeft. Al verzuipt hij het in de watertafel. Hij is een kleuter, laat hem lekker spelen. En ik weet nog steeds zijn citoscore niet. Wat interesseert mij dat nou? Ik ben het gelukkigst als hij het leuk heeft op school. Hij moet er tenslotte nog minstens veertien jaar naartoe.