Stel: je bent een kind en je hebt dyslexie. Iedereen om jou heen helpt jou om het makkelijker voor je te maken. Op school ondersteunen ze je door het geven van extra uitleg, je volgt een dyslexie-begeleidingstraject (elke week 50 minuten lezen met een dyslexiecoach) en thuis lees je elke avond met een van je ouders. Nu is het bijna zomervakantie. Een tijd van niets hoeven, je hoofd helemaal leegmaken en bijtanken. Hoewel… Je moet blijven lezen, in ieder geval drie keer per week. De leerkracht en je ouders zeggen dat dit moet omdat je anders vergeet wat je geleerd hebt. Dat is zonde. Blijven lezen, blijven oefenen, dan blijven de letters en woorden goed in je hoofd.
Je doet heel hard je best, maar het past er gewoon niet meer in
En jij? Jij bent moe en bent het lezen spuugzat. Je doet heel hard je best, maar het past er gewoon niet meer in. Je hoofd zit vol, het lezen irriteert je, ook je ouders vinden het niet altijd fijn om dit te doen maar zeggen dat ze het doen om jou te helpen. Soms krijgen jullie er zelfs een beetje ruzie door. Je zucht, en gaat er maar weer voor. Je hebt geen keuze.
Je kind staat onder hoogspanning
De zomervakantie staat voor de deur maar het kind met leer- en leesproblemen heeft nooit echt vrij. De achterliggende gedachte is dat de nieuw opgedane kennis verankerd moet blijven in het brein en daarom moet het geleerde geoefend blijven. Maar is dat waar? Levert continu onder hoogspanning staan niet juist het tegenovergestelde op?
Uit onderzoeken blijkt dat er een duidelijke relatie is tussen stress en het immuunsysteem. Het immuunsysteem heeft niet alleen als taak om het lichaam te verdedigen tegen ziekmakers. Een goed werkend immuunsysteem zorgt er ook voor dat het kind bestand is tegen stress en flexibel kan omgaan met dat wat er op zijn pad komt. Om ervoor te zorgen dat dit systeem goed blijft functioneren is het nodig om het kinderbrein af en toe helemaal uit te pluggen van zijn dagelijkse (school)bezigheden. Dit voorkomt fysieke problemen, stress en houdt het kind alert en fit.
Door even vrijaf te mogen nemen, komt er ruimte in het brein. Door ontspanning verdwijnen de stressstoffen en kan het kind overgaan tot herstel en het bijtanken van energie. Dat betekent niets doen wat je niet leuk vindt en veel doen wat je wel leuk vindt, juist als je dyslexie hebt of het leren minder makkelijk gaat!
Wat kun je dan wel doen in de vakantie?
Leren begint met bewegen! Dankzij de wetenschap weten we inmiddels dat het kind zich fysiek, cognitief en sociaal-emotioneel ontwikkelt door te bewegen. Dit proces start al op in de baarmoeder. Elke beweging ontstaat in een vaste volgorde, volgens een bepaald patroon, in een min of meer vaststaand tijdschema en is gekoppeld aan een bepaalde locatie in het brein. Dit houdt in dat het proces van denken, voelen en doen pas kan plaatsvinden als er in het brein en lijf verbindingen zijn aangelegd. Deze verbindingen kunnen alleen ontstaan wanneer er beweging plaatsvindt.
Leren begint met bewegen
Dyslexie of een andere leerprobleem heeft vanuit ontwikkelingsperspectief te maken met het niet goed kunnen verbinden van de linker- en rechterhelft van het lijf en brein: de handen, de ogen, de oren en de beide hersenhelften werken niet goed of niet goed samen. Daarom is het zeker zinvol om bewegingsspelletjes aan te bieden waarbij de middellijn gekruist wordt. Bewegingsspelletjes met bijvoorbeeld een bal (waarbij er van links naar rechts bewogen moet worden, of andersom) helpen mee om de links-rechtsverbinding te verstevigen of juist in gang te zetten, maar er is meer!
Het leren (en dus ook het lezen) begint met jezelf veilig voelen en durven te vertrouwen op wie je bent. Pas dan kun je aandachtig zijn, heb je focus, en weet je in welk vakje van je brein de aangeboden informatie gestopt moet worden. Deze vaardigheden en emotionele waarden vormen de basis voor het leren en alle ontwikkeling (fysiek en emotioneel). Die basis is bij het kind met een leer-leesprobleem vaak weggevaagd want dit kind staat onder hoogspanning, ervaart stress en heeft al veel negatieve leerervaringen opgedaan. Dat zorgt vaak voor bijkomende zaken als faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen of de moed laten zakken. Hoe kun je helpen?
Knuffel, lach, fiets, ren, ga naar het bos, hinkel-spring, ga vissen, bootje varen, teken, knutsel, bak, kook, masseer elkaar, kijk samen naar een film, zing, dans, voetbal, doe lekker gek en lig in de zon op het strand of in het zwembad.
Genieten! Volop van elkaar genieten zonder gedoe om letters en cijfers of andere schoolse dingen. Lees en leer met je kind alleen als het daar zelf om vraagt en start pas de laatste week van de vakantie op een speelse manier met een paar kleine teksten: vraag wat voor woord of zin er op een reclameblaadje staat of op een billboard langs de kant van de weg. Verbaas je aan het einde van de vakantie over de groeispurt die je kind gemaakt heeft, fysiek en emotioneel. En weet dat je het goed hebt gehad samen: de basis om er in het nieuwe schooljaar weer tegenaan te kunnen. Fijne zomervakantie!
Doe mee met het vakantieprogramma en ervaar minder stress en meer plezier.
Carla van Wensen heeft een praktijk voor Integrale kindertherapie, Limmen en is auteur van: ‘Help…ik voel zoveel‘ en ‘Opgroeien in evenwicht‘