Zussendag: omdat een zusje zo fijn is om te hebben. Vandaag is het Zussendag, en dat is een heel vierbare dag. Een zus kan een spiegel zijn, en je sparring maatje. Misschien zelfs van kinds af aan. Je uitlaatklep als je ouders weer eens reuze belachelijk deden. Je medestander om de afwastaak te versoepelen of de uitgaanstijd te verlaten; samen ben je sterk.
Misschien was je, eenmaal volwassen, wel in dezelfde periode zwanger, of kon je elkaar steunen toen het niet goed ging met je ouders. Ja, een zus is fijn om te hebben.
Alleen maar fijn?
Je positie binnen je gezin werkt vaak lang door. Was je de oudste, en moest jij steeds het voorbeeldgedrag geven? Of de jongste, en was alles wat jij ontdekte al oud nieuws? Was je de middelste, en sprong je er nergens bovenuit?
‘Au! Je trekt aan mijn haar!’
‘Zeg, wees jij nou de wijste, je zusje is nog maar klein.’
‘Ik had hem eerst!’
‘Deel je speelgoed maar met je zus.’
‘Mama! Ze doet het weer!’
‘Neem eens een voorbeeld aan je zus, die doet dat allemaal zo goed!’
Met je zus kun je ongenadig botsen. Je kunt haar heel ver weg wensen, op een rots in de zee, zodat je geen last meer van haar hebt. Je kunt je eenzaam voelen, als je helemaal niet op je zus lijkt, en je het gevoel krijgt dat jij bij geboorte per ongeluk bent verwisseld of zo.
En toch, ondanks al die ongemakken, is je zus zo belangrijk. Het botsen, de schurende competitie, de ruzies – ze vormen je ook. Met je zus leer je je staande te houden in de wereld. Leer je samen te werken, compromissen te sluiten, leer je wanneer je iets beter kan loslaten en wanneer het belangrijk is om bij je punt te blijven.
Dochters
En nu ben je moeder, en heb je misschien wel dochters. Zie je hoe ze van elkaar houden en van elkaar haten. Ook zij leren zich verhouden tot elkaar, scherpen hun geest dankzij en ondanks de ander. Fijne zussendag!
Lees ook
Grote zus, Marian van Lieshoud